Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Weeresteinstraat 209
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0534.BPWeeresteinstr209-VG01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Ruimtelijk perspectief 2030
De gemeente Hillegom heeft samen met de andere bollengemeenten Lisse en Noordwijkerhout een gezamenlijke visie voor 2030 opgesteld: het Ruimtelijk perspectief 20301 . Het doel hiervan is om verschillende ruimteclaims te analyseren, met elkaar te confronteren en tot een aantal afgewogen ruimtelijke ambities en ontwikkelingen te komen. De visie is richtinggevend voor de eigen gemeentelijke ruimtelijke ontwikkeling en bedoeld als de gezamenlijke inbreng voor de regionale structuurvisie Holland Rijnland. Tevens is de visie een basis voor een structuurvisie als bedoeld in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening.
 
De planlocatie valt binnen de contouren van het gebied dat bedoeld is voor kwaliteitsverbetering van de leefomgeving, waterfrontontwikkeling en woningbouw ten behoeve van eigen behoefte en omliggende regio: Binnen dit gebied wordt volgens het beleid van het ruimtelijk perspectief 2030 ruimte gegeven aan wonen. Tot 2030 hebben de drie betreffende gemeente voldoende ruimtelijke capaciteit op het gebied van wonen om te voorzien in hun individuele behoefte en hun gezamenlijke behoefte. De capaciteit bedraagt circa 3900 woningen en men is van plan deze verder uit te breiden. Dit wil men realiseren door binnenstedelijke locatie die vrij komen zo snel als mogelijk om te zetten tot woningbouwontwikkeling. Om te zorgen dat ook de generaties na 2030 nog iets te kiezen hebben zijn er gebieden aangewezen waar er ook na 2030 de mogelijkheid is om woningen te bouwen. Op deze locaties worden geen bouwwerken toegestaan die met veel geld en moeite weg moeten worden gehaald tegen de tijd dat de huidige capaciteit volledige is op gebruikt. Naast te voorzien in eigen behoefte wil men ook in de regionale behoefte kunnen voorzien. De extra woningbouwimpuls is een wenselijke impuls voor de sociaal economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.
 
Conclusie
Het ruimtelijk perspectief 2030 vormt geen belemmering voor de uitvoering van het bouwplan. Het bouwplan valt binnen de contouren van het gebied dat is bedoeld voor de kwaliteitsverbetering van de leefomgeving, waterfrontontwikkeling en woningbouw ten behoeve van eigen en omliggende regio. Het plan draagt bij aan de wenselijke woningbouwimpuls. 
 
3.4.2 Structuurvisie Hillegom
Op 11 december 2008 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hillegom vastgesteld. In de structuurvisie doet Hillegom uitspraken over de keuzes die zij wil gaan maken. Zij wil daarbij een sterke stem laten horen naar buurgemeenten, de regio, provincies en het Rijk. Voor de Greenport Duin- en Bollenstreek zijn de volgende doelen opgesteld: 
  • Behoud en versterking van het bollengebied met zijn karakteristieke openheid;
  • Vitaal houden van de bedrijvigheid;
  • Verbetering van de kwaliteit van het landschap, niet alleen visueel, maar ook op het gebied van waterhuishouding en toeristische kwaliteiten.
Conclusie
pm 
3.4.3 Structuurvisie thema 'Wonen'
Met de structuurvisie thema wonen2  wil de gemeente Hillegom adequaat inspelen op de woonwensen van morgen, voor de periode 2009-2013. Sinds het vaststellen van de woonvisie uit 2004 is er een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Zo zijn er diverse woningbouwprojecten gerealiseerd. Het staat de gemeente voor ogen de algemene structuurvisie te vertalen naar locaties en hierover met de belanghebbenden (exploitatie-) afspraken te maken. De Structuurvisie thema Wonen is een onderbouwde, nieuwe visie op het wonen en een belangrijke basis voor de programmatische vertaling van de algemene structuurvisie en biedt een leidraad voor verdere afspraken over exploitatie en verevening.
 
