direct naar inhoud van 5.2 Stedenbouwkundig plan
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA

5.2 Stedenbouwkundig plan

In Scheveningen Haven is gebiedsontwikkeling voorzien op het het voormalige Norfolkterrein, het zuidelijk havenhoofd, het gebied rond de Kom en het noordelijk havenhoofd. Deze locaties ondergaan een transformatie die betrekking heeft op de stedenbouwkundige structuur, functies, bebouwingsopzet en de inrichting van de openbare ruimte. De uitgangspunten hiervoor zijn beschreven in Stedenbouwkundig Plan Scheveningen Haven 2025.


In het verlengde van het stedenbouwkundige plan voor de haven heeft de vissector zelf een businesscase met stedenbouwkundig voorstel ontwikkeld voor het Noordelijk Havenhoofd. De hieruit volgende uitgangspunten zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

5.2.1 Functionele structuur

De nieuwe stedenbouwkundige ontwikkeling in Scheveningen Haven is erop gericht om het plangebied te versterken als authentiek centrum met een mix van visserij, watersport, horeca, leisure en wonen. Uitgangspunt daarbij is een duidelijk profiel voor de verschillende havens. De Eerste Haven is exclusief voorbehouden aan vis en transport, terwijl de Tweede Haven trefpunt wordt voor toerisme, recreatie en watersport. De Derde Haven krijgt een flexibele maritieme bestemming, namelijk als jachthaven voor grote zeilschepen met medegebruik door bedrijfsschepen (niet milieuhinderlijk).


Oriëntatie op kust en haven

Het versterken van de oriëntatie op kust en haven is de gemeenschappelijke deler voor de verschillende ontwikkelingen binnen het plangebied. De aan het water gebonden functies zijn dan ook de dragers en de sfeermakers in het gebied. Dat geldt vooral voor de visserijsector en de strand- en zeilsporten. In aanvulling daarop is er een ambitieus programma vastgesteld voor vrijetijdsbesteding, met hotels, horeca, winkels en andere publiek aantrekkende functies. Bezoekers worden straks aangetrokken door de beleving van de haven gecombineerd met gebruik van één van de horecagelegenheden, een bezoek aan een winkel en het proeven aan cultuur. Diversiteit, een interessante functiemix en een openbaar karakter maken Scheveningen Haven tot een aantrekkelijke woonwijk en een duurzame en belangrijke toeristische bestemming, levendig in alle seizoenen.

Programma

Op het Norfolkterrein en het Noordelijk Havenhoofd zullen circa 700 woningen en circa 75.000 m² commercieel programma worden gerealiseerd, met daarbij 23.000 m² zelfrealisatie binnen het viscluster. In de regels van de bestemmingen die betrekking hebben op deze gronden zijn het aantal woningen en toegestane metrages van de verschillende functies in de specifieke gebruiksregels opgenomen.


Scheveningen Haven integraal onderdeel van de kuststrook

Scheveningen Haven wordt in de toekomst een integraal onderdeel van de kuststrook. Dat is de inzet van de stedelijke ontwikkeling in het gebied. Uitgangspunt voor de functionele hoofdopzet is daarom het toevoegen van publiekstrekkende functies op de beide havenhoofden en in de plinten van de bebouwing rond de Derde Haven. Dit geeft een impuls aan de aantrekkingskracht van de looproute langs de boulevard tussen Scheveningen Bad en -Haven. Ook een verbinding voor langzaam verkeer tussen de havenhoofden draagt daar aan bij.

Zonering en deelgebieden

Bij de nieuwe ontwikkelingen in de Haven is gekozen voor een heldere zonering van de verschillende programmaonderdelen. Het zoveel mogelijk concentreren van de functies in de haven maakt dat deze elkaar versterken en dat ze eenvoudiger te vinden en te bereiken zijn. Door de gekozen zonering ontstaan er deelgebieden die herkenbaar zijn in functie en sfeer. In de nieuwe ruimtelijk-functionele structuur worden de volgende deelgebieden onderscheiden:


Zuidelijk Havenhoofd en kop Noordelijk Havenhoofd

Het Zuidelijk Havenhoofd en de kop van het Noordelijk Havenhoofd vormen samen een deelgebied. Deze locaties hebben samen een bovenstedelijke betekenis, tot uitdrukking komend in bijzondere publiekstrekkende programma's, hoogwaardige architectuur en openbare ruimte. Bijzondere functies op deze locatie zijn een vijfsterrenhotel met bijhorende voorzieningen, een publiekstrekkende voorziening zoals een museale functie en een driesterrenhotel met bijhorende voorzieningen. Nieuwe huisvesting voor Rijkswaterstaat is een onderdeel van de ontwikkeling op het Zuidelijk Havenhoofd. Om de functionele samenhang tussen het Zuidelijk Havenhoofd en de kop van het Noordelijk Havenhoofd te versterken maakt het bestemmingsplan een verbinding voor voetgangers en fietsers mogelijk tussen de beide havenhoofden. Daarbij is ruimte voor ondersteunende voorzieningen (tot maximaal 20 m2) ten dienste van de oeververbinding, zoals een servicebalie of koffiecorner.


Noordelijk Havenhoofd 

Op het Noordelijk Havenhoofd wordt de viscluster aan weerszijden van de Visafslagweg vernieuwd. Dit draagt bij aan een efficientere bedrijfsvoering bij het verwerken van grotere aanvoervolumes. De visserijsector krijgt meer ruimte, de visafslag wordt gerenoveerd en uitgebreid en de aanlegsteiger van de Eerste Haven wordt verbreed en opgeknapt. Met deze ingrepen worden alle stappen van de visketen rond de Eerste Haven aan elkaar gekoppeld. De aanvoer, het sorteren, de afslag, de verwerking, de verkoop en uiteindelijk de levering van verse vis aan detailhandel en consumenten.


Aan de achterkant van de bedrijven aan de Visafslagweg, tussen de bestaande bebouwing en de dijk, komt een parkeergarage van drie verdiepingen. Het dak daarvan sluit qua hoogte aan op de kruin van de bestaande dijk. Op het dakniveau (en daarboven) is een gemengd toeristisch-recreatief programma voorzien met een sterke orientatie op de boulevard, het strand en de zee. Voorzien zijn onder meer vishoreca, de publiekstrekker "FISH", hotelappartementen (recreatiewoningen), sportfaciliteiten en sportretail.


Aansluitend op de genoemde indoor sportfaciliteiten komt er een beach-city op het strand bij het Noordelijk Havenhoofd, bestaande uit seizoensgebonden strandbebouwing ten behoeve van uiteenlopende strandsporten. Beach-city geeft een extra impuls aan het sportstrand en de evenementen die daar plaatsvinden.


Rond de Derde Haven 
De Derde Haven krijgt een flexibele maritieme bestemming, met een combinatie van een bedrijfsmatig gebruik en gebruik als jachthaven voor grote zeilschepen. De kades rond de Derde Haven worden ingericht als verblijfsgebied: een aantrekkelijke plek om de schepen te bekijken en te bewonderen. Langs de kades komt stedelijke kadebebouwing, waarvan de plinten zijn gereserveerd voor detailhandel, horeca en recreatie. Op de verdiepingen wordt gewoond, met zicht op de haven en zee.

Voor de inrichting van de Derde Haven geldt als uitgangspunt dat Rijkswaterstaat zijn huidige kade blijft gebruiken met twee schepen. Ook komt er in de Derde Haven ruimte voor minimaal een schip van Rederij Groen.

Het gebruik van de Derde Haven als jachthaven richt zich op grotere zeilschepen die vanwege hun diepgang niet de Tweede Haven in kunnen. Te denken valt hierbij aan schepen vergelijkbaar met de schepen die deelnemen aan de Volvo Ocean Race. Maar ook bij de jaarlijkse North Sea Regatta doen dergelijke schepen Scheveningen aan. Bij dergelijke evenementen wordt er rekening mee gehouden dat de kades daarvoor nodig zijn. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijke zeezeilhaven op een strategische locatie aan de kust.

Voormalige Norfolkterrein

Op het deel van het voormalige Norfolkterrein achter de kadebebouwing ligt de nadruk op de woonfunctie met beperkte ruimte voor ondersteunende voorzieningen op lokale schaal en mogelijkheden voor woon/werk ateliers. Het woonmilieu is te typeren als centrum stedelijk, gekenmerkt door de mix van wonen, werken en voorzieningen. Het woonprogramma bestaat uit een mix van grondgebonden woningen en appartementen. Bij de uitwerking van het woonmilieu wordt een onderscheid gemaakt tussen de rand langs de Houtrustweg ('wonen aan de duinlaan') en een in de luwte gelegen kleinschalig woonmilieu ('uit de wind, in de zon').

De Kom

De Kom krijgt een nautische bestemming, in aansluiting op de slipway (scheepshelling) die er al ligt. Het programma bestaat uit een zeilcentrum met trainingsfaciliteiten. De zeilsporten die nu al hun thuisbasis hebben aan de Kom krijgen nog meer de ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0028.jpg"afbeelding – functiekaart (NB. Dit zijn indicatieve kaartjes)

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0029.png"

afbeelding - deelgebieden (NB. Dit zijn indicatieve kaartjes)

5.2.2 Stedenbouwkundige structuur

Positie Scheveningen Haven in groter verband

De nieuwe stedenbouwkundige structuur speelt in op de bijzondere positie van Scheveningen Haven aan de kustlijn. Scheveningen Haven vormt de overgang tussen de 'stad achter de duinen' (de wijken Duindorp, Vogelwijk en Kijkduin ten zuiden van de haven) en de 'stad óp de duinen' (Scheveningen-Dorp en –Bad aan de noordkant van de haven). De nieuwe stedenbouwkundige structuur en invulling is erop gericht om deze twee losliggende gebieden aan elkaar te hechten. Aan de ene kant wordt de boulevard op de duinen doorgetrokken op het Zuidelijk Havenhoofd. Aan de andere kant krijgt het Norfolkterrein een stedelijke invulling waardoor de stad zich in de toekomst uitstrekt tot aan de zuidzijde van de havenmond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0030.png"

afbeelding - positie van Scheveningen Haven in groter verband

Samenkomst van verbindingsassen

Bepalend voor de nieuwe stedenbouwkundige structuur zijn twee verbindingsassen die samenkomen bij het Zuidelijk Havenhoofd. De eerste as is de boulevard die in Scheveningen-Bad begint en doorloopt tot het Noordelijk Havenhoofd. Op het Zuidelijk Havenhoofd krijgt de boulevard een vervolg tot aan de strandafslag. De tweede verbindingsas bestaat uit de Houtrustweg en Kranenburgweg, met daartussen het verversingskanaal. Deze as is de groene en stedenbouwkundige verbinding met de andere delen van Den Haag.

