7.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. natuur en landschapswaarde, w.o. een ecologische verbindingszone;
-
b. extensief recreatief medegebruik ;
-
c. één agrarisch bedrijf met bijbehorende bedrijfsgebouwen, w.o. kassen;
-
d. bedrijfswoning;
-
e. volkstuinen;
-
f. toegangswegen, fiets- en voetpaden;
-
g. tuinen en erven;
-
h. bruggen,dammen en/of duikers;
-
i. water;
met bijbehorende bouwwerken.
7.5 Specifieke afwijkingsregels
7.5.1 Standplaatsen voor kampeermiddelen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.1 voor het realiseren van maximaal 25 standplaatsen, per agrarisch bedrijf, voor kampeermiddelen, met dien verstande dat:
-
a. deze standplaatsen mogen alleen worden opgericht binnen het bouwperceel en aansluitend aan de bebouwing;
-
b. detailhandelsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan voor het ten verkoop aanbieden van producten van het betrokken bedrijf en/of producten uit de streek;
-
c. gebouw voor sanitaire voorzieningen, deze dient binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak te worden gebouwd;
-
d. het maximum oppervlak voor het gebouw voor sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 50 m2, de maximum goothoogte mag niet meer bedragen dan van 2,5 m en de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
-
e. kantine en/of horeca activiteiten zijn niet toegestaan;
-
f. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
-
g. het terrein dient te worden afgeschermd door middel van de aanleg van een beplantingsstrook met opgaande beplanting;
-
h. de exploitatie van de standplaatsen voor kampeermiddelen wordt beëindigd op het moment dat er niet langer sprake meer is van een agrarisch bedrijf.
7.5.2 Mantelzorg
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.1 onder d, voor het bieden van mantelzorg in de vorm van een afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. op het perceel al een woning aanwezig is;
-
c. er geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen mag plaatsvinden;
-
d. per woning maximaal één afwijking ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
-
e. inwoning plaatsvindt bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben;
-
f. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoners of ander bewoners onredelijk bezwarend is;
-
g. het oppervlak voor mantelzorg maximaal 75 m2 mag bedragen;
-
h. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
-
i. een indicatie door of vanwege de gemeente moet zijn afgegeven;
-
j. binnen drie maanden na beëindiging van de mantelzorg dient de afhankelijke woonruimte ongedaan te worden gemaakt voor bewoning.
7.5.3 Aan huis verbonden beroep of bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.1 onder d, voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, met dien verstande dat:
-
a. er mag niet meer dan 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning, inclusief bijgebouwen worden gebruikt, met een maximum van:
- 45 m2 bij bouwpercelen tot 750 m2;
- 60 m2 bij bouwpercelen van 750 m2 tot 1500 m2;
- 75 m2 bij bouwpercelen groter dan 1500 m2;
-
b. verkeersaantrekkende activiteiten niet zijn toegestaan;
-
c. er geen detailhandel mag plaatsvinden, met uitzondering van ondergeschikte activiteiten die verband houden met de bedrijfsuitoefening;
-
d. het uitoefenen van bedrijvigheid die vergunnings- of meldingsplichtig is, op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, niet is toegestaan, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet zal aantasten;
-
e. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
-
f. reclameborden niet groter mogen zijn dan 0,5 m2, met de langste zijde maximaal 1 m;
-
g. verlichte reclameborden niet zijn toegestaan.
7.5.4 Erfafscheidingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.4.3 onder b, voor het realiseren van erfafscheidingen, met dien verstande dat:
-
a. de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 3 m;
-
b. deze afwijking uitsluitend mag worden verleend voor erfafscheidingen langs de openbare weg;
-
c. er nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de uiterlijke verschijningsvorm.
7.5.5 Teeltondersteunend glas bij agrarische bedrijven
Gedeputeerde staten zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.3.1 voor het vergroten van de oppervlakte teeltondersteunend glas bij agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
-
a. per agrarisch bedrijf, met een bouwvlak van tenminste 1 ha, het maximum oppervlakte teeltondersteunend glas niet meer mag bedragen dan 4.000 m2;
-
b. de economische noodzaak dient, door middel van een bedrijfsplan, te worden aangetoond;
-
c. er voldoende open water wordt aangelegd als compensatie voor het toenemen van het verhard oppervlak.
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.7.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, voor zover geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. dempen, graven, vergroten of herprofileren van sloten of waterpartijen;
-
b. aanleg van dammen, dijken of andere taluds, of het vergraven, of ontgraven van bestaande dammen, dijken of taluds;
-
c. ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
-
d. het vellen of rooien van houtgewas en/of rietgewas;
-
e. het scheuren van grasland anders dan voor graslandverbetering;
-
f. het aanleggen of verharden van wegen, wandel- en fietspaden of andere oppervlakteverhardingen.
