direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Nieuwenhoorn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPNieuwenhoorn2012-vg01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten die niet vergunningplichtig c.q. meldingsplichtig zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B1': bedrijven tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (bijlage 1), alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen;
  • c. kantoren ondergeschikt aan de bedrijfsvoering van ten hoogste 250 m²;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': ten hoogste één bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 6': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd:

aanduiding   SBI-code   bedrijfsactiviteit  
specifieke vorm van bedrijf - 1   6021.00   transportbedrijf (b.o.>1.000 m2)  
specifieke vorm van bedrijf - 2   9002.01   milieustation  
specifieke vorm van bedrijf - 3   5157   groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen (b.o.>1.000 m2)  
specifieke vorm van bedrijf - 4   45   Aannemersbedrijf (b.o. tussen 1.000 m2 en 2.000 m2)  
specifieke vorm van bedrijf - 5   2051.01   vervaardigen overige producten van hout (p.o.<200 m2)  
specifieke vorm van bedrijf - 6   4533.01   installatie van sanitair (met spuiterij)  

  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, water en toegangswegen.

Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:

  • g. bedrijfsgebouwen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. gebouwen en bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut;

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden die zijn voorzien van een bouwvlak, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbaar nut;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de goothoogte plus 5 m;
  • d. het bebouwingspercentage bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 6 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 m mogen bedragen;
  • b. antennes en antennemasten, ongeacht of deze op een gebouw zijn geplaatst, waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen.

4.2.3 Bouwwerken van openbaar nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van openbaar nut gelden de volgende bepalingen: 

  • a. de inhoud van bouwwerken mag maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.2.2 voor het realiseren van lichtmasten hoger dan 6 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn niet toegestaan;
  • c. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • d. detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan;
  • e. ter plaatse van onbebouwde gronden buiten het bouwvlak is opslag van goederen toegestaan tot een hoogte van 3 m.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in een categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1);
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), zoals in lid 4.1 genoemd;
  • c. met dien verstande dat Bevi-inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.