De plannen voor Scheveningen Haven zijn erop gericht de samenkomst van beide assen te versterken en accentueren. Dit draagt bij aan een betere inbedding van Scheveningen Haven in stedelijk verband en vergroot de herkenbaarheid van bijzondere plek aan de kustlijn, passend bij de gewenste internationale allure. De nieuwe opzet van het Zuidelijk Havenhoofd en het Noordelijk Havenhoofd speelt hierbij een centrale rol. De nieuwe bebouwing op deze locaties zal de continuïteit van het zeefront versterken en de bijzondere betekenis van het gebied rond de havenmond accentueren. Dit geldt in het bijzonder voor het 90 meter hoge vijfsterrenhotel. De samenhang wordt versterkt door het maken van een verbinding tussen de havenhoofden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0031.jpg"

afbeelding - verbindingsassen

Stedenbouwkundige opzet havenhoofden

Ter plaatse van het Noordelijk Havenhoofd en het Zuidelijk Havenhoofd krijgt Scheveningen Haven een gezicht aan de kustlijn van Scheveningen. De ontwikkeling op deze locaties zal de continuïteit van het zeefront versterken en de oriëntatie op de kust versterken. Op het Noordelijk Havenhoofd wordt een eind gemaakt aan de harde scheiding tussen boulevard en het achterland als gevolg van het huidige (puin)duin. Het talud van het (puin)duin wordt heringericht tot duinlandschap en er komt nieuwe bebouwing met zicht op boulevard en zee, bovenop de parkeergarage achter het duin.

Het Zuidelijk Havenhoofd en de kop van het Noordelijk Havenhoofd vormen samen een deelgebied met bijzondere bebouwing. Dit bijzondere karakter komt tot uiting in de functie, vorm en hoogte van de gebouwen. De bijzondere bebouwing binnen dit deelgebied markeert de omslag van de 'stad op de duinen' naar de 'stad achter de duinen', twee gebieden die door de ontwikkeling in Scheveningen Haven aan elkaar worden gehecht. Dit wordt ruimtelijk voelbaar gemaakt door bijzondere bebouwing aan weerszijden van de havenmond en door het 90 meter hoge vijfsterrenhotel dat het havengebied al op grote afstand markeert. De samenhang tussen de havenhoofden komt ook tot uiting in de aanleg van een boulevard over het Zuidelijk Havenhoofd, in het verlengde van de boulevard op het Noordelijk Havenhoofd. Ook is er een verbinding voor fietsers en voetgangers voorzien tussen de havenmonden.


Locatie vijfsterrenhotel

Het vijfsterrenhotel krijgt een plek in de holte van de zuidelijke havenarm, op het kruispunt van zee, duinen en haven. Het gebouw komt direct aan zee te staan en wordt ontsloten vanaf de boulevard op het Zuidelijk Havenhoofd. Door de keuze voor deze locatie zal het vijfsterrenhotel goed zichtbaar zijn vanaf de boulevard bij Scheveningen Bad en accentueert het gebouw de beëindiging van de boulevard. Bij een meer landinwaarts gelegen ligging op het Zuidelijk Havenhoofd of het Norfolkterrein zou dit niet het geval zijn omdat het gebouw dan vanaf de boulevard bij Scheveningen Bad uit beeld raakt als gevolg van de kromming in de kustlijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0032.png"

afbeelding – stedenbouwkundige opzet havenhoofden in samenhang met Scheveningen Kust

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0033.png"

afbeelding - stedenbouwkundig principe voor het aanhechten van 'stad op de duinen' en 'stad achter de duinen'

Naast de stedenbouwkundige betekenis op grotere schaal speelt ook de kwaliteit van de plek zelf een rol bij de keuze voor de locatie van het vijfsterrenhotel. Het vijfsterrenhotel is onderdeel van de economische doelstelling om het toeristische programma in Scheveningen Haven te versterken met hoogwaardige voorzieningen. Daarom is gezocht naar een unieke plek op het kruispunt van zee, duin en haven die daarbij past. De combinatie van de bijzondere functie en de speciale omgevingskenmerken geeft aanleiding voor een gebouwontwerp van internationale allure.

Structurerende routes

Drager van de nieuwe stedenbouwkundige structuur is een netwerk van openbare ruimtes dat Scheveningen Haven verbindt met de omgeving en dat de verschillende deelgebieden binnen het Havengebied met elkaar verbindt. De belangrijkste verbindende openbare ruimtes zijn: de Houtrustweg als stedelijke hoofdroute van de kust naar de stad, de boulevard als verbinding tussen Haven en Scheveningen Bad en het stelsel van kades dat zorgt voor verbinding van de verschillende plekken binnen het havengebied.

Als onderdeel van de ontwikkeling op het Noordelijk Havenhoofd wordt een impuls gegeven aan de ruimtelijke kwaliteit van de boulevard. In aansluiting op de nieuwe boulevard van Morales vanaf het fietspad een nieuw duinlandschap aangelegd. Uitgangspunt is het versterken van de ruimtelijke relatie tussen strand, boulevard, (puin)duin en de nieuwe wandelboulevard aan de bovenzijde van het duin. De ontsluiting van de parkeergarage loopt over dit duinlandschap. Net als op andere delen van de boulevard worden niveauverschillen geïntroduceerd om auto, voetgangers en fietsers uit elkaar te trekken.

De Houtrustweg, waarvan het gedeelte tussen de Duindorpdam en de kust op dit moment een erftoegangsweg is, en de kades krijgen ruime maten die bijdragen aan een toekomstbestendige inrichting, waarbinnen veranderingen in verkeersdruk en gebruik kunnen worden gefaciliteerd. Uitgangspunt voor de Houtrustweg is een vormgeving als een wijkontsluitingsweg (circa 40 meter breed), met een vrijliggend fietspad, een maximumsnelheid van 50 km/uur en een voorrangsweg. De kade rond de Derde haven krijgt een breedte van 20 meter. In paragraaf 5.2.5 wordt hier nader op in gegaan.

Vooral de boulevard en de kades zijn van belang om bezoekers op een aantrekkelijke en logische manier door het gebied te geleiden, langs de verschillende plekken met publieksvoorzieningen en met zicht op de diverse schepen en activiteiten op het water. Uitgangspunt is een zo goed mogelijke aansluiting van de kades rond de Derde Haven naar de boulevard en naar de Tweede Haven. De verbinding tussen de havenhoofden en een beweegbare brug over de Pijp dragen daar aan bij.

5.2.3 Bebouwing

Deze paragraaf bevat een toelichting op de bebouwing die gerealiseerd gaat worden binnen de nieuwe stedenbouwkundige structuur voor Scheveningen Haven. Eerst wordt beknopt een visie gegeven op het beoogde karakter van de bebouwing. Daarna wordt ingegaan op de stedenbouwkundige uitgangspunten die via het bestemmingsplan worden geborgd. Onderdeel daarvan is een algemene beschrijving van de bouwhoogtes in het gebied en een beschrijving over waterrobuust bouwen. Daarna volgt een toelichting van de bebouwingskenmerken per deelgebied.


Beoogde bebouwingstypologie en karakter

Bij de uitwerking van de plannen voor Scheveningen Haven staat voorop dat de nieuwe bebouwing de ruimtelijke samenhang en identiteit van de Scheveningse kuststrook in zijn geheel versterkt en bijdraagt aan de specifieke sfeer en betekenis van Scheveningen Haven. Zodat Haven binnen de Scheveningse Kuststrook een onderscheidend én aanvullend gebied blijft ten opzichte van Scheveningen Dorp en -Bad.

Gewenst is dat de nieuwe bebouwing aansluit op het havenkarakter en goed inspeelt op de verschillende kwaliteiten van zee, duinen en haven. De beoogde bebouwingskenmerken die hierbij horen worden beschreven en gevisualiseerd in het concept-Beeldkwaliteitsplan Scheveningen Haven. Dit beeldkwaliteitsplan wordt in de tweede helft van 2013 vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders als uitwerking van de Welstandsnota. Onderstaande algemene punten uit het concept-beeldkwaliteitsplan geven een indruk van het beoogde karakter van het toekomstige Scheveningen Haven:

  • een gevarieerd bebouwingsbeeld. Er zal veel variatie ontstaan in de korrelgrootte van de bebouwing. De grootste blokken staan aan de kade, in het achterliggende gebied is ruimte voor geparcelleerde bebouwing.
  • De bebouwingstypologie is afgestemd op de verschillende sferen binnen het gebied. Hierdoor is er een onderscheid tussen laanbebouwing, kadebebouwing, meer kleinschalige woonbebouwing in het binnengebied (uit de wind, in de zon) en zogenaamde 'specials' op betekenisvolle plekken met een bijzonder programma
  • een sterke relatie tussen gebouwen en openbare ruimte, dit komt tot uiting in de vormgeving van plinten, de situering van entrees aan het openbare gebied (straat, kade) en in een aantal gevallen herkenbare overgangszones tussen openbaar gebied en voorgevel.
  • parkeervoorzieningen zijn onderdeel van de architectuur. Parkeergarages worden zo vanzelfsprekend mogelijk opgenomen in de blokken door de hoogteverschillen in het terrein te benutten.
  • de gevels kenmerken zich door overwegend lichte kleuren die aansluiten bij de tinten van de boulevardzone. Het materiaalgebruik dient geschikt te zijn voor het ruwe klimaat aan zee en het zout.

Bouwhoogtes en oriëntatiepunten

De bouwhoogtes zijn weergegeven op de verbeelding. De bouwhoogtes zoals genoemd in deze paragraaf betreffen de bouwhoogte ten opzichte van maaiveld. Op de verbeelding zijn deze vertaald naar bouwhoogtes ten opzichte van NAP.

De gekozen bouwhoogtes zijn gemotiveerd vanuit de stedenbouwkundige betekenis van de verschillende locaties, en vanuit de gewenste samenhang tussen de bebouwing en de structuur van de openbare ruimte. De schaal en afmetingen van de verschillende openbare ruimtes spelen daarbij een rol.

De nieuwe stedenbouwkundige opzet kent een onderscheid tussen drie categorieën bouwhoogtes. De eerste categorie bestaat uit de bebouwing in de randen langs de kade van de Derde Haven en de Houtrustweg. Deze bebouwing krijgt overwegend een hoogte van maximaal 20 meter. De maximale hoogte van de rand van de viscluster aan het Adriaan Maasplein bedraagt 15 meter. Deze hoogte is lager vanwege de aard van het beoogde programma en met het oog op de samenhang met de kop van het Visafslaggebouw.

De tweede categorie bestaat uit de bebouwing die niet aan de rand van een hoofdroute of havenbekken ligt. De bouwhoogtes binnen het woongebied 'uit de wind, in de zon' is hiervan een voorbeeld. De bouwhoogte is met 2,5 tot maximaal 4 bouwlagen lager dan de bebouwing aan de randen.