-
g. het uitvoeren van werken ten behoeve van het extensief dagrecreatief mede-gebruik;
7.7.2 uitzondering
Het in lid 7.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan;
-
d. uitgevoerd worden binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlak.
7.7.3 toetsingscriteria
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien - mede gelet op een door de aanvrager op te stellen (inrichtings)plan - kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
-
a. het belang dat met de ingreep is gediend;
-
b. de belangen van het landschap, natuur en cultuurhistorie, zoals deze voor het betrokken gebied gelden;
-
c. het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuishoudkundige doelstellingen van het betrokken gebied;
-
d. de waterbeheerder(s) schriftelijk advies hebben uitgebracht betreffende de voorgenomen werkzaamheden;
waarbij de in de onderstaande tabel opgenomen milieuthema's en aandachtspunten bij de beoordeling dienen te worden betrokken:
Werken/ werkzaamheden
|
Relevante milieuthema's
|
aandachtspunten
|
Lid 7.7.1, a en b
|
Verspreiding Verstoring Verdroging
|
Natuurwaarden (flora en fauna) Kweldruk Ontwatering Piekafvoer Bodemkundige gesteldheid (vooral bij venige en moerige bodems) Water- en onderwaterbodemvervuiling Landschappelijk patroon Specifieke aardkundige en/of cultuurhistorische waarden
|
Lid 7.7.1, c
|
Verstoring
|
Landschapselementen (beplanting) Ontwatering Geomorfologisch patroon Bodemgesteldheid (vooral bij venige en moerige bodems) Natuurwaarden (flora en fauna) Specifieke aardkundige en/of cultuurhistorische waarden
|
Lid 7.7.1, d
|
Verstoring
|
Natuurwaarden (flora en fauna) Openheid Specifieke cultuurhistorische waarden Bodemkundige ingrepen Natuurwaarden (flora en fauna) Ontwatering
|
Lid 7.7.1, e en f
|
Vermesting Verspreiding Verstoring
|
Natuurwaarden (flora en fauna) Water- of onderwaterbodemvervuiling Bodemkundige ingrepen
|
Lid 7.7.1, e en f
|
Verstoring Verdroging
|
Natuurwaarden (flora en fauna) Ontwatering Bodemkundige gesteldheid Specifieke aardkundige en/of cultuurhistorische waarden
|
7.8 Specifieke wijzigingsregels
7.8.1 Wijziging vorm en afmeting van agrarisch bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn, op grond van artikel 3.6.1. Wro, bevoegd het op de verbeelding aangegeven agrarisch bouwvlak te wijzigen qua vorm en/of afmeting, indien bij een definitieve verkaveling en/of bouwplan blijkt, dat de wijziging van de vorm en/of afmeting in het belang is voor een juiste verwerkelijking van het plan, met dien verstande dat:
-
a. de totale oppervlakte met niet meer dan 10% mag worden vergroot;
-
b. er een verkennend archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.
7.8.2 Wijziging bouwvlak t.b.v. teeltondersteundend glas
Burgemeester en wethouders zijn, op grond van artikel 3.6.1 Wro, bevoegd het op de verbeelding aangegeven bouwvlak te wijzigen ten behoeve van het realiseren van de in lid 7.5.5 aangegeven oppervlakte teeltondersteunend glas, met dien verstande dat:
-
a. de economische noodzaak, door middel van een bedrijfsplan, dient te worden aangetoond;
-
b. er door gedeputeerde staten afwijking is verleend voor het realiseren van het aangegeven oppervlakte teeltondersteunend glas en/of oppervlakte glastuinbouw.
-
c. er voldoende open water wordt aangelegd als compensatie voor het toenemen van het verhard oppervlak;
-
d. er verkennend archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.
7.8.3 Ruimte voor ruimte regeling
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, ter compensatie van storende bebouwing of functies buiten het bestaand bebouwd gebied, het plan te wijzigen in dié zin dat de bestemming 'Natuur', uitsluitend voorzover op de kaart voorzien van een bouwvlak, wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits:
-
a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 14 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
b. het bouwvlak ten behoeve van het agrarisch bedrijf van de verbeelding wordt verwijderd;
-
c. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
d. compenserende woningbouw bij voorkeur plaatsvindt aan de rand van bestaand bebouwd gebied, als dit niet mogelijk is kan compenserende woningbouw ook plaatsvinden op de saneringslocatie;
-
e. voldaan wordt aan de criteria van de Beleidsregel Ruimte voor ruimte Noord-Holland zoals opgenomen in bijlage 2 bij de toelichting;
-
f. er middels een beeldkwaliteitsplan is aangetoond dat er sprake is van een verbetering van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit;
-
g. is aangetoond dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de geomorfologische, cultuurhistorische en archeologische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
h. de geluidsbelasting van nieuwe geluidgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde, of een verkregen hogere waarde;
-
i. de wijziging gemotiveerd wordt ten aanzien van het aspect externe veiligheid.