direct naar inhoud van Regels
Plan: Wijndaelerweg
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.WP0009AWijndaeler-50VA

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het wijzigingsplan Wijndaelerweg van de gemeente 's-Gravenhage.

1.2 moederplan

het bestemmingsplan bestemmingsplan Kijkduin - Ockenburgh van de gemeente 's-Gravenhage, meer specifiek de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0262AKijkdOck-50VA met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 het wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.WP0009AWijndaeler-50VA met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Gemengd

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

en uitsluitend op de begane grondlaag en ter plaatse van de functieaanduiding "maatschappelijk":

  • b. maatschappelijk, waaronder uitsluitend wordt begrepen:
    • 1. gezondheidszorg;
    • 2. onderwijs;
    • 3. kinderopvang;
    • 4. zorg- en welzijnsinstelling;
    • 5. verenigingsleven;

één en ander zoals nader bepaald in artikel 2.3 en met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. beneden peil gelegen bebouwing mag uit niet meer dan twee lagen bestaan;
  • d. in uitzondering op het gestelde onder a zijn buiten het bouwvlak balkons toegestaan met een maximale diepte van 2,5 meter met dien verstande dat de onderzijde van de balkons zich op een minimale hoogte van 2,40 meter boven het maaiveld dienen te bevinden;
2.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor erf- en/of terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 1 meter;
    • 2. voor erf- en/of terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan, 2 meter;
    • 3. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 meter;
    • 4. in uitzondering op het gestelde onder 3 zijn ter plaatse van de aanduiding "ontsluiting" op de verbeelding trappen toegestaan ten behoeve van de ontsluiting van de gebouwen.
2.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 61 en de maximale oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen mag niet meer bedragen dan 1600 m2 bvo;
  • b. de hoofdentrees van de woningen dienen zich te bevinden aan de zijde van de Wijndaelerweg en Ockenburghstraat;
  • c. de hoofdentree van de in lid 2.1 onder b bedoelde maatschappelijke functies dient zich te bevinden aan de zijde van het Wijndaelerduin;
  • d. de hoofdentree van de parkeergarage dient zich te bevinden aan de zijde van de Wijndaelerweg.

Artikel 3 Maatschappelijk-1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gezondheidszorg;
  • b. jeugd-/kinder-/buitenschoolse opvang;
  • c. peuterspeelzalen;
  • d. onderwijs;
  • e. verenigingsleven;
  • f. zorg- en welzijnsinstelling

één en ander met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 33 van het moederplan, geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer dan 1 m bedragen;

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsstraat

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voet- en fietspaden;
  • b. wegen;
  • c. ongebouwde parkeervoorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, groen, water en overige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals verkeersgeleiders, luifels, wind- en terrasschermen, en kunstobjecten toegestaan.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van gebieden met een hoge archeologische verwachting.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' als bedoeld in lid 5.1, geldt dat, indien er sprake is van het bouwen van bouwwerken met grondroering met een totaal oppervlak van meer dan 50 m2 en een diepte van meer dan 0,50 m waarvoor een vergunning is vereist, hieromtrent vooraf schriftelijk advies dient te worden ingewonnen bij de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag. De afdeling Archeologie kan een onderzoeksrapport verlangen, waarin de archeologische waarde van het terrein, welke blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten behoeve van:

  • a. het archeologisch onderzoek;
  • b. het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Vergunningsplicht

Voor het uitvoeren van werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' bestemde gronden die een diepte van 50 cm en een totaal oppervlak van meer dan 50 m2 overschrijden, dient een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te worden aangevraagd. Het betreft de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. het wijzigen van het maaiveldniveau door middel van het verlagen, afgraven of egaliseren van grond waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • b. het aanleggen en verbreden van sloten, vijvers en andere wateren, waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
5.4.2 Uitzonderingen

Het vereiste van het verkrijgen van een omgevingsvergunning is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. het normale beheer of onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. worden uitgevoerd in bestaande weg- en/of leidingnetten;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van de terinzagelegging van dit plan.
5.4.3 Nadere eisen

De aanvrager van een omgevingsvergunning, als bedoeld onder 5.4.1 kan bij het indienen van de aanvraag een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein welke blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

5.4.4 Voorwaarden

Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van archeologische monumentenzorg voorwaarden worden verbonden. Deze kunnen onder meer betrekking hebben op:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
  • c. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Overige regels

Tenzij anders is bepaald, is het bepaalde in de regels van het moederplan onverminderd van toepassing op het voorliggende plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid, onder 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid, onder 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder 1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder 1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het tweede lid, onder 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan;

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan: Wijndaelerweg.

Bijlagen