De derde categorie bestaat uit de bijzondere bebouwing die onderdeel is van het zeefront of gelegen is op een plek waar een stedenbouwkundig accent gewenst is. Door bouwhoogte, vorm en hoogwaardige architectuur zal de bebouwing op deze plekken bijdragen aan de herkenbaarheid van Scheveningen Haven en de ruimtelijke oriëntatie binnen het gebied. De betreffende plekken en bijhorende bouwhoogtes zijn:

  • het Zuidelijk Havenhoofd: 90 meter hoog vijfsterrenhotel en een 25 meter hoog gebouw met een combinatie van een publiekstrekkende voorziening en huisvesting voor Rijkswaterstaat inclusief parkeren en de opslag van materiaal ten behoeve van Rijkswaterstaat.
  • de kop van het Noordelijk Havenhoofd: een driesterren hotel met een hoogte van circa 40 meter
  • aan de verbrede duinstrook tussen Noordelijk Havenhoofd en boulevard: ten opzichte van het voetgangersgebied van de boulevard (6,5 meter + NAP) bedraagt de bouwhoogte van de nieuwbouw bovenop de parkeergarage 15 tot 20 meter, ter plaatse van de verbrede duinstrook zijn drie hogere volumes met hotelappartementen voorzien van circa 25 tot 35 meter
  • een zeezichttoren op de rand van het Norfolkterrein bij de Kom, met een hoogte van circa 40 meter.
  • een zes tot achtlaags gebouw op de plek aan het einde van Afvoerkanaal. Dit gebouw markeert de beëindiging van deze groene structuur en het begin van het nieuwe stedelijk gebied op het Norfolkterrein.


De seizoensgebonden bebouwing van beach-city en het zeilcentrum bij de Kom buiten de genoemde categorieën. De hoogte van deze bebouwing komt voort uit het bijzondere programma en wordt nader toegelicht bij de beschrijving per deelgebieden. Daarnaast maakt het bestemmingsplan op een aantal plekken paviljoens mogelijk. De bouwhoogte hiervan blijft beperkt tot een bouwlaag.


Waterrobuust bouwen

Bij de nieuwbouw in Scheveningen-Haven wordt rekening gehouden met de buitendijkse ligging van het gebied. Klimaatadaptief en waterrobuust bouwen is daarom hier een belangrijk thema. Het Hoogheemraadschap van Delfland, Rijkswaterstaat, provincie Zuid Holland en de gemeente hebben afspraken gemaakt over de aanleghoogtes van nieuwbouw. Woningbouw moet op minimaal 6,9 meter boven NAP plaatsvinden. Voor overige functies is dat minimaal 4,2 meter boven NAP, voor de entree naar een parkeergarage geldt minimaal 4,5 meter boven NAP. Door het aanhouden van deze hoogtes wordt het risico op wateroverlast beperkt.

Bij de uitwerking van bouwplannen rond de Derde Haven en op de havenhoofden zijn 'wet proof' bouwen en 'dry proof' bouwen aandachtpunten. 'Wet proof' bouwen betekent dat ontstane schade door wateroverlast snel hersteld kan worden. Bij een overstroming mag water in het gebouw stromen. Na de overstroming kan het gebouw weer snel in gebruik worden genomen, na een schoonmaak van de begane grond. De gebouwconstructie dient bestand te zijn tegen waterdruk. 'Dry proof' bouwen wil zeggen dat het water bij een overstroming buiten het gebouw wordt gehouden. Bij 'dry proof' bouwen is de gevelconstructie bestand tegen waterdruk. Gedacht wordt aan bijvoorbeeld toepassing van waterkerende borstweringen en deuren. Ook wordt rekening gehouden met het waterrobuust realiseren van nutsvoorzieningen.

Beschrijving van de bebouwing per deelgebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0034.png"

Zuidelijk Havenhoofd en kop Noordelijk Havenhoofd

Het Zuidelijk Havenhoofd vormt samen met de kop van het Noordelijk Havenhoofd een deelgebied dat zich uitstrekt over weerszijden van de havenmond. Door de ligging heeft dit deelgebied een bovenstedelijke betekenis, wat tot uitdrukking komt in bijzondere publiekstrekkende programma's, hoogwaardige architectuur en openbare ruimte. In de tekst onder de volgende kopjes wordt dit nader toegelicht.

Vijfsterren hotel

Het 90 meter hoge vijfsterrenhotel wordt een markeringspunt dat aan het einde van de boulevard de overgang van de stad op de duinen naar de stad achter de duinen markeert. De ambitie is een gebouw van internationale allure, op het kruispunt van zee, duinen en haven. Het beoogde uiterlijk voor het hotel is een ranke toren met een sculpturale vorm.

De entree tot het vijfsterrenhotel ligt aan de boulevard die op het zuidelijk havenhoofd wordt aangelegd, als voortzetting van de door Morales ontworpen boulevard ten noorden van de havenmond. De entree tot het hotel ligt in het zicht van de Derde haven. Met het oog op zeewaterveiligheid en waterrobuust bouwen worden het maaiveld van de boulevard op het zuidelijk havenhoofd en de begane grond van het hotel aangelegd op 8 meter boven NAP.

De belangrijkste uitgangspunten voor het gebouw zijn:

  • 20.000 m2 vijfsterrenhotel en 5000 m2 bijhorende voorzieningen waaronder vergaderfaciliteiten, restaurant, wellness en leisure
  • bouwhoogte maximaal 90 meter
  • het gebouw wordt alzijdig ontworpen. De hoofdrichting van het gebouw is georienteerd op zee.
  • het vloerpeil van de eerste laag wordt aangelegd op minimaal 8 meter boven NAP
  • het parkeren moet worden opgelost binnen de bouwenvelop
  • aan of voor het gebouw moeten technische voorzieningen komen voor de scheepvaart: een lichtlijn en een aanvaarbeveiliging.

Gebouwcomplex Zuidelijk Havenhoofd

Het bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid voor de Rijkswaterstaatkavel op het Zuidelijk Havenhoofd. De wijzigingsbevoegdheid is gericht op het mogelijk maken van een gebouwcomplex dat plek biedt aan een publiekstrekkende voorziening en de nieuwe huisvesting van Rijkswaterstaat. Voor de publiekstrekkende voorziening wordt gedacht aan een museale functie. De beoogde plek voor de publiekstrekkende functie is aan de zuidkant van de locatie, bij de trap tussen boulevard en kade. De museale functie kan gecombineerd worden met een uitspanning, zoals horeca met een uitkijkterras aan de Derde Haven. De beoogde plek voor de nieuwe huisvesting van Rijkswaterstaat, bestaande uit kantoor, opslag en parkeren, is aan de zijde van de havenmond. Het nieuwe gebouwcomplex kan uit verschillende delen bestaan, maar het is gewenst dat deze als een eenheid worden ontworpen. Uitgangspunt is dat het 'complex' als totaal een ensemble vormt met de architectuur van het driesterren hotel aan de overzijde van de havenmond. In het stedenbouwkundige plan voor Scheveningen Haven is uitgegaan van een openbare kade rond de Derde Haven inclusief het Zuidelijk Havenhoofd. In de uitwerking wordt onderzocht hoe dit verenigbaar is met het programma van eisen van Rijkswaterstaat.


Naast het bovenstaande gelden voor het Zuidelijk Havenhoofd de bovenstaande uitgangspunten:

  • 4000 m2 publieksvoorziening, 750 m2 horeca en circa 2.300 m2 huisvesting Rijkswaterstaat en 3.600 m2 aan buitenruimte
  • de maximale bouwhoogte is 25 meter
  • het gebouwcomplex wordt alzijdig ontworpen
  • aan de haven vormt de bebouwing een gevelwand aan de haven.
  • de hoofdentrees van de functies liggen aan de kade van de Derde Haven

Kop Noordelijk Havenhoofd

Op de kop van het Noordelijk Havenhoofd gaat de boulevard over in het Adriaan Maasplein. Dit is een havenplein dat bestaat uit een voetgangersplein en een lager gelegen kade met werkplein. Het voetgangersplein biedt uitzicht over de havenmond en op de afgemeerde schepen aan de lager gelegen kade. Aan het voetgangersplein ligt een driesterrenhotel met horeca in de plint. Uitgangspunt is een markant gebouw met een sterke orientatie op de havenmond en de voorhaven. In volume en uitstraling vormt het driesterrenhotel gebouw een ensemble met de het gebouwcomplex op het Zuidelijk Havenhoofd. De vorm en plaatsing van het hotel dient aan de waterzijde veel ruimte over te laten voor verblijfsgebied, terrasfunctie en mogelijk enkele paviljoens.

Naast het bovenstaande gelden de volgende uitgangspunten:

  • het programma bestaat uit: 10.260 m2 driesterrenhotel, 500 m2 horeca in plint
  • de maximale bouwhoogte is 40 meter
  • het gebouw wordt alzijdig ontworpen, de plint is georiënteerd op het voetgangersplein en het water van de voorhaven en havenmond
  • het huidige havenkantoor kan ingepast worden in de nieuwe situatie

Noordelijk Havenhoofd, viscluster

De visserijsector met het visafslaggebouw, de koelhuizen, de verwerkingsbedrijven en de detailhandel krijgt meer ruimte op het Noordelijk Havenhoofd. Voorzien is een uitbreiding voor de visserijsector met ruim 10.000 m2 bedrijfsoppervlak, renovatie en uitbreiding van het karakteristieke visafslaggebouw en verbreding van de aanlegsteiger in de Eerste Haven. De uitbreiding van het visafslaggebouw is gesitueerd in een bouwvolume naast de huidige kop van gebouw, in hoogte daarop afgestemd. Dit bouwvolume grenst aan het werkplein bij de kade en biedt ook ruimte aan de KNRM.

Uitgangspunt is een scheiding van toeristisch verkeer en bedrijfsmatig verkeer. In de nieuwe opzet is de Visafslagweg vooral bestemd voor (vracht) verkeer van de daar gevestigde bedrijven. Aan de visbedrijven gerelateerde retail en horeca is zoveel mogelijk gesitueerd bij het begin van de Visafslagweg (zijde Vissershavenweg).

Uitgangspunt voor het programma is:

  • programma: 10.600 m2 bedrijfsruimte, 1.500 m2 kantoorruimte bij bedrijf, 400 m2 KNRM

Noordelijk Havenhoofd, parkeergarage en bebouwing aan de duinstrook

Aan de achterkant van de bedrijven aan de Visafslagweg, tussen de bestaande bebouwing en de dijk, komt een parkeergarage van drie verdiepingen. Deze garage krijgt een capaciteit van circa 1.000 plaatsen. Het dak van de garage sluit qua hoogte aan op de kruin van de bestaande dijk, waarvan het talud aan de boulevardzijde tot aan het fietspad wordt verbreed met het zand dat vrijkomt bij de aanleg van de parkeergarage. Het talud wordt ingericht als duinstrook en via wandelpaden toegankelijk gemaakt. Ook de ontsluiting van de parkeergarage loopt door de duinstrook. Uitgangspunt is dat de entree voor auto's ligt op de derde parkeerlaag, op 10 m + NAP.

