direct naar inhoud van 4.7 Waterhuishouding
Plan: De Vesting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPDeVesting2011-VG01

4.7 Waterhuishouding

Huidige waterhuishouding

Waterkering

Het plangebied wordt aan de noordwest-, noord- en oostkant begrensd door de primaire waterkering van het Haringvliet. De waterkering wordt gevormd door de west- en oostbeer en de tussenliggende vestingwallen (ten noorden van de beren). De waterkering bestaat uit een kernzone van circa 65 m breed en een beschermingszone van circa 30 m breed aan weerszijden van de kernzone. Een deel van de vestinggracht en een deel van de bebouwing vallen binnen de waterkering. De rest van het plangebied ligt buitendijks. De exacte ligging van de waterkering is op de plankaart aangegeven met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.

In de Vesting vindt momenteel een dijkversterkingsproject van het waterschap plaats. De gemeente is hier nauw bij betrokken. De precieze uitwerking en de ruimtelijke consequenties zijn nog niet bekend. Indien nodig wordt het bestemmingsplan in de toekomst op dit punt gewijzigd.

Oppervlaktewatersysteem

Het oppervlaktewatersysteem van het plangebied bestaat uit een vestinggracht en een buitendijkse haven. De haven bestaat uit twee delen: de Haven (tussen het Haringvliet en de brug) en Het Groote Dok (ten noorden van de brug). De haven staat in directe verbinding met het Haringvliet. De waterstand op het Haringvliet is afhankelijk van het getij en van de afvoer van de Rijn en de Maas en van op- en afwaaiing. De gemiddelde laagwaterstand is +0,39 m NAP, de gemiddelde hoogwaterstand is +0,67 m NAP (bron: Rijkswaterstaat, waternormalen).

De vestinggracht bestaat uit drie verschillende peilvakken. Het zuidoostelijke peilvak ('het Land van Paling') , tussen de Oostkade en de Oostbeer, heeft een streefpeil van +0,25 m NAP. Het noordelijke vak, tussen de West- en de Oostbeer, heeft een streefpeil van -0,5 m NAP. Het zuidwestelijke peilvak ('de Zoute Kom'), tussen de Westkade en de Westbeer, staat in directe verbinding met het Haringvliet. De waterstand beweegt hier mee met de waterstand van het Haringvliet. Het zuidoostelijke en noordelijke peilvak maken deel uit van het stedelijke watersysteem. Ter plaatse van de Oostkade wordt water vanuit het Haringvliet de vestinggracht ingelaten waardoor de vestinggracht op peil blijft en het achterland van water wordt voorzien. Ter hoogte van de Gorslaan bevindt zich de inlaat van het stedelijke watersysteem van Hellevoetsluis-West. Het noordelijke en het zuidwestelijke peilvak staan niet met elkaar in verbinding, de hevel over de Westbeer is buiten werking.

Waterkwaliteit

Het water in de haven en de vestinggracht is zoet rivierwater (Haringvliet). In de vestinggracht vindt oplading van het water met voedingsstoffen en chloride plaats; vermoedelijk als gevolg van (onder andere) kwel.

Grondwater

De gemeente heeft in 2011 een verkennend grondwateronderzoek voor de gehele gemeente laten uitvoeren ('Systeemanalyse grondwater en grondwatermeetnet Hellevoetsluis', april 2011). Het onderzoek bestond uit een analyse van bekende gegevens over de ondergrond en een bevolkingsenquête naar de ervaringen met (grond)wateroverlast. Uit het onderzoek komt naar voren dat het oostelijke deel van de Vesting in een potentieel risicogebied voor grondwaterproblemen valt. Het betreft een gebied met bebouwing ouder dan 1950 die gefundeerd zijn op staal, waarbij de draagkracht van de ondergrond mede wordt bepaald door een (hoge) grondwaterstand. Wanneer de grondwaterstand hier daalt, kunnen er ongelijke zettingen optreden. Uit de enquête komt een klein aantal klachten naar voren die toegeschreven wordt aan een te hoge grondwaterstand. Het gaat om klachten over natte kruipruimtes, kelders, tuinen en eenmaal over een natte begane grond.

