Plan: | Hardinxveld-Giessendam, bebouwd gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0523.BP2016HGBEBOUWD-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Hardinxveld-Giessendam, bebouwd gebied' met identificatienummer NL.IMRO.0523.BP2016HGBEBOUWD-VG01 van de gemeente Hardinxveld- Giessendam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten door de bewoner van de woning;
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
woonruimte welke geen eigen toegang heeft en welke niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
het afwijken van de planregels, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c. van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw;
detailhandel uitgeoefend in open ruimtes zoals markten en standplaatsen;
gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige met een aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
de aan een gebied toegerekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het bieden van gelegenheid voor het spelen met gokkasten en spelletjesautomaten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage, dat de grootte van (een deel van) het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning of het hoofdgebouw;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een niet voor bewoning bestemd gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie;
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
de bouwlaag van een gebouw waarvan de vloer ter hoogte van het peil is gelegen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van zolder en onder de begane grondlaag gelegen gebouwdelen;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de buitenwerks gemeten totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
het in de open lucht opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders;
activiteiten met winstoogmerk;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals bijvoorbeeld een atelier, attractiepark, bioscoop, bowlingbaan, casino, congrescentrum, creativiteitscentrum, dansschool, dierentuin, evenementterrein, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, speeltuin en theater, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de (niet-detailhandel) functie waaraan zij wordt toegevoegd (productie, ambachtelijke en/of groothandelactiviteit) qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen;
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake flora- en fauna, natuur en landschap;
het al dan niet bebouwde perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en binnen het bestemmingsvlak, maar buiten het bouwvlak ligt;
een grondgebonden uitbouw van het hoofdgebouw van een woning gelegen in of vóór het verlengde van de voorste bouwgrens van het hoofdgebouw;
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak van maximaal 7 dagen, die in de openbare ruimte wordt gehouden;
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie;
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden;
een handel in veevoer, kunstmest en aanverwante producten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
de gemiddelde geluidsbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitdrukt in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder ;
de gemiddelde geluidsbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitdrukt in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
het plan dat de verdeling van de toegestane geluidsruimte bepaalt per deelgebied van de gezoneerde industrieterreinen “Langs de Merwede” en “Middengebied” zoals weergegeven in de bijlage van het Zonebeheerplan Langs de Merwede en Middengebied dat is opgenomen in bijlage 4 van de regels
geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wetgeluidhinder
een inrichting, waarbij op grond van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen geschakeld is met ten minste één hoofdgebouw op een aangrenzend bouwperceel;
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen dan wel aan instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn;
bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder niet begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegen anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waar vrijwel uitsluitend een elektronische transactie tot stand komt, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het op beperkte schaal voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren zonder economisch oogmerk;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf dat of instelling die in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander al dan niet in combinatie. In deze regels worden onder horecabedrijf uitsluitend de volgende specifieke vormen daarvan begrepen:
terrein, als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een ruimte, welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden met geen of slechts een ondergeschikte baliefunctie;
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, groenten, bloemen en/of planten;
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 5 kampeermiddelen binnen een bouwvlak en binnen de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
niet-openbare, kleinschalige recreatieve verblijfsactiviteiten voor steeds wisselend publiek in de vorm van logies en ontbijt, zoals Logeren bij de Boer, Bed & Breakfast. In de eigen woning (of bijgebouw) mogen niet meer dan 5 kamers (10 bedden) gerealiseerd worden. Onder kleinschalig logeren wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoengebonden werkzaamheden en/of arbeid;
het hoogste punt in het dwarsprofiel van de weg ten tijde van de aanleg van de weg, dan wel na reconstructie van de weg;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landschap;
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;
plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen;
de doorzet van LPG in m3 per jaar;
culturele, educatieve, medische (met uitzondering van een ziekenhuis), sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening. Onder maatschappelijke voorzieningen vallen in ieder geval: bibliotheken, peuterspeelzalen, kinderopvang, naschoolse opvang, zorginstellingen, scholen en verenigingsleven;
de grens van een maatvoeringsvlak;
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
een bedrijf dat op eigen terrein binnen en/of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d. van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarde;
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c. van de Wet ruimtelijke ordening;
het bouwen beneden het afgewerkte maaiveld;
voor verblijf geschikt, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, kampeermiddel en soortgelijk verblijfsmiddel, voor zover deze niet als bouwwerk is aan te merken;
het maaiveld zoals aanwezig voor een eventuele ophoging en/of egalisering van de gronden ten behoeve van de nieuwbouw, waarbij de eerste oorspronkelijke bodemlaag onder de opgebrachte zandlaag maatgevend is;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een wand;
een niet overdekte rijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten in de open lucht met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen, als dan niet voorzien van een omheining;
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij;
het houden van paarden en pony's ten behoeve van:
de situatie dat de burger of een groep van burgers – in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst – tenminste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning;
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen;
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de verblijfsrecreatie en gericht is op ontspanning en vrijetijdsbesteding, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
voorzieningen ter zake van recreatie, zoals sportterreinen, ijsbanen, sportverenigingen en daarmee naar de aard vergelijkbare voorzieningen, met bijbehorende kantinevoorzieningen uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit, verblijfsrecreatie uitgezonderd;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden dat of daarmee gelijk te stellen groep van personen die, het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt;
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt ieder geval begrepen (al dan niet in combinatie met elkaar):
het geheel of gedeeltelijk afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
een inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt;
een voorziening in de woonomgeving, die er op gericht is speel- en recreatiemogelijkheden buiten te bieden, gericht op de leeftijdscategorie tot 18 jaar;
voorzieningen ten behoeve van sport- en/of spelbeoefening alsmede ten behoeve van het geven van bewegingsonderwijs;
een als bijlage 1 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een als bijlage 2 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen (functiemenging);
een kampeermiddel dat mede gelet op de afmetingen en constructie, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen te worden voortbewogen;
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare voorzieningen, zoals:
een detailhandelsbedrijf voor de handel in voedings- en genotmiddelen (foodsector) en in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen;
een woning, die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiegebied verblijft, met dien verstande dat geen sprake mag zijn van permanente bewoning;
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt;
goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, welke als belangrijkste is aan te merken en waarvan het gebouw in hoofdzaak toegankelijk is;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
een agrarische bedrijfswoning die:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
een woning waarvan het hoofdgebouw losstaat van andere hoofdgebouwen;
het instrument zoals omschreven bijlage 5 van de regels;
een weg als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub b van de Wegenverkeerswet;
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
doorgaans een drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, voorzien van een betonnen (of metalen) casco met vierkante of rechthoekige opbouw. Het casco kan ook bestaan uit een van origine varend schip, waaronder begrepen een dekschuit of ponton, met daarop een gehele of gedeeltelijke opbouw, dat wordt gebruikt als of is bestemd voor (al dan niet permanent) woonverblijf;
een plan als bedoeld in artikel 164 van de Wet geluidhinder;
het model dat wordt ingezet ter bewaking van de voor de gezoneerde industrieterreinen geldende zonegrens;
een woning die gekoppeld is aan een zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s) met een zekere zorgbehoefte.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot die perceelsgrens op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens;
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. In geval van een lessenaarsdak is dit de hoogte aan de hoge zijde van het dak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. In het geval van een lessenaarsdak is dit de hoogte aan de lage zijde van het dak;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf het gemiddelde niveau van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van het gebouw;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke vorm van agrarisch - paardenhouderij | zijn de gronden tevens bestemd voor een paardenhouderij |
specifieke vorm van agrarisch - wilgenvlechterij | zijn de gronden tevens bestemd voor een wilgenvlechterij en hierbij behorende ondergeschikte productiegebonden detailhandel |
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 3.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Het burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder a. voor de bouw van veldschuren en schuilgelegenheden ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - solitaire bebouwing uitgesloten', mits:
Niet toegestaan is het hobbymatige houden van dieren op een afstand van minder dan 25 m ten opzichte van woningen van derden.