Bovenaan de duinstrook, over het dak van de parkeergarage loopt een nieuwe wandelboulevard met uitzicht over strand en zee, in aansluiting op de bestaande monumentale trap. Aan deze wandelboulevard is bebouwing voorzien die in functie en uitstraling passen bij de toeristische kustsfeer. Deze bebouwing is gesitueerd bovenop de garage en deels boven de aangrenzende visbedrijven langs de Visafslagweg. De bebouwing aan de duinstrook bestaat uit drie delen:

Het eerste deel bestaat uit het verbrede duin met 'FISH', terras en hotelappartementen langs de wandelboulevard met uitzicht op zee en aan het strand. Het duinlandschap loopt op deze plek door tot op het dak van de parkeergarage. “FISH” is een publiekstrekkende functie, waar kan kennis maken met alles wat met vis en de rijkdom van de Noordzee te maken heeft. De hoofdentree van FISH en de hotelappartementen ligt aan de verbrede duinstrook. Het bestemmingsplan maakt een loopbrug over de Visafslagweg en het Visafslaggebouw mogelijk ten behoeve van 'FISH'.

Uitgangspunten zijn:

  • Het programma bestaat uit 5000 m2 “FISH”, 8000 m2 hotelappartementen en 5.000 m2 horeca.
  • de maximale bouwhoogte van de nieuwbouw bovenop de parkeergarage en aangrenzende bedrijfsbebouwing bedraagt 15 tot 20 meter (ten opzichte van het voetgangersgebied van de boulevard, gelegen op 6,5 meter + NAP). Ter plaatse van de verbrede duinstrook zijn drie hogere volumes met hotelappartementen voorzien van circa 25 tot 35 meter.
  • De hotelappartementen en overige functies krijgen een sterke oriëntatie op de boulevard en zee. De hotelappartementen hebben hun adres aan de zeezijde en horen bij de toeristische sfeer.
  • Een bebouwingsopzet bestaande uit meerdere volumes met open tussenruimte, een opzet die past bij Scheveningen Haven en zorgt voor transparantie in het zeefront.

Het tweede deel bestaat uit het sportprogramma aan het duinlandschap en wandelboulevard op het duin met een brugverbinding naar Beach City. Uitgangspunten zijn:

  • Programma: circa 3.700 m2 indoor sportaccomodatie plus kantine, 700 m2 horeca, 1.100 m2 sportgerelateerde detailhandel, 1.800 m2 cultuur en ontspanning.
  • de maximale bouwhoogte van de nieuwbouw bovenop de parkeergarage en aangrenzende bedrijfsbebouwing bedraagt 15 tot 20 meter (ten opzichte van het voetgangersgebied van de boulevard, gelegen op 6,5 meter + NAP).
  • Alle programmaonderdelen hebben hun voorkant en ingangen aan de wandelboulevard
  • Geleding in bouwvolumes met verspringingen in voorgevel en daklandschap, als afgeleide van het relief in het duinlandschap

Het derde deel bestaat de overgang van de duinstrook naar het Adriaan Maasplein. Op deze plek wordt de openbare ruimte versmald en begint de haven. Uitgangspunt is dat er een gevarieerde bebouwde rand ontstaat met actieve voorkanten met een publieke functie aan de openbare ruimte, in de loop naar het driesterrenhotel.

  • bouwhoogte: circa 15 meter
  • programma: in de plint publieke functies zoals horeca met terrassen, op de verdiepingen bedrijfsgerelateerde kantoorfunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0035.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0036.png"

Afbeelding - maquette stedenbouwkundig voorstel Noordelijk Havenhoofd (bron: businesscase Noordelijk Havenhoofd, Viscluster Scheveningen / VolkerWessels)

Voor de ontwikkeling van de parkeergarage en de bebouwing aan de duinstrook geldt dat aangetoond dient te worden dat het belang van de waterkering niet wordt geschaad. Daarnaast is voor graafwerkzaamheden in de zeewering een watervergunning van het Hoogheemraadschap van Delfland verreist. Graven in de zeewering is in de huidige situatie op basis van vigerend beleid niet mogelijk. Delfland werkt momenteel aan een actualisatie van het beleid voor medegebruik in de zeewering. Delfland is bereid gezamenlijk te onderzoeken op welke wijze ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden die de economische vitaliteit of ruimtelijke kwaliteit van het gebied versterken. Delfland stelt hierbij randvoorwaarden vanuit waterveiligheid (zie reacties Hoogheemraadschap van Delfland in hoofdstuk 7).


Beach-city

Beach-city is een toevoeging aan het sportstrand bij het Noordelijk Havenhoofd, grenzend aan de boulevard en de noordelijke havenarm. Uitgangspunt is seizoensgebonden bebouwing met faciliteiten die een aanvulling vormen op het beachstadion, een impuls geven aan de strandsporten, watersporten (onder andere surfsporten) en buitensporten (zoals boulderen en skaten). Deze strandbebouwing ten behoeve van uiteenlopende strandsporten sluit in maat, schaal en uitstraling aan bij de strandsfeer. Het gaat daarbij om het beachstadion voor de strandsporten met daaraan gerelateerde horeca, sportvoorzieningen en detailhandel. Beach-city draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het sportstrand voor bewoners, bezoekers, recreanten en sporters. Gewenst is dat de organische ontwikkeling tot uitdrukking komt in een informele opzet met een ongedwongen sfeer en een open uitstraling. In samenspraak met OCW/Sport wordt met betrokken partijen het programma voor een beach-city verder uitgewerkt. Het betreft particuliere initiatieven die aansluiten bij het sportbeleid en de locatie.

De ontwikkeling van beach-city kan starten vanaf 2014 en zal doorgroeien als na 2015 de tijdelijke parkeerziening bij de noordelijke havenarm komt te vervallen.

  • programma: 1.000 m2


Voormalig Norfolkterrein

Het programma voor het voormalige Norfolkterrein bestaat uit:

  • 550 appartementen en 150 grondgebonden woningen
  • in de plint rond de Derde Haven: 2000 m2 detailhandel, 2400 m2 horeca, 3.100 m2 cultuur en ontspanning, 2.000 m2 bedrijven
  • ca 1.100 m2 voorzieningen op lokale schaal
  • in de blokken rond de Derde Haven twee openbare parkeervoorzieningen met een gezamelijke capaciteit van circa 415 parkeerplaatsen
  • de benodigde parkeervoorzieningen voor bewonersparkeren

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0037.jpg"

Afbeelding - uitwerking stedenbouwkundig Plan Scheveningen Haven (bron: concept-beeldkwaliteitsplan, gemeente i.s.m. Urbis bureau voor stadsontwerp)


Op het voormalige Norfolkterrein wordt onderscheid gemaakt tussen kadebebouwing rond de Derde Haven, laanbebouwing langs de Houtrustweg, kleinschalig woongebied 'uit de wind, in de zon' en de zeezichttoren. Hierna volgend wordt de bebouwing van deze deelgebieden kort beschreven.

Rond de Derde Haven

Langs de kade van de Derde Haven bestaat de gewenste bebouwing uit heldere, grote blokken met een stoere uitstraling. De geleding van de blokken doet recht aan de grote maat van de haven. De kadebebouwing bestaat uit een voorzieningenplint met daarboven 3 tot 5 lagen woningen. Uitgangspunt is dat de plint een hoogte krijgt van minimaal 4,5 meter en dat er in de plint langs de kade naast de voorzieningenruimten ook plek is voor de hoofdentrees naar de woningen. Boven de voorzieningenplint biedt het bestemmingsplan ruimte voor uitkragingen tot 2 meter buiten de voorgevel. Hierdoor zijn er goede mogelijkheden om de woningen van beschutte buitenruimtes en serres te voorzien.

De belangrijkste kenmerken van de kadebebouwing zijn:

  • een voorzieningenplint met daarboven 3 tot 5 lagen woningen, met een maximale bouwhoogte van 23 meter
  • de plint van de bebouwing staat hoofdzakelijk in de rand van het bouwvlak of hooguit 1 meter terugliggend.
  • bij de hoek van de Derde Haven naar de kom is 1 keer ruimte voor een groot overstek, ter beëindiging en omkadering van de haven. Dit overstek begint vanaf de 2e verdieping (ca. vanaf 7,5m)

Houtrustweg: 'wonen aan een duinlaan'

Het beoogde karakter van de Houtrustweg is dat van een duinlaan, die een breed profiel krijgt met vrijliggend fietspad, maximum snelheid van 50 km/uur en voorrangsfunctie (wijkontsluitingsweg) met representatieve woonbebouwing. Gewenst is een gevarieerd straatbeeld waarin de bouwblokken zijn onderverdeeld in gebouwen van 40 tot 70 meter. Uitgangspunt is dat entrees aan de laan liggen en herkenbaar zijn in het gevelbeeld. Binnen de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen er woningen gerealiseerd worden die maximaal profiteren van het uitzicht en de bezonning door grote serres en terrassen aan de Laan.

De belangrijkste kenmerken van de laanbebouwing zijn:

  • De bouwhoogte bedraagt 4 tot 6 bouwlagen, op een maximale plint van 1.30 meter. Zo bedraagt de maximale hoogte 20 meter. Om een gevarieerd straatbeeld mogelijk te maken zijn bovenop de aangegeven bouwhoogte incidentele accenten van 2 bouwlagen toegestaan. Op deze plekken bedraagt de maximale bouwhoogte 26 meter.
  • Het kopgebouw aan het einde van het Afvoerkanaal krijgt een hoogte van maximaal 26 meter (8 lagen op een plint van 1.30 meter). Deze hoogte sluit aan op de nieuwe bebouwing van Duindorp (5-8 lagen).
  • Tussen het openbare gebied en de voorgevel ligt een overgangszone van 2 meter. Binnen deze zone mogen (half)verdiepte parkeergarages worden gebouwd met een hoogte van maximaal 1.30 meter. Ook uitkragingen van balkons, terrassen en erkers zijn er toegestaan.
  • Uitgangspunt is dat het parkeren plaatsvindt in (half)verdiepte parkeergarages. De parkeergarages van de laanbebouwing worden ontsloten via de Verlengde Kranenburgweg. Alleen de garages van de laatste twee blokken bij de haven worden ontsloten vanaf de Houtrustweg. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorrangsregeling op de Houtrustweg zelf. Deze garages bieden ook plek aan bezoekersparkeren.

Uit de wind, in de zon

In de luwte van de laanbebouwing langs de Houtrustweg en de kadebebouwing aan de Derde Haven ligt deelgebied 'uit de wind, in de zon'. Trefwoorden voor het beoogde karakter zijn kleinschaligheid, dorps en kindvriendelijk. De stedenbouwkundige opzet is gevarieerd, besloten pleintjes en straatjes wisselen elkaar af. Door de afwezigheid van auto's gaat het openbaar gebied functioneren als verblijfs- en speelgebied, ter aanvulling op de individuele tuin. De bebouwing binnen het deelgebied vormt een stedenbouwkundig ensemble, maar het is gewenst dat het individuele pand daarbinnen herkenbaar blijft. Het bestemmingsplan biedt ruimte aan grondgebonden eengezinswoningen, maar ook aan kleine appartementencomplexen of beneden- en bovenwoningen.

De belangrijkste bebouwingskenmerken zijn:

  • de bebouwing is 2,5 tot 4 lagen hoog
  • een bouwhoogte van 3 of 4 bouwlagen op overgangsplekken naar de aangrenzende hogere laanbebouwing.
  • Om een afwisselend straatbeeld te krijgen zijn verspringingen van de voorgevel toegestaan binnen een marge van 2 meter vanaf de rand van het bouwvlak.
  • Langs de Kranenburgweg en Hellingweg is er een overgangszone tussen voorgevel en trottoir van 1.70 meter breed, op andere plekken heeft de overgangszone een breedte van 1.20 meter.

