Plan: | Uithofslaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0255BUithofslaan-50VA |
De regels zijn als volgt ingedeeld:
De regels zijn als volgt ingedeeld:
De bestemming 'Groen' is toegekend aan alle openbare groenvoorzieningen binnen het plangebied. De gronden zijn bestemd voor groen(voorziening), park, plantsoen, spelen, oevers, waterlopen en waterpartijen met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, fiets- en voetpaden, water en overige voorzieningen.
De gronden die in het bestemmingsplan met de bestemming Tuin zijn aangemerkt, is ter waarborging en behoud van de natuurwaarden van de ecologische zone, het open karakter en ten behoeven van onderhoud.
Wegen met de bestemming 'Verkeer - Straat' dienen vooral voor de ontsluiting van wijken en buurten en het inter-wijkverkeer. Het aandeel doorgaand verkeer is lager dan bij hoofdverkeerswegen, net als de intensiteiten. Wegen binnen deze bestemming kunnen ook een rol spelen in de afwikkeling van het openbaar vervoer of zijn onderdeel van de routes voor de brandweer en andere hulpdiensten. Dit laatste stelt bijzondere eisen aan de (her)inrichting van de weg. Parkeren direct langs de weg is mogelijk en in- en uitritten ten behoeve van de ontsluiting van direct aanliggende bestemmingen is niet uitgesloten.
De watergangen die op de leggerkaart van het Hoogheemraadschap Delfland zijn aangewezen als primair water hebben deze bestemming gekregen. In aanvulling daarop is ook het (secundair) water gelegen tussen de bouwstroken als water bestemd. De gronden zijn o.a. bestemd voor water, waterberging en oever met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, waaronder ook bruggen en dammen met voet- en fietspaden en ontsluiting en overige voorzieningen.
De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor de buiten de ontwikkellocatie gelegen bestaande bebouwing met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. Op de plankaart zijn de bebouwingsvlakken met daarbij de maximaal toegestane bebouwingshoogte opgenomen.
Artikel 8 Woongebied
De bestemming 'Woongebied' is toegekend aan het te ontwikkelen gebied Uithofslaan, fase 2. Binnen deze bestemming wordt de ontwikkeling van ca 300 kavels in de vorm van vrijstaande, twee onder een kap- en rijtjes woningen onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Dit is mede ten behoeve van collectief particulier opdrachtgeverschap. Op basis van het hiervoor geldende bestemmingsplan zijn reeds een aantal woningen gebouwd en/of is hier voor vergunning afgegeven. Daarom wordt zoveel mogelijk vastgehouden aan het bestaande stedenbouwkundig plan. De gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, parkeerplaatsen, groen, water en overige voorzieningen.
Artikel 9 Waarde - Archeologie 1 en Artikel 10 Waarde - Archeologie 2
De binnen de 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd om de gevonden archeologische waarden te behouden en te bewaren.
Binnen de 'Waarde - Archeologie 2' geldt de dubbelbestemming waar hoge te verwachten archeologische waarden zijn die beschermd dienen te worden.
De dubbelbestemming ''Waarde - Ecologie' is toegekend aan de Ecologische Hoofdstructuur binnen het plangebied. Behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) zijn de gronden mede bestemd voor het behoud van de ecologische waarden.
Artikel 12 Waterstaat - Waterkering
De gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een waterkering met de bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 14 Algemene bouwregels
De 'Algemene bouwregels' gelden voor alle bestemmingen. In de eerste plaats wordt hierin nu ook algemeen gesteld dat bouwwerken niet buiten bestemmings- en bebouwingsgrenzen mogen worden gebouwd. Kleine overschrijdingen van deze grenzen voor stoepen, kozijnen en dergelijke zijn wel toegestaan. Grote overschrijdingen van deze grenzen voor overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen zijn tot een bepaalde omvang ook toegestaan. Verder is algemeen voorgeschreven dat bouwwerken beneden peil uitsluitend zijn toegestaan binnen een bouwvlak, dat deze ondergrondse bebouwing uit niet meer dan één bouwlaag mag bestaan en is de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie in principe toegestaan op alle gebouwen met uitzondering van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of gebouwen in een rijksbeschermd stadsgezicht. Afwijken van deze algemene bouwregels wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting, kamerverhuurbedrijf, paddoshop, belwinkel of garagebedrijf: functies die voorheen in de Leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd.
