Plan: | De Vesting |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPDeVesting2011-VG01 |
Toetsingskader
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Onderzoek
Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk waarvoor de bodemkwaliteit onderzocht moet worden, anders dan de reeds in gang gezette ontwikkelingen. Bodemonderzoek is dan ook niet nodig.
Conclusie
Het aspect bodemkwaliteit staat de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg. Er treden geen relevante negatieve effecten op het gebied van bodemkwaliteit.