Zeezicht toren

De Zeezicht toren is een 40 meter hoge appartemententoren op de hoek van de Kom, bij het begin van de kade rond de Derde Haven. De zeezicht toren is naast de hotels en de publieksfunctie op het zuidelijk havenhoofd één van de orientatiepunten in het gebied direct grenzend aan het water. Het beoogde karakter van de zeezichttoren is dat van een stoer en robuust gebouw dat stevig op de kade staat. Uitgangspunt is dat het gebouw als één geheel ontworpen wordt en een eenvoudige vorm krijgt met een alzijdige uitstraling. De voorgevels dienen daarom gebouwd te worden in de randen van het bouwvlak. In de plint is ruimte voor een publieksfunctie of kantoor. Het benodigde parkeren wordt mogelijk opgelost in het de parkeergarage van het naastgelegen blok op het voormalige Norfolkterrein of binnen de kavel op een volledig verdiepte garage.


Zeilcentrum

Aan de Kom is een Zeilcentrum voorzien met bedrijfsruimte voor nautische organisaties en zeilsportorganisaties. Het zeilcentrum zal mogelijk worden ontwikkeld in combinatie met uitbreiding van de bedrijfsbebouwing op de aangrenzende bedrijfskavel. Uitgangspunt is een gebouw met een herkenbare hoofdvorm, mogelijk in de vorm van een hal. De bouwhoogte bedraagt 12 tot 20 meter, respectievelijk 18 tot 25 meter plus NAP. Ten opzichte van het bestemmingsplan uit 1998 is de bouwhoogte op een deel van de kavel teruggebracht van 25 tot 18 meter plus NAP om aan te sluiten bij de hoogte van het voormalige Essohuis. Via een binnenplanse afwijking is overschrijding in hoogte wel toegestaan tot maximaal 25 meter om een geleidelijke overgang in hoogte naar het Essohuis mogelijk te maken.

Naast het voorgaande gelden de volgende uitgangspunten:

  • het programma op de locatie van het zeilcentrum bestaat uit: 2.430 m2 kantoren, 2.430 m2 bedrijfsvoorziening maritiem (inclusief bestaande pand), 500 m2 overdekte hal voor bootopslag, 1.600 m2 afsluitbare buitenopslag voor boten en 150 m2 leisure (bij de helling)
  • op de naastgelegen bedrijfskavel wordt rekening gehouden met uitbreiding van kantoorruimte en opslagloods.
  • Gewenst is dat de uitstraling van het gebouw aansluit bij de functie en een sterke relatie heeft met de kade door toepassing van grote openingen, deuren of ramen.
  • Uit- en inlaat van boten vindt plaats aan de kom.
5.2.4 Verkeer en parkeren

In het achtergrondrapport Verkeer wordt uitgebreid ingegaan op de effecten voor het wegverkeer, het openbaar vervoer en het langzaam verkeer (Bijlage 8 Achtergrondrapport verkeer). In onderstaande passages is hier een korte samenvatting van weergegeven.

Effecten wegverkeer als gevolg van de realisatie van de voorgenomen activiteiten

In Scheveningen Haven ligt in de huidige situatie en de referentiesituatie het merendeel van de functies die veel verkeer voor de reguliere avondspits op een werkdag opleveren rond de eerste en met name tweede haven. Op het Norfolk-terrein zijn alleen evenementen. Het verkeer naar en van de woningen in Duindorp en rond de haven leveren de meeste verkeersbewegingen op de beschouwde wegen. In het weekend (in de zomer) komt hier het strandverkeer bij.

Het verkeer dat van en naar Scheveningen Haven rijdt, maakt vooral gebruik van het stedelijke hoofdwegennet. Dit vormen de Johan de Wittlaan, de President Kennedylaan en de Segbroekweg. Deze wegen sluiten aan op de centrumring van Den Haag of op de diverse inprikkers vanaf het hoofdwegennet, zoals de Utrechtsebaan, N14 en N211. Vanaf dit stedelijke hoofdwegennet maakt het verkeer vooral gebruik van de Houtrustweg en in mindere mate van de Scheveningseweg, Statenlaan en de Van Boetzelaerlaan. Daarnaast is ook een deel van het verkeer afkomstig uit Scheveningen Dorp/Bad, dat via de Westduinweg rijdt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0038.png"

Op een reguliere werkdag zijn de intensiteiten op de diverse wegen in onderzoek niet hoog en zijn er in de avondspits geen doorstromingsproblemen. Op de diverse stedelijke hoofdwegen liggen de I/C-verhoudingen onder de 0.8 (hetgeen inhoudt dat de capaciteit op deze wegen afdoende is). Uit de Monitor Haagse Nota Mobiliteit (2013) blijkt dat de gemiddelde streefsnelheid op de route Johan de Wittlaan - de President Kennedylaan – Segbroekweg in meer dan 95% van de ritten wordt gehaald. Andere wegen in het studiegebied worden in deze Monitor niet beschouwd.

In de weekenden in de zomerperiode kunnen in de huidige situatie op de Westduinweg doorstromingsproblemen ontstaan. Deze hangen samen met de kruisingen bij de Statenlaan en de Zeesluisweg. Het kruispunt Duinstraat / Prins Willemstraat is op deze momenten ook druk bezet. De hoofdroutes naar Scheveningen Haven voldoen in het algemeen ook in de weekenden in de zomerperiode. Alleen op de topdagen (zeer warm strandweer in het weekend) is het op deze routes, als onderdeel van alle routes naar het strand, extra druk en kan het verkeer congestie ondervinden.

Als gevolg van de planontwikkeling neemt het verkeer toe op de diverse wegen van en naar Scheveningen Haven. Dit blijkt ook uit onderstaande figuur. Met name op de Houtrustweg, Kranenburgweg, Westduinweg en Scheveningseweg duidelijk toeneemt. Dit geldt ook voor de stedelijke hoofdwegen: Johan de Wittlaan, Segbroekweg en de President Kennedylaan. De grootste toenamen zijn berekend op de Houtrustweg en Kranenburgweg. Dit zijn de primaire ontsluitingsroutes voor het programma op het Norfolk-terrein. Opwaardering van deze wegen, zodat het verkeer hier geen doorstromingsproblemen ondervindt vormt onderdeel van de voorgenomen activiteiten. Ook op de Schokkerweg, Vissershavenweg en Zeesluisweg vindt een grote relatieve groei plaats. Voor deze wegen levert dit geen problemen op omdat het in absolute zin niet om grote aantallen gaat, zie ook onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0039.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0040.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0041.png"

De doorstroming op het stedelijk wegennet blijft op wegvakniveau in orde, ondanks de diverse toenamen op enkele wegvakken. Dit komt omdat de capaciteit van de wegen voldoende is om de toename aan intensiteiten te kunnen verwerken. De doorstroming op wegen wordt echter niet alleen beïnvloed door de capaciteit van de wegen. Met name de verwerkingscapaciteit van kruisingen kan leiden tot congestie. Op de meeste kruisingen in het studiegebied leidt dit naar verwachting niet tot doorstromingsproblemen. Wel wordt voorgesteld om de diverse kruisingen in het studiegebied te monitoren gedurende de realisatie van het Voorkeursalternatief. Hier kunnen indien noodzakelijk kleine aanpassingen (opstelstroken aanpassingen, verkeerslichtcyclus aanpassen) voor worden doorgevoerd.

Een aandachtspunt vormt mogelijk wel de toename van het verkeer op de Westduinweg en de Duinstraat. Hier kunnen mogelijk doorstromingsproblemen ontstaan op de kruisingen met de Schokkerweg, Zeesluisweg en Statenlaan). Deze kruisingen zijn momenteel ongeregeld (geen verkeerslichten). Vanwege de relatief lage intensiteiten op de Schokkerweg, Zeesluisweg en de Statenlaan is het echter niet erg dat mensen hier mogelijk iets langer moeten wachten om de Westduinweg en Duinstraat op te kunnen rijden. Als maatregel wordt voorgesteld om deze drie kruisingen gedurende de realisatiefase van het Voorkeursalternatief te monitoren en indien noodzakelijk de kruisingen licht aan te passen, zodat afslaande bewegingen niet leiden tot opstoppingen op de Westduinweg en Duinstraat zelf.

De reistijd tussen Scheveningen Haven en de drie belangrijke 'toegangspoorten' tot de Haagse regio zijn in onderstaande tabel weergegeven. De reistijd van en naar de poort 'N211 Nieuweweg' betreft na realisatie van de voorgenomen activiteiten circa 11,05 minuten. Dit is 9% langer dan in de referentiesituatie. De reistijd tussen Scheveningen Haven en de poort 'N14 aansluiting Rijksstraatweg' betreft in na realisatie van de plannen 12,15 minuten. Dit is 8% langer dan inde referentie. Ten slotte betreft de reistijd tussen Scheveningen Haven en de poort 'A4/A12' is 18,95 minuten. Dit is 5 % langer dan in de referentiesituatie. Deze toename is het gevolg van de toename van het verkeer door de realisatie van de voorgenomen activiteiten die dit plan mogelijk maakt. De toename van de reistijd is beperkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0042.png"

Autoverkeer 

Bij de ontwikkeling van Scheveningen-Haven zijn de ingrepen in de verkeerstructuur bedoeld om het autoverkeer naar de verschillende deelgebieden via de daarvoor meest geschikte routes te leiden.

Ontsluiting Norfolkterrein

Het havengebied van Scheveningen is vanaf de noordwestelijke hoofdroute bereikbaar via de opgewaardeerde Houtrustweg en de Westduinweg. Het Norfolkterrein is via de Kranenburgweg en de Duindorpdam aangesloten op de Houtrustweg. Via de Kranenburgweg zijn tevens de Hellingweg en de Dr. Lelykade (Tweede Haven) bereikbaar. In de toekomst blijft het Norfolkterrein bereikbaar via twee ontsluitingswegen (inprikkers) vanaf de Duindorpdam. Namelijk de Houtrustweg (50 km) en de Kranenburgweg (30 km).

De Houtrustweg zal vanuit de huidige functie als erftoegangsweg worden opgewaardeerd tot een nieuwe hoofdontsluiting voor het autoverkeer naar de woningen en functies rond de Derde Haven en het strand bij het Zuidelijk Havenhoofd. Het wegprofiel zal hiervoor worden opgewaardeerd. Deze opwaardering houdt in dat de weg een maximumsnelheid krijgt van 50 km/uur, een vrijliggend fietspad en een voorrangsfunctie. Ook de overige principes van deze weg worden conform de kenmerken vanuit Duurzaam Veilig voor een wijkontsluitingsweg toegepast. Door de opwaardering van deze weg ter hoogte van Duindorp krijgt de Houtrustweg het statige karakter van een duinlaan. Deze hoofdontsluiting eindigt aan het eind van de Houtrustweg, ter hoogte van de Derde Haven. Hier is ook de entree tot de publieksgarages te vinden.

