direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding uitwerkingsplan
Plan: Noordhof
Status: onherroepelijk
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.UP0005BNoordhof-70OH

1.1 Aanleiding uitwerkingsplan

Aanleiding voor het uitwerkingsplan is het initiatief voor de ontwikkeling van woonwijk Noordhof. Het plangebied ligt in Wateringse Veld, in het zuidwesten van Den haag. Het gaat om een woningbouwlocatie van ca 32 woningen. In Noordhof komen hoofdzakelijk vrijstaande woningen op ruime groene kavels.

Het uitwerkingsplan is een uitwerking van het "Bestemmingsplan Wateringseveld" (moederplan A), onherroepelijk op 28 februari 1997 en, voor een klein deel, het Bestemmingsplan Wateringseveld 1e herziening (moederplan B), onherroepelijk op 21 juli 1998. In de eerste herziening zijn voornamelijk niet goed gekeurde delen van het oorspronkelijke plan alsnog vastgelegd.

Voor het plangebied is tevens het Bestemmingsplan Parapluherziening Archeologie relevant. Dit plan is vastgesteld op 23 september 2010 en onherroepelijk per 17 december 2010. Op grond hiervan is in het plan de dubbelbestemming waarde archeologie opgenomen. Zie verder ook paragraaf 3.6 Archeologie.

Het grondgebied van de moederplannen beslaat het Haagse deel van de Vinexlocatie Wateringseveld, gelegen tussen de Erasmusweg, en de gemeenten Rijswijk en Westland.

Gezien de omvang van de bouwlocatie en het feit dat de planontwikkeling zich over meerdere jaren uitstrekt is daarbij gekozen voor een globaal eindplan met bestemmingen die rechtstreeks gelden en bestemmingen die nader uitgewerkt dienen te worden. Het plangebied van onderhavig uitwerkingsplan ligt dus binnen een uit te werken bestemming.

De hoofdopzet en uitgangspunten voor de ontwikkeling van Wateringse Veld worden uitgebreid beschreven in genoemde bestemmingsplannen. De uit te werken percelen voor de Noordhof zijn hierin opgenomen met de bestemming: "Linten, deelgebied Noordweg, nader uit te werken" (L-1UW). Deze bestemming verplicht tot het uitwerken van het gebied tot een woningbouwlocatie met een lage bebouwingsdichtheid. Daarbij is de doelomschrijving en de beschrijving in hoofdlijnen van de bestemming “Linten, art. 6" van de moederplannen relevant.