direct naar inhoud van Regels
Plan: Schapenatjesduin
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.WP0014ASchapedn-50VA

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het wijzigingsplan Schapenatjesduin van de gemeente 's-Gravenhage.

1.2 moederplan

het bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburgh van de gemeente 's-Gravenhage, meer specifiek de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0262AKijkdOck-50VA met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 het wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.WP0014ASchapedn-50VA met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Groen

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, zoals parken, grasvelden, plantsoenen, gazons, plantvakken, bermen en bermsloten;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. fiets-, wandel- en ruiterpaden;
  • d. bruggen ten behoeve van langszaam verkeer;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, water en overige voorzieningen.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd.
2.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsstraat

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voet- en fietspaden;
  • b. wegen;
  • c. ongebouwde parkeervoorzieningen;

en ter plaatse van de functieaanduiding:

  • d. "brug" een brug ten behoeve van gemotoriseerd vervoer;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, groen, water en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming zijn toegestaan.

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. bruggen voor fietsers en voetgangers;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, voet- en fietspaden, groen, kademuren, kunstwerken en overige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.

Artikel 5 Wonen - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;

één en ander zoals nader bepaald in artikel 5.3 en met de daarbij behorende hoofdgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, ongebouwde parkeervoorzieningen en overige voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per uit te geven kadastraal perceel is de realisatie van één woning toegestaan;
  • c. het bruto vloeroppervlak per woning mag niet meer bedragen dan 160 m2;
  • d. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. de achter- en zijgevel van gebouwen dient ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen gevellijn in ieder geval voor wat betreft de begane grondlaag in de gevellijn gerealiseerd worden;
  • f. in uitzondering op het gestelde onder e is ter plaatse van de zijgevel waar het bouwvlak een breedte heeft van circa 3 meter ook een erfafscheiding met een hoogte van minimaal 1,80 meter toegestaan;
  • g. in de gevel van elke woning dient een nestkast voor vleermuizen te worden gerealiseerd;
  • h. het is verboden een bestaande woning bouwkundig te splitsen tot twee of meer zelfstandige woningen.
5.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor erf- en/of terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 1 meter;
    • 2. voor erf- en/of terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 2 meter;
    • 3. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. per woning dient ten minste één parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd te worden;

Artikel 6 Wonen - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;

één en ander zoals nader bepaald in artikel 6.3 en met de daarbij behorende hoofdgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, parkeervoorzieningen en overige voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak worden gebouwd;
  • b. per uit te geven kadastraal perceel is de realisatie van één woning toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven
  • d. het bruto vloeroppervlak van de woning mag niet meer bedragen dan 160 m2;
  • e. het bestemmingsvlak dient, met uitzondering van een patio en een parkeervoorziening, volledig te worden bebouwd;
  • f. in uitzondering op het gestelde onder e zijn in de gevels maximaal twee openingen van maximaal drie meter breed toegestaan ten behoeve van de patio en/of de parkeervoorziening;
  • g. binnen het bestemmingsvlak dient een patio gerealiseerd te worden met een oppervlakte van minimaal 40m2;
  • h. In de gevel van elke woning dient een nestkast voor vleermuizen te worden gerealiseerd;
  • i. het is verboden een bestaande woning bouwkundig te splitsen tot twee of meer zelfstandige woningen.
6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
6.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. per woning dient ten minste één (inpandige) parkeervoorziening gerealiseerd te worden van minimaal 15 m2;
  • b. de parkeervoorziening als bedoeld onder a mag niet ten koste gaan van de oppervlakte van de patio als bedoel in lid 6.2.1 onder g.

Artikel 7 Wonen - 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;

één en ander zoals nader bepaald in artikel 7.3 en met de daarbij behorende hoofdgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, gebouwde/ongebouwde parkeervoorzieningen en overige voorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per uit te geven kadastraal perceel is de realisatie van één woning toegestaan;
  • c. het bruto vloeroppervlak per woning mag niet meer bedragen dan 200 m2;
  • d. het bruto vloeroppervlak van de begane grond mag per woning niet meer bedragen dan 84 m2;
  • e. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • f. de voorgevel van de gebouwen dient ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen gevellijn in minimaal één bouwlaag in de gevellijn gerealiseerd te worden;
  • g. in uitzondering op het gestelde onder f dient minimaal 50% van de op de verbeelding opgenomen gevellijn bebouwd te worden;
  • h. In de gevel van de woning dient een nestkast voor vleermuizen te worden gerealiseerd;
  • i. het is verboden een bestaande woning bouwkundig te splitsen tot twee of meer zelfstandige woningen.
7.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor erf- en/of terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 1 meter;
    • 2. voor erf- en/of terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 2 meter;
    • 3. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 meter.
7.3 Specifieke gebruiksregels

per woning dient 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd te worden; indien een woning groter is dan 160 m2 bvo, dan dienen 2 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd te worden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Overige regels

  • 1. Tenzij anders is bepaald, is het bepaalde in de regels van het moederplan onverminderd van toepassing op het voorliggende plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid onder 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het tweede lid onder 1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het tweede lid onder 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het tweede lid onder 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan;

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Schapenatjesduin.

Bijlagen