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
nevenfunctie | max. m2 bebouwing | max. m2 aan gronden |
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | 100 | |
ambachtelijke bewerking en opslag van agrarische producten | 200 | |
bed & breakfast/gastenverblijf in het hoofdgebouw | 100 | |
veearts/hoefsmederij/KI-station | 200 | |
theeschenkerij | 50 | 200 |
agrarische dagrecreatie, zoals rondleidingen, open dagen, educatie en demonstraties op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) | 100 | gehele bouwvlak |
kano-, roeiboot-, fluisterboot- of fietsenverhuur | 100 |
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning |
specifieke vorm van agrarisch - voormalige agrarische bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een voormalige agrarische bedrijfswoning |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een rijksmonument |
Binnen het bouwvlak is tevens een kleinschalige camping met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden, gelegen buiten het bouwvlak, gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden, gelegen binnen het bouwvlak, gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van (voormalige agrarische) bedrijfswoningen gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b. ten behoeve van het verhogen van het maximum bebouwingspercentage tot 100%, onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder h. ten behoeve van het oprichten van silo's tot een hoogte van 15 m, onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d. ten behoeve van het bouwen van ten hoogste één zelfstandige woonruimte voor een rustende boer in de bestaande bedrijfswoning, onder de voorwaarde dat vooraf vaststaat dat het een tijdelijke oplossing betreft die omkeerbaar is.
Per bouwvlak mag ten hoogste één agrarisch bedrijf worden gevestigd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het uitoefenen van ondergeschikte nevenactiviteiten in de bestaande bijgebouwen, naast de agrarische bedrijfsfunctie waarbij de functies zijn toegestaan als genoemd in de navolgende tabel.
1 | loonbedrijf; | ||
2 | foeragehandel; | ||
3 | sierviskwekerij; | ||
4 | dierenartsenpraktijk; | ||
5 | recreatief nachtverblijf (recreatieappartementen of bed & breakfast) buiten het hoofdverblijf, in een ander gebouw binnen het agrarisch bedrijfscentra; | ||
6 | kampeerboerderij; | ||
7 | overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen tentoonstellingsruimte, museum en sauna; | ||
8 | extensieve poldersport en boerengolf op omliggende weilanden mits niet begrensd als natuurgebied; | ||
9 | educatie en voorlichting; | ||
10 | zorgboerderij met dagverblijf; | ||
11 | (para)medische dienstverlening, zoals een privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk; | ||
12 | commerciële dienstverlening, zoals een computerservicebedrijf, een geluidsstudio of verhuur vergader- of workshopruimte; | ||
13 | overige ambachtelijke bedrijven, voor zover deze werkzaamheden vallen onder de milieucategorieën 1 en 2 en verkeerscategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; | ||
14 | kinderopvang; | ||
15 | detailhandel in zelfgemaakte, bewerkte, gekweekte of geteelde producten en detailhandel in agrarische streekproducten zoals bij een landwinkel, alsmede detailhandel in antiek en curiosa; | ||
16 | gebruiksgerichte paardenhouderij; | ||
17 | kleinschalige camping met een standplaats voor ten hoogste 25 kampeermiddelen met de daarbij behorende voorzieningen; | ||
18 | andere niet agrarische activiteiten die naar aard en omvang gelijk te schakelen zijn aan de activiteiten genoemd onder 1 tot en met 17 en beperkt worden tot de categorieën 1 en 2 van verkeerscategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of categorie 3 indien de activiteit qua aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; |
Met dien verstande dat:
daarbij geldt dat de oppervlakte van de bedrijfsbebouwing niet mag worden vergroot en mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van een mest- of waterbassin buiten het bouwvlak, onder de voorwaarde dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken en/of werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het in lid 4.6.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in dit artikel bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen:
Met betrekking tot de beoordeling van de toelaatbaarheid van werkzaamheden als bedoeld in lid 4.6.3 van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een landschapsdeskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Met betrekking tot de uitbreiding van agrarische bedrijfscentra als bedoeld onder a., wordt uitsluitend medewerking verleend, indien:
Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen burgemeester en wethouders met betrekking tot de noodzaak/doelmatigheid schriftelijk advies in bij een agrarisch deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij algehele bedrijfsbeëindiging van agrarische bedrijven de bestemming van de gronden gelegen binnen het bouwvlak te wijzigen, waarbij het daadwerkelijk als bedrijfsperceel in gebruik zijnde deel van de bestemming mag worden gewijzigd conform onderstaande tabel waarbij de oppervlakte van het bouwvlak wordt afgestemd op de gewenste/noodzakelijke bedrijfsomvang.