De Kranenburgweg wordt de ontsluitingsweg voor de woonblokken tussen de Houtrustweg en de Kranenburgweg. Ook ontsluit deze weg de Hellingweg en de Dr. Lelykade.

Het nieuwe stedenbouwkundige plan gaat er vanuit de Houtrustweg en de Kranenburgweg ter hoogte van de Pluvierstraat met elkaar te verbinden. Dit is gunstig voor de flexibiliteit van de nieuwe wegenstructuur. De mogelijkheid om het aantal aansluitingen op de Houtrustweg vanuit Duindorp te verminderen zal onderzocht worden. Doel hiervan is parkeer- en verkeersoverlast in deze wijk tegen te gaan.

Het nieuwe stedelijke woongebied wordt zoveel mogelijk autoluw ontworpen. De parkeervoorzieningen worden ontsloten via de randen en het parkeren vindt hoofdzakelijk plaats binnen de bouwblokken. De openbare ruimte binnen het deelgebied 'uit de wind, in de zon' en de kades rond de Derde Haven worden ingericht als verblijfsgebied.

Ontsluiting Noordelijk Havenhoofd

Aan de zijde van het Noordelijk Havenhoofd is de Treilerdwarsweg samen met de Zeesluisweg en Vissershavenweg de belangrijkste route voor het autoverkeer. Deze route biedt toegang tot de Strandweg, waar tussen de Zeesluisweg en het Adriaan Maasplein tweerichtingsverkeer mogelijk blijft.

Op het Noordelijk Havenhoofd komt een parkeergarage tussen de bestaande bedrijfsbebouwing en het (puin)duin. De parkeergarage wordt ontsloten via de Strandweg waar om de doorstroming van het autoverkeer op de Strandweg zoveel mogelijk te waarborgen een rotonde wordt aangelegd. Deze krijgt een voldoende lange opstelstrook richting de parkeergarage.

In de nieuwe situatie worden op het Noordelijk Havenhoofd bedrijfsmatig verkeer en recreatief autoverkeer zoveel mogelijk gescheiden. De Visafslagweg is daarom vooral bestemd voor (vracht)verkeer van de daar gevestigde bedrijven en geen onderdeel meer van het circuit voor recreatieve autoverkeer. De boulevard is in de toekomst slechts beperkt toegankelijk voor vrachtverkeer, namelijk alleen voor nood- en hulpdiensten en voor expeditieverkeer (strandtenten en beach-city). Het werkplein bij de kade is via de Visafslagweg voor vrachtverkeer en bestemmingsverkeer bereikbaar voor het laden en lossen van schepen. Bij calamiteiten kunnen de hulpdiensten vanaf de Strandweg via de kade naar de Visafslagweg rijden. Het Adriaan Maasplein zelf wordt overwegend autovrij, waarbij uiteraard het hotel bereikbaar zal zijn voor het afzetten en ophalen van haar gasten.


Reconstructie Duindorpdam

Herinrichting van de Duindorpdam is nodig om de toekomstige hoeveelheid autoverkeer te kunnen verwerken. Uit een studie naar de verkeersafwikkeling lijkt een rotonde op de kruisingen Houtrustweg-Nieboerweg en Westduinweg-Kranenburgweg de beste verkeerskundige oplossing. Dit past binnen de op de plankaart (verbeelding) opgenomen verkeersbestemming.

Langzaam verkeer 

De hoofdroute voor het fietsverkeer vanuit het centrum komt langs de Houtrustweg te liggen, in het verlengde van de bestaande fietsroute tussen de Houtrustbrug en de Duindorpdam. Deze sterfietsroute is de belangrijkste verbinding vanuit de stad langs het verversingskanaal naar Scheveningen-Haven en het strand.

Tussen het Westduinpark en Scheveningen-Dorp wordt een langzaamverkeerverbinding aangelegd. Deze komt vanaf de Wieringsestraat en loopt via de Hellingweg langs het Nautisch Centrum Scheveningen naar de Tweede Haven en via een beweegbare brug over de Pijp naar de Zeesluisweg. Vandaar kan men over de Schokkerweg en de Vissershavenweg naar de boulevard fietsen of via een andere route naar Scheveningen-Dorp.

Grote delen van het gebied krijgen een autoluw karakter. Dit betekent veel ruimte voor voetgangers rond de Derde Haven en in het gebied ten zuidoosten van de Derde Haven. Ook de (verlengde) boulevard op het Zuidelijk Havenhoofd en de hoge boulevard op het Noordelijk Havenhoofd zijn alleen toegankelijk voor langzaam verkeer (behalve bij calamiteiten). De voetgangersgebieden en hun onderlinge verbindingen vormen een netwerk van wandelroutes langs de kades en de bijbehorende recreatieve functies. De kades blijven wel bereikbaar voor laden en lossen en voor nood- en hulpdiensten. Grote delen van de wandelroutes zijn ook toegankelijk voor fietsverkeer.

Een goede verbinding tussen de kades van de Tweede Haven is van groot belang voor de sfeer en de recreatie in het havengebied. De beweegbare brug over de Pijp maakt onderdeel uit van de route voor langzaam verkeer langs de waterkant. Het streven is om schepen voorrang te geven op voetgangers en fietsers. Dit wordt nader uitgewerkt in nauw overleg met de gebruikers van de Tweede Haven. De routes door de autoluwe binnenterreinen van het woongebied zijn vooral voor de direct omwonenden van belang.

Openbaar vervoer

Een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer is belangrijk voor de herontwikkeling van Scheveningen-Haven. In het stedenbouwkundig plan wordt daarom rekening gehouden met een reservering voor een hoogwaardige openbaarvervoerverbinding (RandstadRail-kwaliteit) in het nieuwe, verbrede profiel van de Houtrustweg. Ter hoogte van het Meeuwenhof buigt dit tracé af naar de Kranenburgweg, om ter hoogte van de Kranenburgweg de Duindorpdam te kruisen.

In de huidige situatie is Scheveningen Haven matig tot redelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. In onderstaande figuur is het openbaar vervoersysteem nabij Scheveningen Haven weergegeven. De eerste en tweede haven zijn bereikbaar met tramlijnen 11 en 17. Langs het havengebied ligt het tracé van buslijn 22 (Westduinweg).

  • Lijn 11 verbindt Scheveningen Haven via een route langs het afvoerkanaal, De Verademing en de Haagse Markt met station HS;
  • Lijn 17 verbindt Scheveningen Haven via het World Forumgebied met de binnenstad en de stations CS en HS en verder via Laakkwartier en Rijswijk met Wateringse Veld;
  • Bus 22 verbindt Scheveningen Haven enerzijds met Duindorp en anderzijds via Scheveningen Dorp en Scheveningen Bad met de binnenstad, met station CS en met Duinzicht (Benoordenhout).

In de Haagse Nota Mobiliteit zijn streefwaarden voor reistijden vastgelegd voor OV-verbindingen tussen toplocaties in Den Haag en de OV-poorten. Scheveningen Haven is benoemd als een Randstedelijke toplocatie. Van de benoemde OV-poorten zijn de stations HS, CS het belangrijkst. Als streefwaarde voor Scheveningen Haven is in de Haagse Nota Mobiliteit een maximale reistijd vanuit deze toplocatie naar een van de genoemde OV-poorten vastgesteld op 20 minuten in de spits. Dit is inclusief de wachttijd bij de halte. In de huidige situatie wordt de streefwaarde van 20 minuten tussen Scheveningen Haven enerzijds en de stations Den Haag CS en Den Haag HS anderzijds niet gehaald.

Voor een reis tussen Scheveningen Haven en station CS kan men het best gebruik maken van tramlijn 17. Deze tram heeft tijdens de avondspits tussen de halte Van Boetzelaerlaan en de halte CS een rijtijd van 19 minuten. Vanuit een groot deel van Scheveningen Haven is de looptijd tot de halte Van Boetzelaerlaan groter dan 10 minuten. De wachttijd is gedefinieerd als de helft van de frequentie, hetgeen in dit geval bij een frequentie van elke 7,5 minuten een tram uitkomt op ruim 3,5 minuten wachttijd. De totale reistijd komt daarmee (incl. wachttijd) uit op bijna 33 minuten.

Als alternatief voor tramlijn 17 richting station CS kan buslijn 22 worden genomen. Deze buslijn heeft meer haltes die dichter bij het havengebied zijn gelegen, waardoor de looptijd verkort kan worden tot 5 minuten. Op de route van buslijn 22 tot station CS zijn meer bushaltes gelegen, waardoor de rijtijd tussen Scheveningen Haven en station CS met buslijn 22 uitkomt op 30 minuten. Buslijn 22 rijdt maar 2 keer per uur (wachttijd: 15 minuten), waardoor de gemiddelde reistijd uitkomt op 50 minuten.

Voor een reis tussen Scheveningen Haven en station HS is tramlijn 11 het meest geschikt. Tijdens de avondspits heeft deze tramlijn een rijtijd van 18 minuten naar station HS. Voor de looptijd vanuit het havengebied naar de dichtstbijzijnde haltes op lijn 11 wordt uitgegaan van 10 minuten; de wachttijd komt in dit geval tijdens de avondspits bij een frequentie van elke 12 minuten een tram uit op 6 minuten. De totale reistijd komt daarmee (incl. wachttijd) uit op 34 minuten.

In Scheveningen Haven wordt een nieuw programma met woningen, winkels en werkgelegenheid ontwikkeld. Uit bezoekersonderzoek van ZKA blijkt dat het aantal bezoekers toeneemt van 3,5 miljoen naar (maximaal) 6 miljoen bezoekers op jaarbasis. Het zwaartepunt van dit nieuwe programma ligt op het Norfolkterrein en bij het Noordelijk Havenhoofd. Deze gebieden worden momenteel niet met het openbaar vervoer ontsloten. De dichtstbijzijnde haltes van het openbaar vervoer liggen op meer dan 500 meter loopafstand. De groeiende vervoersvraag vanuit bezoekers en inwoners vereist een goede ontsluiting van Scheveningen Haven op het openbaar vervoer. Omgekeerd is de OV-bereikbaarheid een belangrijke vestigingsfactor voor inwoners, bedrijven en voorzieningen in Scheveningen Haven. Indien deze locatie(s) niet per OV zouden worden ontsloten, is er een risico dat de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen onvoldoende van de grond komen.

In de structuurvisie Wereldstad aan Zee (RIS 126237) en in de Haagse Nota Mobiliteit (RIS 180762) is opgenomen dat Scheveningen Haven op het openbaar vervoer wordt aangesloten door het doortrekken van een tramverbinding naar het Norfolkterrein. In de Haagse Nota Mobiliteit wordt ingezet op een goede bereikbaarheid van de Haagse toplocaties. Scheveningen Haven is in de nota aangemerkt als een Randstedelijke toplocatie. De toplocaties moeten binnen aanvaardbare reistijden bereikbaar zijn om goed te kunnen functioneren. De toplocaties worden daarbij bij voorkeur door RandstadRail bediend, met een snelle verbinding naar hoofdstation HS, CS of Laan van NOI. Vanaf deze stations is er een goede aansluiting op het landelijk spoornetwerk en op andere RandstadRaillijnen. Daarmee komen stad, regio en Randstad per openbaar vervoer binnen het bereik van Scheveningen Haven te liggen. Aangezien de tramverbinding naar Scheveningen Haven voor 2020 is voorzien, staat vast dat binnen de planperiode toepassing gegeven zal worden aan de wijzigingsbevoegdheid.

