direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - 2
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA

Artikel 4 Bedrijf - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. bedrijven in de categorieën 1 en 2 uit de Staat van bedrijven op Bedrijventerreinen, zoals opgenomen in bijlage 3;
  • b. bedrijfsverzamelgebouw;
  • c. dienstverlening;

en ter plaatse van de aanduiding;

  • d. 'bedrijf tot en met categorie 3' tevens bedrijven in de categorie 3 uit de Staat van bedrijven op Bedrijventerreinen, zoals opgenomen in bijlage 3;
  • e. 'specifieke vorm van bedrijf - 1' zijn tevens werkzaamheden op of aan schepen voor de jachthaven (SBI-code 932G) toegestaan;
  • f. 'horeca tot en met categorie 2' tevens voor horeca in de categorie middelzwaar;
  • g. 'kantoor' tevens voor kantoor,

één en ander met inachtneming van het bepaalde in het derde lid en met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het daartoe op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. indien geen bouwvlak op de verbeelding is aangegeven, dienen de gebouwen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd, waarbij het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de hoogte hiervan niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • b. in uitzondering op het gestelde in sub a is één botenkraan toegestaan met een maximale bouwhoogte van 14 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
  • b. detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen.
  • c. ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak van een bedrijf mag worden benut ten behoeve van kantoren behorende bij dit bedrijf, zulks met een maximum van 1.500 m2 binnen het bestemmingsvlak.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het eerste lid:

  • a. opdat daar niet genoemde bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met de wel in lid 1 genoemde bedrijven;
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot een hogere milieucategorie dan ter plaatse is toegestaan, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit de toegelaten milieucategorie.