direct naar inhoud van Regels
Plan: Wijndaelerduin - Ockenburghstraat (Voormalig tennispark Waldeck)
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.WP0010AWaldeck-50VA

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het wijzigingsplan Wijndaelerduin - Ockenburghstraat (Voormalig tennispark Waldeck) van de gemeente 's-Gravenhage.

1.2 moederplan

het bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburgh van de gemeente 's-Gravenhage, meer specifiek de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0262AKijkdOck-50VA met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 het wijzigingsplanplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.WP0010AWaldeck-50VA met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Groen

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, zoals parken, grasvelden, plantsoenen, gazons, plantvakken, bermen en bermsloten;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, voet- en fietspaden, ruiterpaden, water en overige voorzieningen.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd;
2.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsstraat

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voet- en fietspaden;
  • b. wegen;
  • c. ongebouwde parkeervoorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, groen, water en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals verkeersgeleiders, luifels, windschermen, en kunstobjecten toegestaan.

Artikel 4 Wonen - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;

en ter plaatse van de functieaanduiding:

  • c. "parkeergarage" is tevens een parkeergarage in maximaal één bouwlaag toegestaan met de daarbij behorende toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, (gebouwde) parkeervoorzieningen en overige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het totaal bebouwd oppervlak mag niet meer bedragen dan 9977 m2.
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. in het bouwvlak direct grenzend aan de bestemming 'Verkeer - Verblijfsstraat' met een bouwhoogte van maximaal 11 meter (de 'duinrandwoningen') mogen uitsluitend vrijstaande en halfvrijstaande woningen gerealiseerd worden;
  • e. In de overige bouwvlakken met een maximale hoogte van 11 meter op de verbeelding (de 'duinparkwoningen') mogen uitsluitend geschakelde woningen gerealiseerd worden in rijtjes van 2, 3 of 4 aanééngeschakelde woningen;
  • f. de afstand van de gevel van de vrije zijde van de halfvrijstaande of geschakelde woningen tot aan de zijdelingse perceelsgrens dient ten minste 2 meter te bedragen.
4.2.2 Bijgebouwen
  • a. bij de geschakelde woningen met 4 aaneengesloten woningen zijn voor de voorgevelrooilijn aangebouwde bergingen toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. deze 2 aan 2 geschakeld dienen te worden;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 13 m2 mag bedragen.
4.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor erf- en/of terreinafscheidingen 1 meter;
    • 2. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 meter.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van gebieden met een hoge archeologische verwachting.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' als bedoeld in lid 5.1, geldt dat, indien er sprake is van het bouwen van bouwwerken met grondroering met een totaal oppervlak van meer dan 50 m2 en een diepte van meer dan 0,50 m waarvoor een vergunning is vereist, hieromtrent vooraf schriftelijk advies dient te worden ingewonnen bij de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag. De afdeling Archeologie kan een onderzoeksrapport verlangen, waarin de archeologische waarde van het terrein, welke blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten behoeve van:

  • a. het archeologisch onderzoek;
  • b. het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Vergunningsplicht

Voor het uitvoeren van werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' bestemde gronden die een diepte van 50 cm en een totaal oppervlak van meer dan 50 m2 overschrijden, dient een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te worden aangevraagd. Het betreft de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. het wijzigen van het maaiveldniveau door middel van het verlagen, afgraven of egaliseren van grond waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • b. het aanleggen en verbreden van sloten, vijvers en andere wateren, waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
5.4.2 Uitzonderingen

Het vereiste van het verkrijgen van een omgevingsvergunning is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale beheer of onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. worden uitgevoerd in bestaande weg- en/of leidingnetten;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van de terinzagelegging van dit plan.
5.4.3 Nadere eisen

De aanvrager van een omgevingsvergunning, als bedoeld onder 5.4.1 kan bij het indienen van de aanvraag een rapport overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein welke blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

5.4.4 Voorwaarden

Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van archeologische monumentenzorg voorwaarden worden verbonden. Deze kunnen onder meer betrekking hebben op:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
  • c. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Overige regels

  • 1. Tenzij anders is bepaald, is het bepaalde in de regels van het moederplan onverminderd van toepassing op het voorliggende plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid, onder 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid, onder 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder 1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het tweede lid, onder 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan;

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan : Wijndaelerduin - Ockenburghstraat (Voormalig tennispark Waldeck).

Bijlagen