1 | foeragehandel; | ||
2 | sierviskwekerij; | ||
3 | dierenartspraktijk; | ||
4 | kampeerboerderij; | ||
5 | overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen, bezoekerscentrum, tentoonstellingsruimte, museum en sauna; | ||
6 | educatie en voorlichting; | ||
7 | zorgboerderij met nachtverblijf; | ||
8 | (para)medische dienstverlening, zoals een privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk; | ||
9 | commerciële dienstverlening, zoals een computerservicebedrijf, een geluidsstudio of verhuur vergader- of workshopruimte; | ||
10 | overige ambachtelijke bedrijven, voor zover deze werkzaamheden vallen onder de milieucategorieën 1 en 2 en verkeerscategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; | ||
11 | kinderopvang; | ||
12 | gebruiksgerichte paardenhouderij; | ||
13 | veehandelsbedrijf; | ||
14 | recreatief nachtverblijf buiten het hoofdverblijf in een ander gebouw binnen het agrarisch bouwvlak; | ||
15 | extensieve agrarische dagrecreatie, zoals boerengolf, agrarische kinderfeestjes, kinderboerderij en excursies; | ||
16 | paarden-, kano-, roeiboot-, fluisterboot- of fietsenverhuur; | ||
17 | bewerking en opslag van agrarische producten; | ||
18 | hoefsmederij; | ||
19 | kleinschalige ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, zoals slachterij, vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij en rieten vlechtwerk, voor zover deze werkzaamheden vallen onder de milieucategorieën 1 en 2 en verkeerscategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; | ||
20 | opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet agrarische goederen die geen risico's voor de omgeving opleveren, alsmede opslag voor internetverkoop; | ||
21 | theeschenkerij; | ||
22 | andere niet agrarische activiteiten die naar aard en omvang gelijk te schakelen zijn aan de activiteiten genoemd onder 1 tot en met 21 en beperkt worden tot de categorieën 1 en 2 van verkeerscategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of categorie 3 indien de activiteit qua aard en schaal gelijk is te stellen aan categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van een agrarisch bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen, onder de voorwaarde dat:
De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
bedrijf tot en met categorie 3.2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die niet genoemd zijn tot en met categorie 3.2, doch welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn |
constructiewerkplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor een constructiewerkplaats |
gemaal | zijn de gronden tevens bestemd voor een gemaal |
hoveniersbedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een hoveniersbedrijf |
kantoren | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de verdieping |
nutsvoorzieningen | zijn de gronden tevens bestemd voor nutsvoorzieningen |
parkeerterrein | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een parkeerterrein |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
specifieke vorm van bedrijf - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 41, 42 en 43 uit ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 162 uit ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 3 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 2561 en 3311.5 uit ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 4 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 151 en 331.1 uit ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 5 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 27, 28 en 33 uit ten hoogste milieucategorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - 6 | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfsactiviteit met de SBI-code 162.1 uit ten hoogste milieucategorie 3.1 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten |
specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een aannemersbedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - autoreparatiebedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een autoreparatiebedrijf |
specifieke vorm van bedrijf - gasdrukmeet- en regelstation | zijn de gronden tevens bestemd voor een gasdrukmeet- en regelstation |
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in ijzer- en staalschroot | zijn de gronden tevens bestemd voor een groothandel in ijzer- en staalschroot |
specifieke vorm van bedrijf - smederij | zijn de gronden tevens bestemd voor een smederij |
specifieke vorm van bedrijf - telecommunicatie | zijn de gronden tevens bestemd voor telecommunicatievoorzieningen |
specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een timmerbedrijf uit ten hoogste milieucategorie 3.1 |
specifieke vorm van water - trailerhelling | zijn de gronden tevens bestemd voor een trailerhelling |
waterzuiveringsinstallatie | zijn de gronden tevens bestemd voor een waterzuiveringsinstallatie |
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen, waaronder mede wordt verstaan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep |
zend-/ontvangstinstallatie | zijn de gronden tevens bestemd voor een zend-/ontvangstinstallatie |
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; die hetzij in de zijdelingse perceelsgrens, hetzij binnen een afstand van 3 m daarvan worden gebouwd, teneinde te voorkomen dat die gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, onevenredige beschaduwing teweeg brengen naar aangrenzende gronden, of het doorzicht naar het gebied "De Blauwe Zoom" belemmeren.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 1' met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 5.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 5.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die behoren tot het reguliere onderhoud.
Een vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 wordt uitsluitend verleend indien de waterhuishouding niet negatief wordt beïnvloed.
Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 advies in bij Waterschap Rivierenland.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder a. voor het vestigen van een bedrijf van één categorie hoger dan ter plaatse als recht is toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.6.1 onder b., mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de bestemming "Bedrijf" en wordt gewijzigd in de bestemming "Wonen" met een bouwvlak in combinatie met de bestemming “Tuin” en/of “Verkeer - Verblijf”, mits:
De voor Bedrijf - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
specifieke vorm van bedrijf - drinkwatersuppletiestation | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een drinkwatersuppletiestation uit ten hoogste milieucategorie 2 |
specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een garagebedrijf uit ten hoogste milieucategorie 3.1, waarbij tevens ondergeschikte detailhandel ten dienste van de bestemming is toegestaan |
specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een timmerbedrijf uit ten hoogste milieucategorie 3.1 |
specifieke vorm van detailhandel - rijwielen | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel in rijwielen |
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; die hetzij in de zijdelingse perceelsgrens, hetzij binnen een afstand van 3 m daarvan worden gebouwd, teneinde te voorkomen dat die gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, onevenredige beschaduwing teweeg brengen naar aangrenzende gronden, of het doorzicht naar het gebied "De Blauwe Zoom" of de Giessen belemmeren.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 indien een hogere hoogte nodig is voor een goede uitoefening van de bedrijfsactiviteiten, en een bouwhoogte van maximaal 18 meter toestaan, mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 6.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 6.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die behoren tot het reguliere onderhoud.
Een vergunning als bedoeld in lid 6.5.1 wordt uitsluitend verleend indien de waterhuishouding niet negatief wordt beïnvloed.
Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 6.5.1 advies in bij Waterschap Rivierenland.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen:
Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden zijn de regels van artikel 34 "Wonen", artikel 27 "Tuin" respectievelijk artikel 31 "Verkeer - Verblijf" van overeenkomstige toepassing.
De voor “Bedrijf - 2” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijf tot en met categorie 3.2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die niet genoemd zijn tot en met categorie 3.2, of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn |
specifieke vorm van bedrijf - ijzergieterij | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een ijzergieterij in milieucategorie 5.1 |
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering van gebouwen mede in verband met de inrichting van de onbebouwde terreinen voor wat betreft de aan- en afvoerroutes van goederen en de parkeerruimte voor (vracht)verkeer, met dien verstande:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 d. voor het overschrijden van de toegestane bouwhoogte van silo's tot een bouwhoogte van 20 m.
Niet toegestaan zijn:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 onder a.:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 en in sublid 7.5.2 onder b., ten behoeve van de nieuwvestiging of verplaatsing van een elders in de gemeente gevestigd, grootschalig detailhandelsbedrijf in brand- en explosiegevaarlijke goederen en volumineuze goederen, met uitzondering van tuincentra, bouwmarkten en meubelbedrijven. Onder grootschalig wordt in dit lid verstaan een brutovloeroppervlakte van minimaal 1.000 m2 bruto vloeroppervlakte.