Op grond van discussie en analyses met betrokken partners wordt de kern van de visie op het wonen als volgt verwoord. De gemeente wil werken aan: Een evenwichtige en sociale dorpsgemeenschap met een compleet voorzieningenaanbod van commerciële en collectieve voorzieningen. Al met al; een prettige woonplek voor iedereen die in Hillegom wil wonen. De nieuwe Structuurvisie thema Wonen past daarmee in de lijn van eerdere woonvisies uit 1999 en 2004.
Deze centrale ambitie wil de gemeente realiseren via een viertal beleidslijnen:
  1. Werken aan een evenwichtige bevolkingsopbouw. Om een evenwichtige bevolkingsopbouw te bewerkstelligen is een zekere groei van Hillegom nodig. Daarbij hanteert de gemeente als richtlijn een inwonertal van 23.000 inwoners in 2020; omdat dit aantal kansen biedt voor een substantiële sturing in bevolkingsopbouw (naast de autonome ontwikkeling van de gemeente). Tevens draagt dit bij aan min of meer voldoende draagvlak voor voorzieningen.
  2. Doelgroepen van beleid: De aandacht voor specifieke groepen op de woningmarkt moet bijdragen aan de gewenste evenwichtige bevolkingsopbouw. Dan is vooral aandacht nodig voor groepen die momenteel weinig kansen hebben op de woningmarkt, zoals jonge huishoudens (waaronder gezinnen en starters). Maar ook beleid voor andere groepen vraagt aandacht; simpelweg omdat groepen getalsmatig aan belang winnen, zoals de zeer gedifferentieerde groep senioren. Ook enkele kleinere groepen vragen aandacht, omdat hun plek in Hillegomse gemeenschap aandacht vraagt. Gedacht wordt dan vooral aan (tijdelijke) arbeidsmigranten.
  3. Typisch Hillegoms en karakteristieke woonmilieus: Essentieel voor een ontwikkeling die recht doet aan de eigenheid van de Hillegomse woonmilieus is zicht op de kwaliteiten. Het gaat om de rust en ruimte van het wonen in het groen voor een brede laag van de bevolking, de diversiteit en het dorpse karakter van de stedenbouwkundige opzet, de centrale ligging in de Randstad en het aantrekkelijke voorzieningenniveau. Ontwikkelingen moeten passen binnen deze eigenheid, en waar nodig de kwaliteiten van Hillegom versterken.
  4. Woonzorgzoneontwikkeling: nieuwe ontwikkelingen vragen om oplossingen. Een belangrijke ontwikkeling is de verandering in de wijze waarop zorg aan mensen aangeboden wordt: minder in grootschalige instellingen en meer bij mensen thuis in de wijk. Dit vraagt concepten waarin wonen, welzijn en zorg goed op elkaar zijn afgestemd. De ontwikkeling van de woonzorgzone Elsbroek waar onderhavig project deel van uitmaakt speelt hier reeds op in. Ook in andere delen van Hillegom wil de gemeente een afgestemd aanbod van wonen, welzijn en zorg aanbieden.
Conclusie
Het project komt overeen met de ambitie om te werken aan een evenwichtige bevolkingsopbouw van de gemeente Hillegom. Onderhavig project is niet in strijd met de gemeentelijke structuurvisie thema wonen. Het woningprogramma sluit aan bij het doelgroepenbeleid van de gemeente, te weten bouwen voor jonge huishoudens.
3.4.4 Milieubeleidsplan
De gemeente Hillegom heeft samen met de gemeenten Lisse en Noordwijkerhout een milieubeleidsplan3  geschreven voor de periode van 2008 tot en met 2011. Met dit milieubeleidsplan willen de gemeenten het volgende bereiken:
  • behoud en verbetering van de milieukwaliteit in de gemeenten en een bijdrage leveren aan het oplossen van milieuproblemen op grotere schaal.
  • het beleidsplan is bedoeld als een kader voor toekomstige besluiten. In het milieubeleidsplan zijn ambities benoemd. Bij besluiten over ontwikkelingen en activiteiten binnen de gemeenten gelden deze ambities als kader. In het besluit moet duidelijk worden hoe de ambities gerealiseerd gaan worden.
Het uitgangspunt is dat gewerkt wordt aan milieukwaliteit. Dit is een verantwoordelijkheid van alle disciplines binnen de gemeentelijke organisatie. Daarom staan in het beleidsplan niet de (milieu) onderwerpen centraal maar de activiteiten en ontwikkelingen binnen de gemeenten.
Met betrekking tot bouwen en wonen worden de volgende ambities geformuleerd:
  • 90% van de nieuwe woningen vanaf 2010 scoort een 7 op de GPR-methodiek 4;
  • vanaf 2010 worden bij 90% van de renovatie- en verbouwingsprojecten waar een aannemer of architect bij betrokken is duurzaam bouwen maatregelen toegepast;
  • vanaf 2010 past 50% van de ondernemers duurzaam bouwen maatregelen toe bij nieuwbouw, verbouwing of uitbreiding van bedrijfspanden.
Conclusie
In onderhavig project wordt gestreefd naar een score 7 op de GPR-methodiek. Tevens worden duurzame aspecten geïntegreerd. Onderhavig project past binnen het milieubeleidsplan. Om de gewenste uitwerking te waarborgen is een aantal afspraken ten aanzien van het milieubeleidsplan vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.   
3.4.5 Duurzaam Wonen en bouwen
De gemeente Hillegom heeft het “Regionaal Duurzaam Bouwen ‘plus’ Pakket”5  van mei 2008  als basis voor het gemeentelijk beleid omarmd. De gemeente Hillegom hanteert het prestatie-instrument GPR-Gebouw versie 4.1. met een score van 7.0 op een schaal van 1 tot 10.
 