Het doortrekken van een tramverbinding naar Scheveningen Haven kan kostendekkend plaatsvinden; de extra exploitatiekosten worden gedekt door de groei van het aantal OV-reizigers. Zowel bezoekers, inwoners als werknemers zullen meer gebruik maken van het openbaar vervoer richting de kust. Uit het onderzoek van ZKA blijkt dat er meer bezoekers voor het openbaar vervoer kiezen als de OV-ontsluiting van Scheveningen Haven verbetert door het doortrekken van een tramverbinding naar het Norfolkterrein. Het aantal bezoekers dat met het OV naar Scheveningen Haven komt, neemt toe van 0,53 naar 1,37 miljoen bezoekers op jaarbasis. Hierbij is nog geen rekening gehouden met extra reizigers vanuit het programma van woningen, werkgelegenheid op het Norfolkterrein en de betere bediening van de wijk Duindorp.

Het staat nog niet vast via welk tracé deze tramverbinding op het bestaande tramnetwerk kan aansluiten. Een onderzoek zal nog moeten uitwijzen hoe kan worden aangesloten op het bestaande tramnetwerk in de omgeving (zie hiervoor ook de Nota van Beantwoording behorend bij het raadsvoorstel van dit bestemmingsplan). De tramverbinding wordt, voor zover gelegen binnen het plangebied, mogelijk gemaakt via een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid.


Verbinding tussen de havenhoofden

Onderdeel van de stedelijke ontwikkeling in het havengebied is het maken van een verbinding tussen de havenhoofden. Deze verbinding draagt bij aan een betere ruimtelijke en functionele samenhang van het Zuidelijk Havenhoofd en het gebied rond de Derde haven met de Scheveningse Kuststrook. De verbinding tussen de havenhoofden zorgt voor een betere bereikbaarheid van de voorzieningen in het havengebied en maakt 'een rondje' door de haven mogelijk.

Dit is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie: voor wandelende en fietsende bezoekers die komen vanuit Scheveningen Bad en –Dorp is het Adriaan Maasplein niet langer het eindpunt van de boulevard. Op grotere schaal draagt de verbinding over de havenmond bij aan een betere bereikbaarheid van de Scheveningse kust via openbaar vervoer. Door de nieuwe verbinding liggen straks ook het Noordelijk Havenhoofd en sportstrand op loopafstand van de toekomstige tramverbinding (eindhalte Houtrustweg ter hoogte van de Derde Haven).

Het bestemmingsplan maakt de verbinding tussen de havenhoofden mogelijk. De wijze waarop de verbinding vorm zal krijgen is nog in onderzoek. Een kabelbaanvariant is onderzocht, maar niet alle mogelijkheden zijn uitputtend geïnventariseerd en onderzocht. Er zijn meerdere technieken denkbaar, bijvoorbeeld een zweefbrug. Op basis van het beschikbare budget zal de gemeente een creatieve uitvraag doen, waar marktpartijen aan kunnen deelnemen met een technisch haalbaar idee om de oeververbinding te realiseren en deze ook te exploiteren.

Parkeren 

Bij de inrichting van de verkeerswegen en het aanbod van parkeerfaciliteiten hanteert de gemeente als grondslag de gemiddelde drukte, niet de piekdrukte. Voor evenementen wordt bekeken of er aanvullende faciliteiten nodig zijn. Bijvoorbeeld in de vorm van extra parkeervoorzieningen voor trailers bij zeilevenementen of een pendelexpress.

Het plangebied is grotendeels autoluw. Het parkeren wordt hoofdzakelijk opgelost in parkeergarages op eigen terrein. Om overlast in de omgeving zoveel mogelijk te beperken, wordt betaald parkeren op termijn in Scheveningen-Haven en Duindorp ingevoerd. In de openbare ruimte komt slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen voor, namelijk de bestaande parkeerplaatsen langs de Houtrustweg bij de bebouwing van Duindorp en langs de Kranenburgweg en de Hellingweg.

Bewonersparkeren 

In de blokken rond de Derde Haven komen publieksgarages, met ook een deel van de parkeerplaatsen voor de woningen. De woonblokken tussen de Houtrustweg en de Kranenburgweg krijgen onder elk bouwblok garages voor de woningen erboven.

Publieksgarages

De grootste van de drie voor het publiek toegankelijke parkeergarages komt op het Noordelijk Havenhoofd, op het smalle gedeelte van de Visafslagweg tussen de bestaande bebouwing en de dijk. Deze krijgt een capaciteit van circa 1000 plaatsen. Het huidige tijdelijke parkeerterrein op het strand telt 400 plaatsen. Dit aantal wordt teruggebracht tot 87 wanneer de nieuwe garage bij het Noordelijk Havenhoofd gereed is. De andere twee publieksgarages bevinden zich in de bebouwing rond de Derde Haven, met een gezamenlijke capaciteit van circa 420 plaatsen. Hierbij wordt uitgegaan van dubbel gebruik door bezoekers van de diverse functies in het gebied.

5.2.5 Openbare ruimte

De openbare ruimte heeft een samenbindende functie die ervoor zorgt dat de verschillende deelgebieden binnen Scheveningen Haven samen een geheel vormen en goed aansluiten op de wijdere omgeving. Het bestemmingsplan legt de hoofdstructuur en maatvoering van de openbare ruimte vast. De openbare ruimte krijgt in de meeste gevallen een bestemming als verkeersgebied (in verschillende gradaties), water of groen. De gekozen bestemming sluit aan bij de beoogde sfeer en inrichting, zoals nader uitgewerkt in het beeldkwaliteitsplan Scheveningen Haven. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste openbare ruimten in het gebied.

Boulevard

Onderdeel van de planvorming voor Scheveningen Haven is het doortrekken van de boulevard naar het Zuidelijk havenhoofd, tot aan het eindpunt van de Houtrustweg. De samenhang tussen beide havenhoofden wordt daarmee versterkt, passend bij het meer toeristische karakter van deze gebieden. De boulevard krijgt de bestemming verkeer-verblijfsstraat. De maatvoering is zo gekozen dat verblijfsfunctie gecombineerd kan worden met bestemmingsverkeer. De beoogde inrichting en materialenpalet van de doorgetrokken boulevard sluit aan op het uitgevoerde boulevardontwerp van Morales.

Als onderdeel van de ontwikkeling op het Noordelijk Havenhoofd wordt een impuls gegeven aan de ruimtelijke kwaliteit van de boulevard. In aansluiting op de nieuwe boulevard van Morales vanaf het fietspad een nieuw duinlandschap aangelegd. Uitgangspunt is het versterken van de ruimtelijke relatie tussen strand, boulevard, (puin)duin en de nieuwe wandelboulevard aan de bovenzijde van het duin. De ontsluiting van de parkeergarage loopt over dit duinlandschap. Net als op andere delen van de boulevard worden niveauverschillen geïntroduceerd om auto, voetgangers en fietsers uit elkaar te trekken. Wandelpaden door de duinstrook verbinden de nieuwe wandelboulevard met het voetgangersdeel van de boulevard en het strand.

Derde Haven

De beoogde sfeer rond de Derde Haven en het direct aangrenzende woonmilieu achter de kadebebouwing is robuust en op verblijf gericht. De inrichting en materialisering van de kades en de openbare ruimte in het aangrenzende woonmilieu passen daarbij. De kades vormen een belangrijke attractie in het gebied. De beoogde inrichting nodigt de voetganger uit om te flaneren, te zitten en om van het water en de schepen te genieten. Het beeldkwaliteitsplan voorziet daarom onder meer op de kop van de Derde Haven in een lage kade die contact biedt met het water. Uitgangspunt is dat de kade een autovrije inrichting krijgt, waarbij de kade wel toegankelijk blijft voor laad- en losverkeer. De kades rond de Derde Haven krijgen de bestemming Verkeer-verblijfsstraat. De breedte van de kades zoals opgenomen op de verbeelding van het bestemmingsplan is 20 meter. Deze maat maakt een flexibel gebruik mogelijk.

Laan naar Zee (Houtrustweg)

De Houtrustweg wordt vormgegeven als Laan naar Zee. De Laan naar Zee is een stedelijke hoofdroute van de stad naar de kust en Scheveningen Haven, zowel voor auto, fiets en in de toekomst mogelijk ook voor randstadrail. Daarbij past de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg. De laan krijgt dwarsprofiel met een breedte van circa 40 meter. Dit is een royale maat die naast rijstroken ook ruimte biedt aan een sterfietsroute, een groenstrook, trottoirs een reservering voor de toekomstige randstadrail (in de groenstrook). De beoogde inrichting van de groenstrook sluit aan op het duinlandschap. De groenstrook is als zodanig bestemd. Bij het beoogde laanprofiel wordt rekening gehouden met de aanwezige ondergrondse leidingen.

Tweede Haven (incl. Hellingweg en Kranenburgweg)

De Hellingweg en de Kranenburgweg zijn secundaire ontsluitingsstraten en krijgen de bestemming Verkeer-Straat. De inrichting van de Hellingweg en de Kranenburgweg sluiten aan bij de huidige sfeer en inrichting van de Tweede Haven.

Speelvoorzieningen

Bij de uitwerking van de openbare ruimte worden speelvoorzieningen voorzien op het autoluwe Adriaan Maasplein bij de Derde Haven, in de groenvoorziening aan het einde van het verversingskanaal en binnen het autoluwe woongebied 'uit de wind, in de zon'.


Hoogtes

De hoogteligging van de openbare ruimte is in veel gevallen bepalend voor de vloerpeilen van de aangrenzende bebouwing. Het gebied kent relatief grote hoogteverschillen, die slim benut kunnen worden bij de aanleg parkeergarages en bij de afvoer van regenwater, wat

rechtstreeks via goten naar het oppervlaktewater kan worden afgevoerd, zodat een hemelwater riool overbodig is. In de uitwerking van de openbare ruimte zoals opgenomen in het concept-beeldkwaliteitsplan wordt uitgegaan van de volgende maaiveldpeilen:

  • de hoogte van de recent heringerichte Houtrustweg (ca. 8 m + NAP), ter hoogte van de nieuwbouw van Duindorp, wordt zo ver mogelijk wordt doorgetrokken richting zee en het zuidelijk havenhoofd.
  • binnen het deelgebied 'uit de wind, in de zon' is de maaiveldhoogte ca. 8 m+ NAP, maar kent plaatselijk wel enige variatie om de afstroming van het regenwater mogelijk te maken.
  • de kades rond de derde haven liggen tussen de 4,5 en 5 m.+ NAP. Aan één zijde van de haven ligt daarnaast ook een lage kade van ca. 2.5 m+ NAP. Hellingbanen en trappen verbinden de verschillende niveaus en lopen op een plek zelfs zoveel mogelijk door tot in het water.
  • voor de Hellingweg / Kranenburgweg gelden de bestaande hoogtes (ca. 6,5 m + NAP) als uitgangspunt.

