Plan: | Uithofslaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0255BUithofslaan-50VA |
Wet- en regelgeving en beleid
Externe veiligheid kan gedefinieerd worden als de veiligheid voor de omgeving van een gevaarlijke inrichting of transport van gevaarlijke stoffen. Elk nieuw ruimtelijk plan moet volgens het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (Bevi) en het op 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) getoetst worden aan de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico. Daarbij kunnen de volgende bronnen worden onderscheiden:
Het Bevi en het Bevb hebben als doel burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. De besluiten hanteren daartoe verplichte afstanden en grens- of richtwaarden en gaan uit van twee normen:
Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet het groepsrisico worden verantwoord (VGR). Naast de berekende waarden voor het GR moeten hierbij de zelfredzaamheid van burgers en de beheersbaarheid (door hulpverleningsorganisaties) van ongelukken worden beschouwd en onderbouwd. De risicomaten zijn vastgelegd in diverse besluiten en beleidsnotities en -nota's.
Verder onderscheiden het Bevi en het Bevb kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Zo wordt een woonwijk als een kwetsbaar object en twee woningen op één hectare als een beperkt kwetsbaar object omschreven.
De regionale visie Externe Veiligheid “Samen Werken aan Externe Veiligheid” (2006) van Haaglanden is gericht op het beheersen van de risico's van het werken met en het opslaan en transporteren van gevaarlijke stoffen. Het doel daarvan is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van de risico's waaraan burgers worden blootgesteld. Welk risico aanvaardbaar is verschilt per situatie en vraagt om een zorgvuldige afweging en duidelijke informatie aan burgers en bedrijven. Ook het Haags Gebiedsgericht Milieubeleid is erop gericht om afhankelijk van de gebiedstypen plaatsgebonden risico's en groepsrisico's beperkt te houden. Dit houdt in dat in gebieden met woonfuncties de risico's verwaarloosbaar moeten zijn en dat de risico's in werk- en verkeersgebieden klein moeten zijn.
Inrichtingen
Er zijn geen LPG-tankstations of andere inrichtingen voor de opslag van gevaarlijke stoffen in de omgeving van het gebied aanwezig of geprojecteerd waarvan de veiligheidscontouren op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende regeling geheel of gedeeltelijk in het plangebied zijn gelegen. Opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen en installaties van LPG-tankstations liggen op meer dan 150 m vanaf de grens van het plangebied. Een nader onderzoek naar het groepsrisico is niet vereist.
Het plangebied ligt evenmin binnen de effectafstanden van een inrichting voor de opslag van explosieven of binnen een veiligheidscontour van een inrichting waarvoor het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) van toepassing is
Buisleidingen
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. De noodzaak voor het verantwoorden van het groepsrisico is beoordeeld op grond van de inventarisatieafstanden zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 6 van het 'Handboek buisleidingen in bestemmingsplannen - Handreiking voor opstellers van bestemmingsplannen' van maart 2010. Het plangebied ligt buiten de geldende inventarisatieafstand van de meest nabij gelegen aardgastransportleiding. Er zijn geen plaatsgebonden risicocontouren die voor dit plan van belang zijn en het groepsrisico behoeft niet te worden berekend en verantwoord.
Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg
Invloedsgebieden
Op 1 november 2011 is de Handleiding Risicoanalyse Transport verschenen (concept). In deze handleiding zijn de effectafstanden 1%-letaliteit (invloedsgebieden) vastgelegd. In onderstaande tabel zijn de afstanden voor de meest gangbare stofcategorieën weergegeven.
Tabel 1: Invloedsgebieden vervoer gevaarlijke stoffen over de weg
Stofcategorie | Invloedsgebied [m] | |
LF1 | Brandbare vloeistoffen (diesel) | 45 |
LF2 | Brandbare vloeistof (benzine) | 45 |
GF3 | Brandbare gassen (propaan, LPG) | 355 |
GT3 | Toxisch gas (ammoniak) | 560 |
LT1 | Toxische vloeistof (acrynitril) | 730 |
LT2 | Toxische vloeistof (propylamine) | 880 |
LT3 | Toxische vloeistof (acroleïne) | > 4.000 |
LT4 | Toxische vloeistof (methylisocyanaat) | > 4.000 |
Bron: bijlagenrapport Handleiding Risicoanalyse Transport (HART)
Met het in werking treden van de gewijzigde Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, per 31 juli 2012 (Stcrt. 14687, 2012), is het gebruik van deze handleiding verplicht.