Bij de toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid gelden de volgende randvoorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.5.1 onder c., mits:
De voor “Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijf tot en met categorie 2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn; |
bedrijf tot en met categorie 3.1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn; |
bedrijf tot en met categorie 3.2 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn; |
bedrijf tot en met categorie 4.1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 4.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn; |
bedrijf tot en met categorie 5.1 | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven tot en met categorie 5.1 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn; |
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor bedrijfswoningen, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
detailhandel grootschalig | zijn de gronden tevens bestemd voor grootschalige detailhandel |
hovenier | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een hovenier |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor zelfstandige kantoren, met inachtname van het bepaalde van 8.4.4 |
nutsvoorziening | zijn de gronden tevens bestemd voor een nutsvoorziening |
specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor een constructiewerkplaats |
specifieke vorm van bedrijf - hondentrimsalon | zijn de gronden tevens bestemd voor een hondentrimsalon |
specifieke vorm van bedrijf - kringloopwinkel | zijn de gronden tevens bestemd voor een kringloopwinkel |
specifieke vorm van bedrijf - oppervlakte bewerkingsbedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een oppervlaktebewerkingsbedrijf |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
specifieke bouwaanduiding - reclamemast | zijn de gronden tevens bestemd voor een reclamemast |
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg | zijn de gronden tevens bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG |
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 8.1 gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
een en ander met in achtneming van het bepaalde in artikel 57.5.
Burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van:
mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3, sub e voor het overschrijden van de toegestane bouwhoogte van silo's, tot een bouwhoogte van 20 m.
Nieuwe inrichtingen of veranderingen aan bestaande inrichtingen waarop het bepaalde in bijlage C en D van het Besluit milieu-effectrapportage van toepassing is, zijn slechts toegestaan indien uit een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling of MER blijkt dat deze inrichtingen milieuhygiënisch inpasbaar zijn.
Niet toegestaan zijn:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het in gebruik (laten) nemen van gronden en bouwwerken op bedrijventerrein De Blauwe Zoom (gelegen aan de Schapedrift en Zwijnskade) die – blijkens de aanvraag om de omgevingsvergunning - niet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.1 onder a. en b. voor het vestigen van een bedrijf van één categorie hoger dan ter plaatse als recht is toegestaan, mits:
Deze afwijking geldt niet voor bedrijven die vallen onder categorie 5 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 en in sublid 8.4.3 onder b., ten behoeve van de nieuwvestiging of verplaatsing van een elders in de gemeente gevestigd, grootschalig detailhandelsbedrijf in brand- en explosiegevaarlijke goederen en volumineuze goederen, met uitzondering van tuincentra, bouwmarkten en meubelbedrijven. Onder grootschalig wordt in dit lid verstaan een brutovloeroppervlakte van minimaal 1.000 m2 bruto vloeroppervlakte.
Bij de toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid gelden de volgende randvoorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.4.1 onder b., mits:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca, met uitzondering van die in de vorm van een discotheek, uitsluitend op de begane grondlaag en de onder peil gelegen bouwdelen |
maatschappelijk | zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen en daarmee gelijk te stellen voorziening met een publieksgericht karakter |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal bedragen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde lid 9.2.1 onder d. indien:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.1 onder c. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in een woning en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet en de bijbehorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in 9.1 onder b. ten behoeve van een dagzaak als bedoeld in artikel 1.84 onder c. op de bouwlagen boven de begane grond van de gebouwen mits de ontwikkeling:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het toestaan van het gebruik van de bouwlagen van gebouwen boven de begane grondlaag voor detailhandel, dienstverlening of kantoor onder de voorwaarde dat handhaving van de woonfunctie om fysieke redenen niet goed mogelijk is en er met het oog op sociale veiligheid voldoende woningen boven winkels gehandhaafd blijven.
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
ontsluiting | zijn de gronden tevens bestemd voor de ontsluiting van een parkeergarage op de begane grondlaag |
parkeergarage | zijn de gronden tevens bestemd voor parkeren en bergingen beneden de begane grondlaag van gebouwen |
specifieke vorm van verkeer - parkeren | zijn de gronden tevens bestemd voor parkeren en bergingen |
supermarkt | zijn de gronden tevens bestemd voor een supermarkt |
Ten aanzien van de in artikel 10.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde lid 10.2.1 onder c. indien:
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.4.1 onder b. ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in een woning en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet en de bijbehorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in 10.1 onder a. ten behoeve van een dagzaak als bedoeld in artikel 1.84 onder c. op de bouwlagen boven de begane grond van de gebouwen mits de ontwikkeling:
De voor 'Centrum - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in de vorm van een restaurant of café |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de tweede verdieping |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
Ten aanzien van de in artikel 11.2 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 11.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.3.1 onder a ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in een woning en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet en de bijbehorende bouwwerken, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 11.1 ten behoeve van de vestiging van koffieshops, tearooms, lunchrooms, snackbars en daarmee gelijk te stellen vormen van horeca op andere dan door middel van de aanduiding 'horeca' aangegeven gronden, met dien verstande dat de vestiging geen afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat van de ter plaatse aanwezige woningen.