Regenwater
Uitgangspunt voor de inrichting van de openbare ruimte is het opvangen en zichtbaar afvoeren of laten infiltreren van regenwater. De bodemgesteldheid in Scheveningen Haven leent zich voor het direct laten infiltreren van regenwater, door het aanwezige verloop en de aanwezigheid van het havenbekken is het bovengronds afvoeren van regenwater een goede mogelijkheid. Beide opties maken een hemelwaterriool overbodig en dragen bij aan de belevingswaarde van de openbare ruimte.

5.2.6 Groen en water

De transformatie van Scheveningen-Haven heeft gevolgen voor de openbare ruimte. De vraag naar recreatief gebruik ervan door bewoners en bezoekers neemt toe. Daarnaast biedt de openbare ruimte mogelijkheden voor de tijdelijke ruimtebehoefte bij evenementen.

Groen en natuur

Bij de verbreding van de Houtrustweg is het uitgangspunt om de groene taluds van het verversingskanaal zoveel mogelijk te behouden. Deze verbreding zal op termijn nog nader worden uitgewerkt. Zoals aangegeven in de beantwoording van de vooroverlegreactie van de Wijkvereniging Vogelwijk (zie hoofdstuk 7) zijn overigens de taluds ter plaatse geen onderdeel meer van de ecologische hoofdstructuur, uitsluitend het water is op die locatie nog onderdeel van de stedelijke ecologische hoofdstructuur. Het verversingskanaal eindigt bij een aantrekkelijke groene zone (het groene theater) met speelvoorziening. De Houtrustweg zelf wordt ingericht als laan met duinstruweel om het duinkarakter te benadrukken. De natuurlijke begrenzing van de Houtrustweg en het duingebied en de doorsteek naar het strand worden verbeterd.
Het groen in de luwte van de woningblokken past eveneens bij het karakter van het duingebied. De paden in het Westduinpark, dat voor de bewoners op wandelafstand ligt, worden verbeterd in het kader van het beheerplan.

Openstelling zenderpark

Het in het Westduinpark gelegen zenderpark (Radio Scheveningen) is in de huidige situatie gesloten. Omdat het zenderpark wordt opgeheven, zal dit deel feitelijk onderdeel uit gaan maken van het EHS- en Natura 2000-gebied. Naar verwachting zal het zenderpark op termijn worden opengesteld. Om ongecontroleerd gebruik tegen te gaan, wordt het terrein gereguleerd opengesteld, vanaf het moment dat de eerste mensen in het gebied komen wonen (volgens planning 2017). Tevens wordt het aantal paden beperkt en worden delen van het gebied ontoegankelijk gemaakt. Ten aanzien van het openstellen van het zenderpark zijn de volgende mitigerende maatregelen opgenomen in het mitigatiesplan Scheveningen Haven (zie ook paragraaf 4.3):

  • het verwijderen van de zendmasten;
  • het behoud van enkele gebouwen met een natuureducatieve functie;
  • het laten liggen van de ondergrondse inductielussen en verankeringspunten en laten overwoekeren (door het verwijderen zou de ondergrond nog veel meer ongewenst verstoord worden);
  • het verwijderen van de meeste paden;
  • het verbreden van 1 pad dwars door het gebied en aanleggen van een nieuw stukje pad voor de aansluiting van het bestaande pad door het zenderpark op de routestructuur door het Westduinpark;
  • het aanplanten van duindoorn bij de in- en uitgang van bestaande paden om te voorkomen dat deze alsnog gebruikt worden;
  • het pas openstellen van het zenderpark als de eerste woningen bewoond worden.
5.2.7 Duurzaamheid

Duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt voor de nieuwe ontwikkeling in Scheveningen Haven. Deze paragraaf gaat in op de belangrijkste duurzaamheidsaspecten met een ruimtelijke component, zoals stedelijk ruimtegebruik, toekomstbestendige structuren (flexibiliteit) en duurzame bereikbaarheid.

Stedelijk grondgebruik

De op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken en bouwhoogten maken een stedelijk grondgebruik en bouwen in hoge dichtheid mogelijk. Langs de kades van de Derde Haven en op het Noordelijk Havenhoofd is sprake van meervoudig ruimtegebruik door stapeling van functies. Het efficiënt benutten van de beschikbare ruimte wordt onder meer mogelijk door toepassing van gebouwde parkeervoorzieningen binnen de bebouwingsvlakken.

Menging van functies biedt in Scheveningen Haven kansen voor uitwisseling van warmte en koude tussen functies. Zo zijn er op het Noordelijk Havenhoofd goede condities voor het benutten van restwarmte van koelhuizen voor de verwarming van de nieuwe voorzieningen die ontwikkeld gaan worden.

Toekomstbestendige ruimtelijke structuren

De stedenbouwkundige hoofdstructuur is zo toekomstbestendig mogelijk ontworpen. De Houtrustweg en de kades krijgen een robuuste maatvoering die flexibiliteit bieden. Onvoorziene toekomstige veranderingen in (verkeers)gebruik, ondergrondse infrastructuur en hemelwateropvangsystemen kunnen hierdoor worden ingepast.

Klimaatbestendigheid is een onderdeel van toekomstbestendige ruimtelijke structuren. Door de buitendijkse ligging van Scheveningen Haven is waterrobuust bouwen een belangrijk thema. In de plannen is hier rekening mee gehouden bij de keuze van de maaiveldpeilen en vloerpeilen. Dit speelt een rol op de havenhoofden en bij de kades aan de Derde Haven. Maaiveldpeilen en vloerpeilen zijn zo gekozen dat het risico op wateroverlast dooroverstroming beperkt blijft. Bij de uitwerking van de openbare ruimte is een klimaatbestendige inpassing van nuts-voorzieningen zoals trafo's een aandachtspunt.

Leefbare en sociaal veilige openbare ruimte

De gekozen stedenbouwkundige opzet biedt goede condities voor een leefbare en sociaal veilige openbare ruimte. De structuur van de openbare ruimte is zo ontworpen dat er een netwerk van langzaam verkeersroutes ontstaat, veelal langs de waterkant. In het bestemmingsplan is geborgd dat entrees tot de voorzieningen en woningen gelegen zijn aan verblijfsgebied, zodat ze bijdragen aan levendigheid en sociale controle.

In de nieuwe ontwikkeling is het aantal parkeerplaatsen op straat beperkt. Dat draagt bij aan de leefbaarheid in de openbare ruimte. Op het voormalige Norfolkterrein ontstaat hierdoor een grotendeels autoluw woonmilieu. De nieuwe bezoekersparkeergarage op het Noordelijk Havenhoofd draagt bij aan verbetering van het verblijfsklimaat aan de boulevard.

Het gebied kent veel hoogteverschillen. Bij de uitwerking van het openbare ruimte ontwerp, die als onderlegger is gebruikt voor de maatvoering van de verbeelding, is rekening gehouden met toegankelijkheidseisen voor mensen met een beperking.

Duurzame Bereikbaarheid en parkeren

Onderdeel van stedelijk grondgebruik is een duurzame bereikbaarheid. Naast het waarborgen van de bereikbaarheid per auto draagt de ontwikkeling in de Haven bij aan een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer. In het bestemmingsplan is rekening gehouden met het doortrekken van RandstadRail naar Scheveningen Haven, met een eindhalte aan de Houtrustweg ter hoogte van de Derde Haven. Bij de maatvoering van de Houtrustweg op de Verbeelding is zodanig dat naast RandstadRail ook de sterfietsroute vanuit het centrum naar Scheveningen Haven ingepast kan worden.

Het bestemmingsplan maakt de oeververbinding tussen de havenhoofden en de verbinding over de Pijp mogelijk. Beiden verbeteren het netwerk van langzaam verkeerroutes door het havengebied. Door de oeververbinding valt ook een groter gebied binnen het bereik van de eindhalte van de toekomstige RandstadRail-lijn.

Ook bij de uitwerking van de plannen voor Scheveningen Haven speelt duurzaamheid een rol. Als onderdeel van de planvorming heeft de gemeente samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering in het eerste kwartaal van 2013 een proeftuin georganiseerd voor Scheveningen Haven. Deze proeftuin bestond uit twee sessies met deelnemers van betrokken overheidsinstanties en marktpartijen. Onderzocht zijn de mogelijkheden voor duurzame energie, waterrobuust bouwen en klimaatbestendigheid. Hoewel de uitkomsten van de proeftuin buiten het kader van dit bestemmingsplan vallen, geeft onderstaand overzicht een beeld van de mogelijkheden.

Energie

Het bestemmingsplan maakt inpassing van de huidige (tijdelijke) zeewaterwarmtecentrale mogelijk. In het kader van de planuitwerking voor Scheveningen Haven stelt de gemeente met betrokken partijen een energievisie op. Daarbij worden onder andere de volgende maatregelen onderzocht:

  • Lokaal warmte- en elektriciteitsnet (smart grid)
  • Inpassing en uitbreiding van de Zeewatercentrale Scheveningen Haven
  • Aanleg hoog- en laagspanningsnet
  • Benutten van aanwezige restwarmte en biomassa in het gebied
  • Zonne-energie

Klimaatbestendigheid

Uit de proeftuinensessies is een aantal ideeën naar voren gekomen dat bijdraagt aan een duurzame inrichting van de openbare ruimte en nutsvoorzieningen.

  • Bovengrondse afvoer van hemelwater
  • Toepassing van groene daken
  • Gebruik van gezuiverd afvalwater (ten behoeve van drinkwaterbesparing)
  • Duurzame inpassing van kabels en leidingen
5.2.8 Lichtlijnen

Samenhangend met de stedelijke ontwikkeling op het Norfolkterrein en het gebied rond de Derde Haven zullen de lichtmasten van de witte lichtlijn worden verplaatst. Uitgangspunt voor de planontwikkeling is dat de witte lichtlijn in de toekomst functioneel intact blijft. De gemeente gaat bij de verplaatsing van de lichtmasten van de witte lichtlijn van het volgende uit:

  • Situering van het voorste licht in de buitenhaven op circa 220 meter vanaf het kruispunt van de groene lichtlijn en de witte lichtlijn. Voorstel is dat het voorste licht op 13 meter plus NAP wordt aangelegd.
  • Situering van het achterste licht op circa 100 meter vanaf het voorste licht, in de rand van het bestemmingsvlak van het vijfsterrenhotel. Het licht kan geïntegreerd worden in de gevel van het gebouw. Voorstel is dat het achterste licht op 18 meter plus NAP wordt aangelegd.

De nieuwe locatie van de lichtmasten van de witte lichtlijn wordt bepaald in overleg met Rijkswaterstaat en het gemeentelijk havenbedrijf. De voorgestelde nieuwe positie van de lichtmasten van de witte lichtlijn is weergegeven op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA_0043.jpg"

afbeelding - voorstel verplaatsing lichtmasten van de witte lichtlijn