Als in de bestemmingsregels wonen is toegestaan, is impliciet ook het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf en/of beroep toegestaan.
Op grond van de Wet milieubeheer vergunning- of zelfs meldingplichtige activiteiten passen uiteraard niet in de woonomgeving. Maar ook indien een activiteit niet vergunning- of meldingplichtig is, bestaat er kans op ongewenste overlast voor de omgeving, bijvoorbeeld geluid- of geurhinder. Dit kan met name het geval zijn bij de meer ambachtelijke beroepen. Van geval tot geval dient de (kans op) hinder voor de woonsituatie te worden nagegaan. Uitgangspunt bij de beoordeling is dat de hinder in principe niet onevenredig veel groter mag zijn dan in redelijkheid bij 'normale' bewoning (zonder beroepsuitoefening) het geval zou zijn.
Van belang is dat het karakter van de woning duidelijk herkenbaar blijft en dat de nadruk niet komt te liggen op de beroepsuitoefening. Ter illustratie: reclame-uitingen, anders dan een bescheiden 'bordje naast de deur' of de uitstalling van goederen op het bijbehorende erf betekenen reeds dat aan het karakter van de woning afbreuk wordt gedaan.
Detailhandel en horeca leveren in de regel een zodanig ongewenste verkeersaantrekkende werking op, dat het toelaten ervan in woongebied niet zonder meer passend wordt geacht.
Dit betekent dat wanneer de beroepsuitoefening een te grote verkeersaantrekkende werking heeft, deze niet is toegestaan. Wanneer dit het geval is, is niet op voorhand aan te geven. Dit hangt mede af van de stedenbouwkundige en verkeerskundige situatie ter plaatse. Ter illustratie: wanneer in de praktijk dagelijks gedurende langere tijd meer dan twee parkeerplaatsen benodigd zijn in verband met de uitoefening van een beroep aan huis, kan reeds sprake zijn van parkeerproblemen. Uiteraard is dit mede afhankelijk van de bestaande parkeerdruk in de omgeving. In voorkomende gevallen zal in overleg met gemeente en omwonenden naar een passende oplossing moeten worden gezocht.
Ook deze (direct meetbare) voorwaarde draagt eraan bij dat de eventuele hinder voor de omgeving wordt beperkt. Wanneer bijvoorbeeld de woning (vrijwel) geheel zou worden aangewend voor de beroepsuitoefening, is de kans op een ongewenste uitstraling naar de omgeving relatief groot.
Afwijken van de algemene gebruiksregels, ook het afwijken voor het meest doelmatige gebruik, wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels.
Artikel 16 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel staan regels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden binnen de op de plankaart opgenomen gebiedsaanduidingen. Het betreft de gebiedsaanduiding Waterstaat - beschermingszone, de beschermingszone van de waterkering. Verwezen wordt dat nadere regels hierover staan opgenomen in het Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland.
Artikel 17 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan in geringe mate afwijken van de maatvoering die in de bouwregels is bepaald en ook voor geringe afwijkingen in de begrenzing van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen. Verder is afwijken mogelijk voor de bouw van kleine nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en containers voor huishoudelijk afval.Ten slotte is afwijken mogelijk voor het bouwen beneden peil, buiten het bouwvlak.
Een belangrijk element van dit artikel is de afwijking van het algemene gebruiksverbod: het bevoegd gezag kan afwijken van het algemeen gebruiksverbod, indien strikte toepassing van het algemene gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Wel moet dit andere gebruik aansluiten bij het gebruik conform de bestemming en mag toepassing van de afwijking niet leiden tot een bestemmingswijziging.
De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzage legging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor bouwvergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.
Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Uithofslaan'