14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. water waaronder een vaarweg begrepen;
-
b. waterberging;
-
c. infiltratievoorzieningen;
-
d. waterhuishouding;
-
e. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische, natuur- en landschappelijke waarden;
-
f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen;
met daaraan ondergeschikt:
-
g. recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
-
h. waterhuishoudkundige doeleinden.
Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
-
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, dammen en duikers;
-
b. doeleinden van openbaar nut.
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
-
a. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
-
b. het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of toepassen van drainage;
-
c. het graven, dempen, verdiepen, ophogen, vergroten of anders aanpassen van waterwegen;
-
d. verwijderen van landschapselementen;
-
e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
14.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van artikel 14.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan en waarvoor omgevingsvergunning is verleend;
-
c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
-
d. bedoeld zijn onder artikel 14.3.1 onder c, d en e voor zover het een kleiner oppervlak betreft dan 100 m².
14.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De in artikel 14.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan, nadat het bevoegd gezag advies heeft ingewonnen bij een ecologie deskundige, slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur-, ecologische en/of landschappelijke waarden van de gronden.