direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene aanduidingsregels
Plan: Centrale Zone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0532.BPcentralezone-OH01

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 Veiligheidszone - lpg
18.1.1 Doel aanduiding

De op de verbeelding voor 'veiligheidszone - lpg' aangeduide gronden zijn, naast de andere op de verbeelding voor de gronden aangewezen bestemming (basisbestemming), tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-opslag.

18.1.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de basisbestemming mogen in en op deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

18.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1.2en toestaan dat kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

18.1.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

18.1.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1.4en toestaan dat de gronden en opstallen worden gebruikt als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

18.2 Veiligheidszone - vuurwerk
18.2.1 Doel aanduiding

De op de verbeelding voor 'veiligheidszone - vuurwerk' aangeduide gronden zijn, naast de andere op de verbeelding voor de gronden aangewezen bestemming (basisbestemming), tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een vuurwerkopslag.

18.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de basisbestemming mogen in en op deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

18.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2en toestaan dat kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

18.2.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

18.2.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.4en toestaan dat de gronden en opstallen worden gebruikt als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

18.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop
18.3.1 Doel aanduiding

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' op de verbeelding zijn de gronden tevens bestemd voor het beschermen van de functie als werktuig en de waarde van deze molens als landschapsbepalende elementen.

18.3.2 Bouwregels

Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke gebouwd mogen worden ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen en hoger zijn dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen, zijn uitsluitend toelaatbaar, indien daardoor de functie van de molen als werktuig en de waarde als landschapsbepalend element niet onevenredig worden geschaad.

Alvorens de omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen te verlenen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de molen omtrent de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.

18.3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden als bedoeld in 18.3.1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden, hoger dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ophogen;
  • c. het aanbrengen van bomen, heesters of andere opgaande beplanting.

18.3.4 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 18.3.3 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer ten behoeve van andere bestemmingen dan wel werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.

18.3.5 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 18.3.3 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de functie van de molen als werktuig en de waarde als landschapsbepalend element niet onevenredig wordt geschaad.

Alvorens de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de molen omtrent de vraag of verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.