Riolering

Het rioleringssysteem binnen de Vesting bestaat uit meerdere bemalingsgebieden met elk zijn eigen kenmerken.

Het westelijke deel van de Vesting is ter hoogte van de Haerlemmerstraat rioleringstechnisch opgedeeld in een noordelijk en zuidelijk gedeelte. Het noordelijke deel is een verbeterd gescheiden stelsel, waarbij het afvalwater en een gedeelte van het regenwater middels een rioolgemaal via een persleiding worden afgevoerd tot buiten de Vesting. Bij hevige regen stort het niet verpompte gedeelte van het regenwater, via twee hemelwateroverstorten, over op Het Groote Dok. Het zuidelijke gedeelte is een gemengd stelsel, waarbij afvalwater en regenwater in één stelsel worden ingezameld en door een gemaal afgevoerd. Het gemaal voert via een persleiding af op de centrale persleiding in het oostelijke deel van de Vesting. Bij hevige regen stort de riolering via een overstort over op de Haaven.

De oostzijde van de Vesting is verdeeld in drie bemalingsgebieden: Vesting Oost, Oostkade en Gemeentehuis. De drie gebieden hebben alle een gemengd stelsel en lozen het afvalwater, vermengd met regenwater via een eigen gemaal op de centrale persleiding door de Vesting. Deze persleiding loost vervolgens op het gemengde stelsel net ten noorden van de Vesting. Bij hevige regen stort de riolering via een overstort over op het zuidoostelijke peilvak van de vestinggracht ('het Land van Paling').

Beheer en onderhoud

Het waterschap Hollandse Delta is beheerder van de waterkering, is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en –kwantiteit in de vestinggracht en is beheerder van de afvalwaterzuivering.

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in de haven (Haaven / Het Groote Dok).

De gemeente is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit in de haven en is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de riolering. Daarnaast is de gemeente belast met het reguliere onderhoud van de vestinggracht en de haven (schonen/maaien, onderhoud beschoeiing en kades, drijfvuil verwijderen).

Aandachtspunten

  • Het bestemmingsplangebied ligt buitendijks en is daarom niet automatisch beschermd tegen overstroming.
  • De aanwezigheid van de waterkering leidt tot gebruiksbeperkingen binnen het plangebied. Binnen de begrenzing van de waterkering is de Keur van het waterschap Hollandse Delta van toepassing. Algemeen geldt dat handelingen in, op- of aan de waterkering verboden zijn tenzij daarvoor door het waterschap een watervergunning is afgegeven. De verbodsbepalingen gelden voor het gebied dat op de plankaart is aangegeven met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
  • De waterkwaliteit van zowel de haven als de vestinggracht kan op termijn veranderen als gevolg van een ander beheer van de Haringvlietsluizen. Wanneer de Haringvlietsluizen op een 'kier' worden gezet (Kierbesluit; zie paragraaf 3.1.) komt de Vesting in het overgangsgebied tussen zoet rivierwater en zout zeewater te liggen. Door de instroom van zeewater tijdens vloed ontstaat op de bodem van het Haringvliet een 'tong' van brak water die tot of voorbij Hellevoetsluis reikt. De bovenlaag van het water blijft waarschijnlijk gemiddeld genomen zoet maar periodiek kan sprake zijn van verhoging van het zoutgehalte in de bovenlaag. De gevolgen van dit hogere zoutgehalte voor de functies en activiteiten in de haven zijn naar verwachting nihil. De gevolgen voor de vestinggracht en het achterland kunnen groot zijn. De doorvoer van water door de vestinggracht naar het achterland zal bij een te hoog zoutgehalte stopgezet moeten worden. Het achterland moet dan via een andere aanvoerroute van zoet water worden voorzien. Het waterbeheer van de vestinggracht zal zodanig moeten worden aangepast dat doorspoeling mogelijk blijft en het zoutgehalte kan worden beïnvloed ten gunste van het gewenste ecosysteem. Er is nog niet bepaald wat in de nieuwe situatie het gewenste ecosysteem is. Wel is in de gemeentelijke watervisie aangegeven dat de ambitie is om het oorspronkelijke brak/zout-karakter van de vestinggracht te herstellen.
  • Het effect van de 'kier' op de waterstand in de haven is naar verwachting gering: de gemiddelde hoogwaterstand op het Haringvliet gaat 2 cm omlaag, de gemiddelde laagwaterstand gaat 3 cm omlaag (bron: rapport Rijkswaterstaat 'MER Beheer Haringvlietsluizen' en rapport ministerie V&W en LNV 'Haringvlietsluizen op een kier').