Uitgangspunt voor duurzaam bouwen is de "drie-stappen-strategie". Deze aanpak geldt voor alle ingaande en uitgaande stromen, die door een gebouw, wijk of stad gaan zoals energie, water, bouwmaterialen en afval.
De drie stappen zijn:
  • Voorkom onnodig gebruik van energie, water, materialen en het produceren van afval.
  • Gebruik duurzame/hernieuwbare bronnen zoals zon, wind, regen en hergebruik afval.
  • Gebruik de niet duurzame bronnen verstandig en verwerk afval verstandig. Het pakket bevat de belangrijkste instrumenten voor duurzaam bouwen op gebouwniveau.
 
De notitie „duurzaam bouwen en wonen behandelt de milieuthema’s die betrekking hebben op duurzaam bouwen. Deze thema’s zijn: natuur en groen, water, energie, mobiliteit, binnenmilieu, materialen en afval. Per thema is aangegeven wat de doelstelling en/of het ambitieniveau is en welke maatregelen de gemeente neemt. Voor de verschillende schaalniveaus en type gebouwen is het ambitieniveau van de gemeente Hillegom omschreven.
 
Conclusie
 
Het plan voldoet aan het beleid op het gebied van duurzaam bouwen. Om de gewenste uitwerking te waarborgen is een aantal afspraken vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.
3.4.6 Politiekeurmerk (veilig wonen)
De gemeente is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en handhaven van een integraal veiligheidsbeleid voor haar burgers. Steeds meer gemeenten schrijven om deze reden een integraal veiligheidsplan waarin fysieke, externe en sociale veiligheid samenkomen. Het Politiekeurmerk is daarvoor het beproefde instrument. Daar waar alle partners, zoals woningbouwcorporaties, gemeenteambtenaren, politie en burgers het toepassen, neemt het inbraakrisico sterk af en neemt de veiligheidsbeleving van bewoners sterk toe. In een woonomgeving en een woning met een Politiekeurmerk Veilig Wonen hebben bewoners 90% minder kans dat er ingebroken wordt. Het hebben van een keurmerk maakt gemeenten aantrekkelijker als woonplaats. Ook andere vormen van criminaliteit, zoals fietsendiefstal en vandalisme in de woonomgeving, nemen af. De gemeente Hillegom staat het politiekeurmerk voor en schrijft dit voor alle renovatie- en nieuwbouwprojecten voor.
 
Conclusie
Bij de realisatie van de 22 appartementen zal worden voldaan aan de richtlijnen van het Politiekeurmerk. De gewenste uitwerking is in een samenwerkingsovereenkomst gewaarborgd.   
3.4.7 Welstandsnota
De gemeenteraad van Hillegom heeft in 2008 de Welstandsnota vastgesteld. In de nota zijn gebieds- en objectcriteria opgenomen voor de ambtelijke toets voor kleine en middelgrote bouwplannen binnen de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente. De criteria vormen de basis voor de uitwerking van bouwplannen. Het bouwplan moet aansluiten bij het karakter van de omgeving.
De planlocatie is gelokaliseerd in het welstandsgebied ‘Lint Straatweg'6 . De straatweg is een beeldbepalende route door de gemeente. De bebouwing is afwisselend, zowel traditioneel als nieuw, grootschalig als kleinschalig. Voor het deelgebied geldt een bijzonder welstandsniveau. Het uitgangspunt is het behouden en versterken van het dorpse karakter. Belangrijke aspecten zijn kleinschaligheid, individualiteit en zorgvuldigheid.
Bij de beoordeling van bouwplannen wordt er getoetst aan de hand van de volgende welstandscriteria:
 
Ligging
  • het dorpse karakter van de lintbebouwing in principe behouden en versterken;
  • doorzichten behouden en waar mogelijk versterken;
  • gebouwen zijn met de voorgevel gericht op de weg of het water;
  • grootschalige bebouwing staat bij voorkeur op het achterterrein;
  • de rooilijnen zijn per blok in samenhang en verspringen enigszins ten opzichte van elkaar;
  • schaalvergroting door bijvoorbeeld samenvoeging of grote aanbouwen is ongewenst.
 