De voor 'Cultuur en ontspanning - Museum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de tweede verdieping |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een rijksmonument |
specifieke vorm van cultuur en ontspanning - museale tuin | zijn de gronden bestemd voor het behoud en/of de versterking van het museale karakter van de tuin met bijbehorende bouwwerken |
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor ene bedrijfswoning, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
dienstverlening | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening |
maatschappelijk | zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen en daaraan ondergeschikte horeca |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een rijksmonument |
specifieke vorm van maatschappelijk - brandweerpost | zijn de gronden tevens bestemd voor een brandweerpost |
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen, waaronder mede wordt verstaan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep |
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 14.1 onder g. bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Het burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 onder a. voor het vestigen van een bedrijf van één categorie hoger dan ter plaatse als recht is toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4.1 onder c., ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet in een woning en bijbehorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 14.4.2 onder b. voor het vestigen van een horecabedrijf aan de Schapedrift, mits:
De voor "Gemengd - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die niet genoemd zijn tot en met categorie 2, doch welke naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn |
detailhandel | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel |
dienstverlening | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening |
gemengd | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen, alsmede de daaraan ondergeschikte horeca ten dienste van de maatschappelijke voorziening, alle uitsluitend op de begane grondlaag en de onder peil gelegen gebouwdelen |
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca, met uitzondering van die in de vorm van een dancing of discotheek, op de begane grondlaag en onder peil gelegen gebouwdelen, met een brutovloeroppervlakte van maximaal de bestaande situatie |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren op de tweede verdieping |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
specifieke vorm van detailhandel - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel, uitsluitend op de begane grondlaag en in de onder peil gelegen bouwdelen |
specifieke vorm van dienstverlening - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening, uitsluitend op de begane grondlaag en in de onder peil gelegen bouwdelen |
specifieke vorm van horeca - 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca, met uitzondering van die in de vorm van een hotel, discotheek, café, bar, avond- en nachtgelegenheid en met een maximum van 3 vestigingen |
specifieke vorm van horeca - 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca, met uitzondering van die in de vorm van een dancing of discotheek |
specifieke vorm van horeca - sociëteit | zijn de gronden tevens bestemd voor een sociëteit |
supermarkt | zijn de gronden tevens bestemd voor een supermarkt |
terras | zijn de gronden tevens bestemd voor een terras |
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 15.1 onder b. bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde lid 15.2.1 onder d. en e. indien:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 onder j. voor het vestigen van een bedrijf van één categorie hoger dan ter plaatse als recht is toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.4.1 onder d., ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet in een woning en bijbehorende bouwwerken, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 15.1 ten behoeve van de vestiging van koffieshops, tearooms, lunchrooms, snackbars en daarmee gelijk te stellen vormen van horeca op andere dan door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2' aangegeven gronden, met dien verstande dat de vestiging geen afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat van de ter plaatse aanwezige woningen en dit past binnen het geldende gemeentelijke horecabeleid.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen, waaronder mede wordt verstaan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep |
specifieke vorm van maatschappelijk - schoolplein | zijn de gronden tevens bestemd voor een schoolplein |
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 16.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 16.2.1 en lid 16.2.2 gelden voor woningen als bedoeld in lid 16.1 onder c. de bouwregels als bedoeld in artikel 37.2 van deze regels, met dien verstande dat het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' niet meer dan 2 bedraagt en met inachtname van het bepaalde in lid 56.2 van de algemene gebruiksregels.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van;
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep binnen een woning en de bijbehorende bouwwerken mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, ten hoogste 30% bedragen van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en ieder geval niet meer dan 50 m².
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de afstand van uitbreidingen van woningen en van bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrenzen, waarbij geëist kan worden dat deze afstand ten minste 3 m zal bedragen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
jongerenontmoetingsplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor een jongerenontmoetingsplaats |
langzaam verkeer | zijn de gronden tevens bestemd voor een langzaamverkeersroute |
specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin | zijn de gronden tevens bestemd voor een bergbezinkbassin |
specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw | zijn de gronden tevens bestemd voor bedrijfsactiviteiten, uitsluitend in de vorm van een draaicirkel voor een kraan of ander hijswerktuig, voor zover dit bouwwerk is toegestaan op grond van de aangrenzende bestemming 'Bedrijventerrein' en de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd door bedrijven toegestaan binnen de aangrenzende bestemming 'Bedrijventerrein' |
specifieke vorm van groen - informatiezuil | zijn de gronden tevens bestemd voor een (digitale) informatiezuil |
specifieke vorm van verkeer - carpoolplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor een carpoolplaats |
specifieke vorm van verkeer - fietsenstalling | zijn de gronden tevens bestemd voor een fietsenstalling |
specifieke vorm van verkeer - wandelpad | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een openbaar toegankelijk wandelpad |
steiger | zijn de gronden tevens bestemd voor een steiger |
zend-/ontvanginstallatie | zijn de gronden tevens bestemd voor een zend- en/of ontvanginstallatie |
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen voor :
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer uitgesloten – parkeren' is het gebruik van de grond voor de aanleg van parkeervoorzieningen c.q. het parkeren niet toegestaan.
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal bedragen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterberging' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.3.1 is nodig voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.3.1 wordt slechts verleend, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterberging en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 18.3.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in artikel 19.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal bedragen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.1 voor het toestaan van een andere vorm van horeca dan ter plaatse is toegestaan, mits:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
Voor gebouwen gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijfswoning | zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning, met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan |
begraafplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor een begraafplaats |
brandweerkazerne | zijn de gronden tevens bestemd voor een brandweerkazerne |
fietsenstalling | zijn de gronden tevens bestemd voor een fietsenstalling |
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor een restaurant, café en zalencentrum, alsmede een terras ten behoeve van de voorgenoemde horeca-functies |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor kantoren |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een rijksmonument |
specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf | zijn de gronden tevens bestemd voor een kinderdagverblijf |
specifieke vorm van maatschappelijk - zalencentrum | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca in de vorm van een zalencentrum als bedoeld in artikel 1.84 |
verenigingsleven | zijn de gronden tevens bestemd voor een verenigingsgebouw |
wonen | zijn de gronden tevens bestemd voor wonen, waaronder mede wordt verstaan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep |
zorginstelling | zijn de gronden tevens bestemd voor een zorginstelling met bijbehorende voorzieningen |
zorgwoning | zijn de gronden tevens bestemd voor zorgwoningen |
Ten aanzien van de in lid 21.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 21.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; die hetzij in de zijdelingse perceelsgrens, hetzij binnen een afstand van 3 m daarvan worden gebouwd, teneinde te voorkomen dat die gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, onevenredige beschaduwing teweeg brengen naar aangrenzende gronden, of het doorzicht naar het gebied "De Blauwe Zoom" belemmeren.