Invloed van het plan op de waterhuishouding en de waterkering

Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen die niet eerder onderbouwd zijn en heeft dan ook geen invloed op het watersysteem, de waterveiligheid en de waterkwaliteit binnen het plangebied. De ontwikkeling van de Hoofdwachtstraat is apart onderbouwd en opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan.

Wateropgaven en -ambities

  • Binnen de begrenzing van de waterkering is de Keur van het waterschap Hollandse Delta van toepassing. Algemeen geldt dat voor handelingen in, op- of aan de waterkering een vergunning (watervergunning) van het waterschap nodig is.
  • Om de waterkwaliteit en -kwantiteit van het Haringvliet op orde te houden, is het van belang dat er niet te veel water wordt geloosd en dat dit water van goede kwaliteit is. In dit kader gelden voor zowel het bestaande gebruik als voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorkeursvolgorden voor het beheer van het oppervlaktewater. De voorkeursvolgorde voor waterkwaliteit is schoonhouden-scheiden-zuiveren, die van waterkwantiteit is vasthouden-bergen-afvoeren.
  • Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (> 250 m²) in de Vesting waarbij het hemelwater via het gemengde rioolstelsel wordt afgevoerd, dient watercompensatie plaats te vinden in het binnendijkse gebied.
  • Bij nieuwbouw dienen afvalwater en hemelwater binnen de perceelgrens gescheiden te blijven en gescheiden te worden aangeboden aan de gemeente. De gemeente onderzoekt per plan de mogelijkheden om de waterstromen gescheiden af te voeren. De afvoer van schoon hemelwater naar de haven of het Haringvliet middels een hemelwaterstelsel heeft daarbij de voorkeur (mits doelmatig).
  • Rioleringsplannen en kansen op korte termijn: het zuidelijke gedeelte van Vesting-West (Westkade, Molenstraat en Hoofdwachtstraat) kent een gemengd stelsel, waarbij afvalwater en hemelwater in één stelsel worden ingezameld. De ouderdom en de technische staat van het stelsel en het gemaal, de aanwezigheid van een riooloverstort en de bouwplannen in de Molenstraat geven aanleiding om plannen te ontwikkelen om het stelsel te vervangen door een verbeterd gescheiden stelsel.
  • De gemeentelijke waterambitie, zoals verwoord in de Watervisie 2030, voor de Vesting is: herstel/waarborgen van het gebiedeigen brak/zout karakter van de vestinggrachten met waarborg voor doorspoelen. Deze ambitie hangt direct samen met het Kierbesluit. Aandachtspunten bij de ambitie zijn de doorspoelbaarheid c.q. waterkwaliteit en de gevolgen voor de hengelsport (verandering visstand). Deze aspecten dienen nader te worden onderzocht en besproken met belanghebbenden voordat een besluit over het toekomstige beheer van de vestinggracht kan worden genomen.

Watertoetsprocedure

In het kader van de watertoetsprocedure (Bro artikel 3.1.6 lid 1 onder b) is de concept-waterparagraaf voor een informele ambtelijke toetsing voorgelegd aan de waterbeheerders, waterschap Hollandse Delta en Rijkswaterstaat. In het kader van het wettelijk vooroverleg (Bro artikel 3.1.1 lid 1) worden de waterbeheerders ook om een formele reactie op het voorontwerp gevraagd. De wateradviezen die hieruit volgen worden meegenomen in het ontwerp bestemmingsplan.