Massa
  • de bouwmassa en gevelopbouw harmoniëren met het dorpse karakter van het gebied, waarbij een verticale gevelindeling uitgangspunt is
  • gebouwen zijn in het algemeen individueel en afwisselend
  • de individuele woning binnen een rij is deel van het geheel
  • per kavel is er één hoofdmassa
  • gebouwen bestaan uit een onderbouw tot drie lagen met in principe een hellende kap
  • de begane grondlaag van het gebouw is in principe afgestemd op de geleding, ritmiek en stijl van de hele gevel
  • de gevel van de bovenbouw heeft een symmetrische opzet
  • op- en aanbouwen zijn beperkt in maat en ondergeschikt
 
Architectonische uitwerking
  • de detaillering is zorgvuldig en gevarieerd;
  • er is ontwerpaandacht voor alle details;
  • fijne detaillering wordt benadrukt in kleine elementen als gootklossen, belijning en baksteenpatronen in het gevelvlak;
  • de hoofdmassa is duidelijk geleed;
  • traditioneel Hollandse houten kozijnen en profileringen vormen het uitgangspunt;
  • wijzigingen en toevoegingen in stijl en afwerking zijn afgestemd op het hoofdvolume.
 
Materiaal- en kleurgebruik
  • materiaal- en kleurgebruik is bij voorkeur traditioneel
  • gevels zijn in hoofdzaak van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen en een enkele keer in lichte tint gepleisterd;
  • hellende daken zijn gedekt met pannen;
  • kleuren zijn terughoudend;
  • houtwerk is geschilderd in traditionele kleuren;
  • kleuren contrasteren niet met de omliggende bebouwing.
Welstandtoets
In de gebiedsgerichte welstandcriteria ten behoeve van het gebied 'Lint Straatweg' wordt geen onderscheidt gemaakt tussen de eerste- en tweedelijns bebouwing. In onderhavig geval is duidelijk sprake van eerste- en tweedelijns bebouwing. In hoeverre de welstandscriteria eveneens voor de tweedelijns bebouwing gelden is op basis van de welstandsnota niet vast te stellen. Derhalve is door de opdrachtgever de vraag uitgezet bij de gemeente. Het plan is door de gemeente ter beoordeling voorgelegd aan de welstandscommissie Stichting Dorp, Stad en Land.
 
Advies welstand  
In de reactie van 28 april 2011 laat de welstandscommissie weten dat het plan voldoende basis biedt voor een positief welstandsadvies. De gemeente heeft op 11 mei 2011 goedkeuring gegeven. Dit met inachtneming van de in het advies genoemde opmerkingen. De gemaakte opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan. Het advies is als bijlage bij de toelichting opgenomen.
 
Conclusie
Het plan is ter beoordeling voorgelegd aan de welstandscommissie. De commiissie geeft voor het plan een positief welstandsadvies af, met in achtneming van de gemaakte opmerkingen in het advies van 28 april 2011.
Vanuit het aspect welstand bestaat er geen bezwaar tegen het voorgenomen initiatief.
          
3.4.8 Geldend bestemmingplan
De betrokken gronden zijn gelegen binnen het geldende planologische regime van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied'. Het bestemmingsplan is op 12 maart 1998 door de gemeenteraad van Hillegom vastgesteld.
Volgens de bestemmingsplankaart (afbeelding 9) gelden voor de gronden de bestemmingen 'agrarische handels- en exportbedrijven'. Binnen de bestemming zijn bedrijven, een bedrijfswoning en bijgebouwen ten dienste van de bestemming toegestaan.  Dwars door het plangebied, noordzuid georiënteerd, loopt een straalpad met een maximum bouwhoogte van 25 meter. Deze is opgenomen in het kader van de aanwezige bedrijvigheid in de omgeving.
 
Afbeelding 9: Uitsnede geldende bestemmingsplankaart 'Landelijk gebied'
 
Conclusie
De voorgenomen woningbouwontwikkeling, is in strijd met het geldende bestemmingsplan 'Landelijk gebied'. Volgens de  geldende voorschriften zijn burgerwoningen op de locatie niet toegestaan. Afwijken van de geldende bestemmingsplanvoorschriften is noodzakelijk. Voorliggende toelichting voorziet in de noodzakelijke ruimtelijke onderbouwing.