direct naar inhoud van 5.2 Uitgangspunten
Plan: Landelijk gebied 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0532.BPLandelijkgebied-OH01

5.2 Uitgangspunten

Algemeen

Het landelijk gebied van de gemeente Stede Broec is te zien als een gebied met een typische casco-opbouw. De laagdynamische en hoogdynamische gebieden zijn scherp gescheiden.

In laag dynamische delen is de oorspronkelijke landschapsstructuur bewaard of is een nieuw recreatielandschap gevormd. In bijna alle delen komt het oorspronkelijke hoogwaterstelsel voor. Het betreft de gebieden De Weelen, de Kadijken, het Streekbos en de sportterreinen.

Het hoogdynamische deel is het ruilverkavelde landschap met een agrarische functie voornamelijk gericht op tuinbouw en bollenteelt.

Binnen het agrarische gebied komen twee archeologische monumenten voor en een stiltegebied gerelateerd aan de Weelen. Ook enkele oude lijnstructuren van watergangen hebben vanuit cultuurhistorisch gezichtspunt waarde.

De bescherming van de mogelijke archeologische waarden in het gehele buitengebied waar sprake is van een middelhoge tot hoge trefkans op aanwezige waarden wordt in het plan voorzien door een dubbelbestemming die erin voorziet dat nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan deze waarden en wordt voorkomen dat de mogelijke waarden door nieuwe ontwikkelingen worden aangetast

In overeenstemming met de kwalificatie als cultuurbepalende structuur in het gebied in het cultuurhistorische regioprofiel en met de aanduiding van waarde in de cultuurhistorische waarden kaart zijn enkele waterlopen als zodanig aangeduid.

In het plan is het Markermeer en de randzone binnen het grondgebied van de gemeente meegenomen. Voor een groot deel van dit gebied was tot heden geen bestemmingsplan van kracht. De bestemmingen en de regelgeving zijn bepaald door het huidige gebruik en de aanwijzing tot natuurbeschermingswetgebied van het Markermeer.

Het voormalig gemaal langs de Westfriese Omringdijk is buiten gebruik; in overleg met de rijksdienst Monumentenzorg is hergebruik als woning mogelijk. Het rijksmonument (voormalig gemaal) is derhalve als wonen bestemd en voorzien van de aanduiding (rm). In het voormalig gemaal en de aangrenzende kolenloods zijn maximaal drie woningen toegestaan.

Behoudens bijzondere waterlopen is het bestaande water in het gebied als mede bestemming in de hoofdbestemming ondergebracht. Wel als bestaand water zijn bestemd de als hoofdvaarroute door het waterschap aangemerkte watergang en de als cultuurhistorisch waardevolle lijn aangemerkte watergang.

Nieuwe ontwikkelingen

De lange termijn visie van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (visie 2004-2030) indiceert een aantal omvangrijke nieuwe projecten in het landelijk gebied van de gemeente Stede Broec.

Het gaat hierbij om elementen van het landschapsplan West-Friesland dat voorziet in waterberging en nieuw recreatielandschap en om mogelijke verbetering van regionale verbindingen. Het programma 2004-2014 geeft aan dat van het landschapsplan 200 ha moet zijn gerealiseerd in de planperiode maar duidt geen locatie aan.

In het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord werd de mogelijkheid geopend op termijn gebieden ten noorden van de Drechterlandseweg tot woonlandschap te ontwikkelen. Inmiddels is het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord vervangen door de Structuurvisie Noord-Holland 2040.Hierin is het betreffende gebied niet opgenomen als mogelijk toekomstig woongebied, maar maakt het onderdeel uit van het gebied dat is aangewezen voor landbouwproductie.

Deze elementen als genoemd in het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord vergen een nader onderzoek zoals het nieuwe streekplan voorschrijft in de vorm van een landbouw effect rapportage. Tevens is om deze ontwikkelingen mogelijk te maken fondsvorming in de vorm van het groen voor rood fonds nodig. Op dit moment is aan geen van beide voorwaarden voldaan. Zulke ontwikkelingen zijn daarom pas op langere termijn aan de orde.

In het plan worden deze ontwikkelingsmogelijkheden niet opgenomen, wel wordt er in die zin rekening mee gehouden dat nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied die zo'n ontwikkeling in de weg staan worden vermeden. Dit betekent niet dat ontwikkeling van bestaande passende activiteiten wordt belemmerd.

Een aantal nieuwe ruimtelijke voorzieningen in het landelijk gebied zijn wel in een uitvoerbaar stadium gebleken.

Het gaat daarbij om een project voor waterberging ten behoeve van het stedelijk gebied grenzend aan de Kadijken. Het is een project dat mede voorziet in een recreatieve inrichting en dat past binnen de opzet en bedoelingen van het landschapsplan West-Friesland. Deze waterberging is inmiddels gerealiseerd.

Op de grens met Enkhuizen ligt een kavel waarvan het de bedoeling is die bij het Streekbos te betrekken. De gedachte daarbij is de vergroting van het dagrecreatief areaal.

Ten behoeve van het baggerplan is een locatie bij de sportterreinen Rozeboom gekozen waar voor een termijn van 10 jaar na 2004 d.w.z. t/m 2012 uitkomende bagger uit slootonderhoud wordt gedeponeerd.

In het uitwerkingsplan HES-gebied is langs de oostzijde van de Veilingweg een gebied ten gevolge van een besluit van de gemeenteraad van 3 maart 2005 speciaal aangeduid als 'bollenconcentratiegebied'. Dit vindt zijn achtergrond in een bestaande concentratie van bollenteelt- en bollenbroeibedrijven.

Hoewel het huidige streekplan die aanduiding ontbeert wordt deze specifieke aanduiding voor bestaande bedrijvigheid van bijzondere betekenis voor het gebied geacht. De bovengenoemde ontwikkelingen zijn in het plan opgenomen.

Tenslotte zijn er in de afgelopen periode met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een aantal agrarische bedrijfsvestigingen in het buitengebied gerealiseerd en zijn met de zelfde procedure meerdere bestaande bouwpercelen vergroot.

De nieuwe vestigingen hebben in het algemeen betrekking op verplaatsing uit de kern van gevestigde bedrijven. Dit verplaatsingsproces is als afgerond te beschouwen.

Met anticipatie c.q. planwijziging is een tuincentrum, een havengebouw bij Broekerhaven, en een agrarische fotostudio in het buitengebied tot stand gekomen.

Deze gerealiseerde projecten zijn in het plan verwerkt.

De balans tussen nieuwe ontwikkelingen in het agrarische gebied ten opzichte van de te verwachten archeologische waarden is gezocht in een stelsel van afwijkings- en wijzigingsregels die na onderzoek en verantwoording ten opzichte van mogelijke archeologische waarden aan gewenste ontwikkelingen ruimte kan bieden. Dit kan zowel gaan in vergroting van bouwvlak of het areaal kassen bij bestaande bedrijven als om hergebruik ingeval van bedrijfsbeƫindiging.