Basisnet
In het kader van de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen definieert het Rijk momenteel een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het Basisnet beoogt daarbij de spanning tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid te verminderen door het vaststellen van gebruiksruimten voor het vervoer en veiligheidszones voor de ruimtelijke ordening. De gebruiksruimte is de maximale vervoersintensiteit waarmee, bij het maken van berekeningen, rekening gehouden moet worden.
De volgens de circulaire voor Den Haag aan te houden veiligheidsafstanden en de voor stofcategorie GF3 geldende gebruiksruimten staan in onderstaande tabel.
Tabel 2: Veiligheidszones rijkswegen en referentiewaarden berekenen groepsrisico
wegvak | Veiligheids- zone [m] |
Gebruiksruimte GF3 | |
A4 | Pr. Clausplein - gemeentegrens | 13 | 4.000 |
A4 | Pr. Clausplein - Knp. Ypenburg | 23 | 3.743 |
A4 | Knp. Ypenburg - afrit 12 | 0 | 1.000 |
A12 | Prins Clausplein - afrit 4 | 0 | 1.500 |
A12 | afrit 4 - afrit 3 (Bezuidenhout) | 0 | 0 |
A12 | Prins Clausplein - Zoetermeer | 0 | 1.500 |
A13 | Knp. Ypenburg - afrit 9 (Delft) | 17 | 3.639 |
Bron: Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (bijlage 2)
Voor omgevingsbesluiten die ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken langs wegen die deel uitmaken van het Basisnet kan de berekening van het plaatsgebonden risico (PR) achterwege blijven. Bij het Basisnet gelden namelijk bovenvermelde veiligheidsafstanden.
De geprojecteerde bestemmingen liggen ver buiten de veiligheidsafstanden voor de hierboven opgesomde wegen.
Voor het vaststellen van het maximale invloedsgebied is gebruik gemaakt van de meest recente vervoerscijfers van Rijkswaterstaat. Hierbij zijn de volgende trajecten beschouwd:
- A4, tussen knooppunt Prins Clausplein en knooppunt Ypenburg (Z8)
- A4, tussen knooppunt Ypenburg en Den Haag Zuid (Z9)
- A4, tussen afslag Den Haag Zuid en afslag 13, Den Hoorn (Z10)
- A13, tussen knooppunt Ypenburg en afslag Delft (Z29)
De vervoersfrequenties voor deze wegvakken staan in onderstaande tabel.
Tabel 3: Vervoersfrequenties gevaarlijke stoffen rijkswegen Den Haag
Traject | GF3 | LT1 | LT2 | LT3 | LT4 |
Z8 | 2376 | 208 | 682 | 32 | 0 |
Z9 | 281 | 0 | 88 | 0 | 0 |
Z10 | 165 | 0 | 171 | 0 | 0 |
Z29 | 2431 | 299 | 521 | 34 | 0 |
Bron: Tellingen AVIV 2007 (databestand Rijkswaterstaat november 2011) en 2009 (A12)
Het plangebied ligt op meer dan 4 km vanaf de A4 en de A13 en ligt daarmee buiten het invloedsgebied van stofcategorie LT3. Er zijn geen maatregelen noodzakelijk in het kader van de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.
Het plangebied ligt ook op ruime afstand van de N211 waarover vervoer van LPG en propaan plaatsvindt.
Advies Veiligheidsregio Haaglanden
De gemeente heeft in het kader van het wettelijk verplichte vooroverleg (ex art. 3.1.1 BRO) de Veiligheidsregio om advies gevraagd.
De Veiligheidsregio geeft aan dat het plangebied wat de externe veiligheid, transport gevaarlijke stoffen over de weg (Loozerlaan) alleen in de invloedsgebied van het vervoer van giftige stoffen ligt, zie Bijlage 4 Reactie Veiligheidsregio Haaglanden omtrent de te treffen maatregelen wat betreft het reduceren van de effecten en maatregelen ten behoeve van de hulpverlening.