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk uitgesloten - kwetsbare groepen" zijn niet toegestaan:
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.3 onder g. ten behoeve van erfafscheidingen tot een hoogte van 4 m, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - afwijkingsgebied erfafscheidingen', mits:
De voor 'Maatschappelijk - Woonzorgcomplex' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
zorgwoning | zijn de gronden tevens bestemd voor zorgwoningen |
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 22.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 3.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
alle mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 56.3, wordt in ieder geval gerekend:
Binnen de bestemming 'Maatschappelijk - Woonzorgcomplex' dient ten minste 230 m2 oppervlaktewater te worden gerealiseerd en in stand gehouden, tenzij elders binnen het peilgebied wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van ten minste 230 m2 oppervlaktewater.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke vorm van natuur - grienden | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van grienden |
specifieke vorm van water - trailerhelling | zijn de gronden tevens bestemd voor een trailerhelling met de daarbij behorende steiger, parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen en de daarbij behorende natuurcompensatie |
Ten aanzien van de in lid 23.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 23.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van lid 23.2.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien het natuurbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met bestemming Natuur' zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De verbodsbepaling van 23.4.1 geldt niet voor normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die bij het van kracht worden van dit plan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of aangevraagde maar nog te verlenen vergunning; hieronder wordt mede verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding:
jachthaven | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een jachthaven met bijbehorende voorzieningen waaronder trailerhellingen en de opslag en stalling van boten |
ijsbaan | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een ijsbaan met daaraan ondergeschikte horeca ten dienste van de recreatieve voorziening |
speeltuin | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een speeltuin |
tennisbaan | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een tennisbaan met daaraan ondergeschikte horeca ten dienste van de recreatieve voorziening |
Ten aanzien van de in lid 24.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 25.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal bedragen voor:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca, met uitzondering van een hotel, restaurant en discotheek |
specifieke vorm van horeca - zelfstandige horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor zelfstandige horeca, met inachtname van het bepaalde in lid 26.3.3 |
zwembad | zijn de gronden tevens bestemd voor een zwembad met bijbehorende voorzieningen en daaraan ondergeschikte horeca |
Ten aanzien van de in artikel 26.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 26.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Niet toegestaan is het gebruik of laten gebruiken van de voor 'Sport' aangewezen gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen en commerciële activiteiten anders dan bedoeld in lid 26.1, behoudens het bepaald in artikel 26.3.2.
De voor 'Sport' aangewezen gronden of bouwwerken mogen gebruikt worden ten behoeve van evenementen en commerciële activiteiten, onder voorwaarde dat:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zelfstandige horeca' is zelfstandige horeca toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bijgebouw | zijn de gronden tevens bestemd voor bijbehorende bouwwerken |
carport | zijn de gronden tevens bestemd voor een carport |
cultuurhistorische waarden | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van cultuurhistorische waarde |
parkeerterrein | zijn de gronden tevens bestemd voor een parkeerterrein |
specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeersroute | zijn de gronden tevens bestemd voor een langzaamverkeersroute |
specifieke vorm van verkeer - wandelpad | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een openbaar toegankelijk wandelpad |
Ten aanzien van de in lid 27.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2.1 onder a. voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 27.2.2, onder d. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 27.3.1 en 27.3.2, kan slechts worden verleend, mits:
Parkeren op eigen terrein is toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.4 voor het toestaan van parkeren op eigen terrein, in de voortuin en vóór de woning, mits:
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 28.2 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.2.1 voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
Parkeren op eigen terrein is toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.5 voor het toestaan van parkeren op eigen terrein, in de voortuin en vóór de woning, mits:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
sluis | zijn de gronden tevens bestemd voor een sluis |
Ten aanzien van de in lid 29.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de situering en de omvang van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Toegestaan is het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van standplaatsen, weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een vergunning, ontheffing of vrijstelling is vereist en deze is verleend.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor een horecabedrijf in de vorm van een restaurant of café |
specifieke vorm van verkeer - OVhalte | zijn de gronden tevens bestemd voor een OV-halte met bijbehorende functies en voorzieningen, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
Ten aanzien van de in lid 30.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 30.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de (rail)verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen, nadere eisen stellen aan de situering en de omvang van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
fietsenstalling | zijn de gronden tevens bestemd voor een fietsenstalling |
horeca | zijn de gronden tevens bestemd voor horeca als bedoeld in lid 1.84 onder c., e. en f. |
specifieke bouwaanduiding - tuinmuur | zijn de gronden tevens bestemd voor een tuinmuur |
specifieke vorm van verkeer - fiets- en voetpaden | zijn de gronden tevens bestemd voor fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen |
specifieke vorm van verkeer - OVhalte | zijn de gronden tevens bestemd voor een OV-halte met bijbehorende functies en voorzieningen, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
'specifieke vorm van verkeer - waterberging' | zijn de gronden tevens bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse waterberging, met dien verstande dat de oppervlakte aan ondergrondse waterberging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterberging' ten minste 3.840 m2 bedraagt |
specifieke vorm van water - trailerhelling | zijn de gronden tevens bestemd voor een trailerhelling en de daarbij behorende steiger, parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen |
specifieke vorm van wonen - bergingen | zijn de gronden tevens bestemd voor bergingen |
terras | zijn de gronden tevens bestemd voor een terras |
Ten aanzien van de in lid 31.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de situering en de omvang van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Toegestaan is het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van standplaatsen, weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een vergunning, ontheffing of vrijstelling is vereist en deze is verleend.
Inzake de in lid 31.1.2 genoemde functieaanduiding 'horeca' gelden de volgende gebruiksregels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterberging' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.5.1 is nodig voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.5.1 wordt slechts verleend, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterberging en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 31.5.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
brug | zijn de gronden tevens bestemd voor een brug |
jachthaven | zijn de gronden tevens bestemd voor een jachthaven met bijbehorende voorzieningen |
opslag | zijn de gronden tevens bestemd voor opslag |
specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw | zijn de gronden tevens bestemd voor aan scheepsbouw en scheepsreparatie gerelateerde watergebonden bedrijfsmatige activiteiten, voor zover uitgevoerd door bedrijven toegestaan binnen de aangrenzende bestemming 'Bedrijventerrein' |
specifieke vorm van detailhandel - bunkerponton | zijn de gronden tevens bestemd voor een bunkerponton met scheepvaartgebonden detailhandel inclusief de daar onlosmakelijk aan verbonden bedrijfswoning |
specifieke vorm van verkeer - wandelpad | zijn de gronden uitsluitend bedoeld ten behoeve van een openbaar toegankelijk wandelpad |
specifieke vorm van water - trailerhelling | zijn de gronden tevens bestemd voor een trailerhelling met de daarbij behorende steiger |
specifieke vorm van water - vlonder | zijn de gronden tevens bestemd voor een vlonder |
vaarweg | zijn de gronden tevens bestemd voor scheepvaartverkeer |
woonschepenligplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor woonarken |
Ten aanzien van de in lid 32.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 32.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
een en ander met in achtneming van het bepaalde in artikel 57.5.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in:
mits van de waterbeheerder een positief advies is ontvangen.
Ter plaatse van de figuur 'relatie' is sprake van een functionele relatie tussen de woonschepenligplaats en de bedrijfsbebouwing van het aangrenzende bedrijf aan de Nijverheidsstraat 2A.
