Plan: | De Vesting |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPDeVesting2011-VG01 |
Toetsingskader
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gekoppeld aan een mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgesteld met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).
In het plangebied zijn verschillende functies aanwezig. In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen en functiemenging in enige mate gewenst is, wordt gebruikgemaakt van de SvB 'functiemenging'. Bij deze lijst wordt per bedrijfsactiviteit bekeken in welke mate deze direct naast woningen toelaatbaar is. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' wordt verwezen naar bijlage 1.
Onderzoek
Gebiedstypering
In het plangebied wordt gewoond, maar zijn ook diverse andere functies aanwezig zoals detailhandel, maatschappelijke en culturele voorzieningen, enzovoorts. Het gebied heeft daarbij ook een toeristisch-recreatief karakter. Grote en hinderlijke bedrijven zijn niet gewenst. Om de ruimte zoveel mogelijk doelmatig te benutten, is daarom enige mate van functiemenging wel wenselijk. Binnen het plangebied worden daarom op de percelen die bestemd zijn voor bedrijvigheid, bedrijven uit milieucategorie B1 algemeen toelaatbaar geacht. Het gaat dan om bedrijven die direct naast woningen toelaatbaar zijn en zodanig weinig milieubelastend, dat de eisen uit het Bouwbesluit voldoende zijn om relevante milieuhinder te voorkomen.
De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. In deze Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn alleen bedrijven opgenomen die in principe op enige wijze geschikt zijn voor aanwezigheid binnen een gebied met functiemenging. De zwaardere bedrijven die in het algemeen niet geschikt zijn voor functiemenging (zoals bijvoorbeeld een staalbedrijf of een grote drukkerij) komen dan ook niet in deze Staat van Bedrijfsactiviteiten voor.
De bedrijfsactiviteiten op het droogdok en een bedrijf aan de Opzoomerlaan zijn niet algemeen toelaatbaar omdat deze bedrijfsactiviteiten in het algemeen zwaarder zijn van aard. Omdat het bestaande bedrijven betreft wordt voor deze activiteiten een specifieke bedrijfsbestemming of aanduiding opgenomen. Daarmee kunnen deze activiteiten worden gecontinueerd, naast de activiteiten die op grond van de algemene toelaatbaarheid zijn toegestaan. Opgemerkt wordt dat er ter plaatse van het bedrijf aan de Opzoomerlaan een wijzigingsbevoegdheid naar Wonen is opgenomen. Zodra de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd kunnen burgemeester en wethouders de bestemming wijzigen naar Wonen wat beter in de omgeving past.
Tabel 4.1 Bedrijven in het plangebied
adres | bedrijf | SBI-code(1993) |
categorie SvB functiemenging |
bestemming en aanduiding |
Molenstraat ong. | Opslag materialen | 52109 | - | B (op) |
Molenstraat 2 | Opslag | 52109 | - | B |
Industriehaven 50 | Droogdok Jan Blanken | 3513 | - - | CO (sco-dd) |
Opzoomerlaan 1 | Marco Warmte bv. | 453 | B1 | B |
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt door de milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.
Toetsingskader
Bij de aanwezigheid van horecavoorzieningen is het van belang dat ter plaatse van woningen een goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd en dat horecavoorzieningen op een gewenste locatie hun bedrijf kunnen uitoefenen. Hellevoetsluis maakt voor de indeling en toelaatbaarheid van horeca binnen het plangebied. gebruik van een indeling in 4 horecacategorieën (zie artikel 1 Begrippen van de planregels).
De indeling in categorieën in het onderhavige bestemmingsplan is een andere dan is opgenomen in het Horecavestigingsbeleid 2011. In het nieuwe bestemmingsplan is gekozen voor een indeling in 4 categorieën. Deze indeling komt op basis van de begripsomschrijving overeen met de begripsomschrijving Horeca in het bestemmingsplan Vesting van 1989. Dit betekent dat de planologisch-juridische mogelijkheden ongewijzigd blijven. Voor wat betreft de panden aan de Kerkstraat 2, 4, 6 en 8, deze hebben in het onderhavige bestemmingsplan de bestemming 'Centrum' met de specifieke aanduiding h=3: Horeca t/m de categorie 3, verkregen. De gebruiksmogelijkheden als zijn hiermee ongewijzigd gebleven. De indeling van Horeca categorieën 1 t/m 4 is opgenomen in artikel 1 van de regels. In het oude bestemmingsplan was er sprake van één begripsomschrijving die dezelfde mogelijkheden bood als de categorieën 1 t/m 3 van het nieuwe plan.
Onderzoek
In het plangebied De Vesting bevinden zich verscheidene horecavoorzieningen en wordt de concentratie van horeca ook wenselijk geacht, gelet op de toeristisch-recreatieve functie van het plangebied. Een overzicht van de aanwezige horecavestigingen is opgenomen in hoofdstuk 2. In het bestemmingsplan zijn horeca-activiteiten uit categorie 1 (ijssalon etc) en 3 (restaurant, hotel) algemeen toegestaan ter plaatse van locaties waar nu horeca is gevestigd. Daar waar nu reeds een vestiging in categorie 2 aanwezig is (café), is deze specifiek toegestaan middels een aanduiding op de verbeelding. Op deze manier worden horecabedrijven die mogelijk overlast kunnen veroorzaken (zoals een café) niet algemeen toegestaan ter plaatse van een locatie waar nu bijvoorbeeld een restaurant gevestigd is. In het plangebied is tevens een horecavestiging in categorie 4 aanwezig (dancing) welke reeds in strijd was met vorige bestemmingsplan. Het is niet wenselijk om deze vestiging nu wel positief te bestemmen. Voor de exploitant wordt een persoonsgebonden overgangsbepaling opgenomen. Dit houdt concreet in dat indien de huidige exploitant de activiteiten niet langer uitoefent, een dergelijke activiteit niet langer is toegestaan.
Naast de huidige locaties biedt het bestemmingsplan voor horeca op enkele locaties waar dit nu nog niet voorkomt. Het betreft locaties (in het centrumgebied in de nabijheid van de brug tussen het westelijk en oostelijk deel) zoals aangegeven in de Visie 'De Vesting voltooid'. Het betreft horeca in categorie 1 en 3 die uitstekend passen binnen het gemengde en toeristische karakter van de vesting. Ook bestaande bedrijven in categorie 2 blijven toegestaan.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt door in het algemeen horeca in categorie 1 en 3 toe te staan op de huidige horecalocaties zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij woningen. Door het specifiek toestaan van de bestaande bedrijven in categorie 2 (door middel van een aanduiding op de verbeelding) worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd. Voor het literair café aan de Westzanddijk wordt een horecavoorziening toegestaan. Het betreft hier een ondersteunende horecafunctie.