De voor 'Water - Sluizencomplex' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
brug | zijn de gronden tevens bestemd voor een brug |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een gemeentelijk monument |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van een rijksmonument |
Ten aanzien van de in lid 33.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 33.3.1 onder b. en c. kan slechts worden verleend indien van de waterbeheerder een positief advies in ontvangen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
bedrijf | zijn de gronden tevens bestemd voor bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd |
carport | zijn de gronden tevens bestemd voor een carport |
detailhandel | zijn de gronden tevens bestemd voor detailhandel |
dienstverlening | zijn de gronden tevens bestemd voor dienstverlening |
garagebox | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een garagebox |
kantoor | zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor |
parkeergarage | zijn de gronden tevens bestemd voor parkeren en bergingen, op de bouwlagen beneden de begane grondlaag van gebouwe |
praktijkruimte | zijn de gronden tevens bestemd voor een praktijkruimte |
maatschappelijk | zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen |
ontsluiting | zijn de gronden tevens bestemd voor de ontsluiting van een parkeergarage op de begane grondlaag |
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van gemeentelijke monumenten |
specifieke bouwaanduiding - monument | zijn de gronden bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van rijksmonumenten |
specifieke vorm van maatschappelijk - dierenartsenpraktijk | zijn de gronden tevens bestemd voor een dierenartsenpraktijk |
specifieke vorm van maatschappelijk - zusterpost | zijn de gronden tevens bestemd voor een zusterpost op de begane grondlaag |
specifieke vorm van verkeer - langsaam verkeer | zijn de gronden tevens bestemd voor een langzaam verkeersroute |
specifieke vorm van wonen - zelfstandige berging | zijn de gronden tevens bestemd voor een zelfstandige berging ten dienste van woondoeleinden |
specifieke vorm van wonen - kleinschalige detailhandel | zijn de gronden tevens bestemd voor kleinschalige detailhandel |
specifieke vorm van wonen - theetuin | zijn de gronden tevens bestemd voor een theetuin |
specifieke vorm van wonen - wooncomplex 1 | zijn de gronden tevens bestemd voor zorgwoningen, voor zover het de eerste tot en met de vierde bouwlaag betreft, en voorzieningen ten behoeve van deze zorgwoningen |
specifieke vorm van wonen - wooncomplex 2 | zijn de gronden tevens bestemd voor woningen, voor zover het de tweede tot en met de vierde bouwlaag betreft, en voorzieningen ten behoeve van deze woningen |
woonwagenstandplaats | zijn de gronden tevens bestemd voor de aanleg van standplaatsen voor woonwagens |
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde gronden gelden voor ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in artikel 34.1 bedoelde gronden gelden voor overbouwingen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van hoofdgebouwen; die hetzij in de zijdelingse perceelsgrens, hetzij binnen een afstand van 3 m daarvan worden gebouwd, teneinde te voorkomen dat die gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, onevenredige beschaduwing teweeg brengen naar aangrenzende gronden, of het doorzicht naar het gebied "De Blauwe Zoom" of de Giessen belemmeren.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
alle mits:
Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal wooneenheden of het aantal wooneenheden dat volgens de in artikel 34.2.1 opgenomen bouwaanduidingen en de bij deze aanduidingen behorende bouwregels is toegestaan, behalve ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', ter plaatse waarvan het middels die aanduiding aangegeven aantal woningen als maximum geldt.
Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' aanwezige woonwagens dienen bereikbaar te zijn door middel van een verharde verbindingsweg met een breedte van ten minste 5 m.
Niet toegestaan is:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de aanduiding “specifieke vorm van wonen – zelfstandige berging” komt te vervallen en de onderliggende bestemming "Wonen" kan worden gewijzigd, waarbij aan de bestemming "Wonen" een bouwvlak wordt toegekend en (een gedeelte van) de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemming "Tuin en/of “Verkeer - Verblijf”, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de afstand van uitbreidingen van woningen en van bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrenzen, waarbij geëist kan worden dat deze afstand ten minste 3 m zal bedragen.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
specifieke vorm van wonen - zelfstandige berging | zijn de gronden tevens bestemd voor een zelfstandige berging ten dienste van woondoeleinden |
Ten aanzien van de in lid 35.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 35.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 35.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
alle mits:
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep binnen een woning en de bijbehorende bouwwerken mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, ten hoogste 30% bedragen van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en ieder geval niet meer dan 50 m².
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de afstand van uitbreidingen van woningen en van bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrenzen, waarbij geëist kan worden dat deze afstand ten minste 3 m zal bedragen.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
oever | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor waterberging en onderhoud van de aangrenzende watergang |
Ten aanzien van de in lid 36.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 36.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 36.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken als bedoeld in artikel 36.3.1 is slechts mogelijk indien;
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36.4.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 37.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 37.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 37.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
alle mits:
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep binnen een woning en de bijbehorende bouwwerken mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, ten hoogste 30% bedragen van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en ieder geval niet meer dan 50 m².
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 37.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de afstand van uitbreidingen van woningen en van bijbehorende bouwwerken tot de perceelsgrenzen, waarbij geëist kan worden dat deze afstand ten minste 3 m zal bedragen.
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding:
oever | zijn de gronden uitsluitend bestemd voor waterberging en onderhoud van de aangrenzende watergang over een breedte van 1 m (gemeten vanuit de waterlijn) |
Ten aanzien van de lid 38.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 38.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 38.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Niet toegestaan is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep ten behoeve van horeca of detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende beroepsactiviteit.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 38.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders binnen de gronden met de aanduiding 'oever' de navolgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 38.6.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 38.6.1 onder a. is slechts toelaatbaar, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige en landschappelijke functie van de gronden.
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van een ondergrondse aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 12" (inches) en een druk van ten hoogste 40 bar ter plaatse van de aanduiding "hartlijn leiding - gas" met de daarbij behorende belemmeringenstrook met een breedte van 8 m (4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding).
Indien de belangen van de in lid 39.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
In afwijking van het bepaalde over het bouwen bij de andere, daar voorkomende bestemmingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, op de in lid 39.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.4.1 is nodig voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 39.4.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg het beheer en onderhoud van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en de daarbij behorende bouwwerken en belemmeringenstrook met een breedte van 20 m (10 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding).
Indien de belangen van de in lid 40.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het leidingbeheer, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 40.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden op de in lid 40.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 40.4.1 is niet van toepassing op:
De in lid 40.4.1 genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 40.4.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de hoogspanningsverbinding.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van een diep geboorde rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding "hartlijn leiding - riool" met de daarbij behorende belemmeringenstrook met een breedte van 4 m (2 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding).
Indien de belangen van de in lid 41.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 41.2 onder b., indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 41.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 41.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in lid 41.4.1 genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen ontstaat of kan ontstaan.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 41.4.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Indien de belangen van de in lid 42.1.1 bedoelde dubbelbestemmingen in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
In afwijking van het bepaalde omtrent het bouwen bij de andere, daar voorkomende bestemmingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere, daar voorkomende bestemmingen, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouw- en andere regels, mits:
Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 42.4.2, zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 42.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 42.4.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 42.4.1 wordt slechts verleend, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse transportleiding voor drinkwater en de bijbehorende belemmeringenstrook, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van de werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 42.4.1, wordt pas verleend nadat schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 43.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een bouwvergunningplichtig bouwwwerk op of in de in lid 43.1.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 30 m2 of meer en dieper dan 0,3 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 43.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 30 m2:
Het in bepaalde in lid 43.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 43.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 1' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 44.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 44.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 100 m2 of meer en dieper dan 0,3 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in sublid 44.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 100 m2:
Het in sublid 44.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 44.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 44.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 2' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 45.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 45.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 250 m2 of meer en dieper dan 0,3 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 45.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het in 45.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 45.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 45.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 4' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 4A' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 46.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 46.1 bedoelde gronden, dieper dan 1,4 m onder het oorspronkelijke maaiveld gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 46.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 46.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 46.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 46.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 4A' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 47.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 47.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 250 m2 of meer en op een diepte tussen de 1,5 m en 5 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 47.3.2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het in 47.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 47.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 47.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 5' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 48.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 48.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 250 m2 of meer en dieper 1,5 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 48.3.2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het in 48.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 48.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 48.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 6' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 49.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 49.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 250 m2 of meer en dieper dan 5 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 49.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het in 49.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 49.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 49.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 7' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 50.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 50.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 500 m2 of meer en dieper dan 0,3 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 50.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2:
Het in 50.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 50.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 50.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 8' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 9' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor bescherming en veiligstelling van de naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Indien de belangen van de in lid 51.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ingeval van een aanvraag voor het oprichten van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk op of in de in lid 51.1 bedoelde gronden, over een oppervlakte van 10.000 m2 of meer en dieper dan 0,3 m gelden de volgende regels:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische verwachtingswaarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 51.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 10.000 m2:
Het in 51.3.1 gestelde verbod geldt niet voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 51.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 51.3.1 kunnen voorwaarden worden verbonden in het belang van de bescherming van de archeologische verwachtingswaarde. Tot deze voorwaarden kunnen in ieder geval behoren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 9' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
Indien de belangen van de in lid 52.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 52.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 52.2 onder c. voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, onder de voorwaarde dat de belangen van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 52.3.1 te beslissen, wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bebouwing de belangen in verband met de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor vrijwaring van de beschermingszone langs A-watergangen, de Beneden-Merwede en De Giessen met bijbehorende voorzieningen, werken en werkzaamheden.
Indien de belangen van de in lid 53.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in 53.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 53.1 bedoelde gronden geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 m bedraagt;
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 53.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 53.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning is nodig voor werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor een bestaand bouwwerk dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand of bebouwingspercentage afwijkt van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, gelden ter plaatse van de afwijking die afwijkende maten als bepalingen voor de maatvoering, met dien verstande dat:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Daar waar in het plan geen specifieke regeling is opgenomen voor ondergronds bouwen zijn de regels van dit plan van overeenkomstige toepassing op ondergrondse bouwwerken.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde.
Het totale aantal woningen binnen de bestemmingen 'Gemengd - 3' en 'Wonen - 3' mag niet meer dan 23 bedragen.
Een gebruik in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde, is in ieder geval:
Binnen de aanduiding "Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen" mogen behoudens de bestaande (beperkt) kwetsbare objecten geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen worden gebouwd.
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 57.1.1 voor het toestaan van beperkt kwetsbare bestemmingen binnen de aanduiding ''veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen'' mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'Overig - gezoneerd industrieterrein 1' zijn bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder juncto artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht toegestaan;
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen door:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 57.3.1 voor het toestaan van een groter geluidbudget dan in het geluidverdeelplan voor een kavel is opgenomen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Alvorens omtrent het afwijken van de gebruiksregels te beslissen winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de begrenzing van een industrieterrein te wijzigen door:
Alvorens omtrent wijziging van het bestemmingsplan te beslissen winnen Burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de in het plan opgenomen geluidzones te wijzigen door:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - Straalpad' gelden de volgende aanvullende regels:
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de andere bestemmingen (3 tot en met 38) geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Straalpad' de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 28 m boven NAP.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in 57.5.1 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de straalverbinding.
Alvorens de onder 57.5.2 bedoelde omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betreffende beheerder van de straalverbinding.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding Vrijwaringszone - dijk 1 zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de andere bestemmingen (3 tot en met 38) geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 1' niet mag worden gebouwd, tenzij het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, mits er:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in 57.6.1 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde dat de belangen van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 57.6.2 te beslissen, wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bebouwing de belangen in verband met de waterkering niet onevenredig worden geschaad.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Vaarweg' geldt dat:
tenzij is aangetoond dat het functioneren van de vaarweg niet in het geding is en hiertoe schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - Laagvliegroute' gelden de volgende aanvullende regels:
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de andere bestemmingen (3 tot en met 38) geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Laagvliegroute' de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 30 m boven NAP.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in 57.9.1 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform de bouwregels op grond van de betreffende bestemming, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de laagvliegroute.
Alvorens de onder 57.9.2 bedoelde omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betreffende beheerder van de straalverbinding.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding "Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation 1" mogen behoudens de bestaande (beperkt) kwetsbare objecten geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare bestemmingen worden gebouwd.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding "Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation 2" mogen behoudens de bestaande (beperkt) kwetsbare objecten geen nieuwe kwetsbare bestemmingen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 58.1, kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' te wijzigen, middels het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen - 1', 'Tuin', 'Groen', 'Water' en 'Verkeer - Verblijf', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen - 3', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijf', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen - 3', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijf' , met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding ''Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen waarbij de bedoelde gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Centrum - 1', met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding Wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' te wijzigen teneinde een hoofdgebouw op te richten ten dienste van de bestemming 'Centrum - 1', met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits een zorgvuldige inpassing in de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied en de directe omgeving daarvan gewaarborgd wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a. van de Wro, het plan wijzigen ten behoeve van:
Alvorens toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheden in lid 59.3 tot en met lid 59.7 dient te worden voldaan aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de uitpandige vluchtroutes, en de bereikbaarheid voor de brandweer, voor zover dit niet elders in dit plan is vastgelegd, nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter bescherming van de blootstelling aan toxische gassen, nadere eisen stellen aan de afsluitbaarheid van mechanische ventilatie.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Hardinxveld-Giessendam, bebouwd gebied'.