direct naar inhoud van 4.9 Bezonning
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-50VA

4.9 Bezonning

In januari 1996 is door de toenmalige raadscommissies voor Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting en voor Verkeer en Vervoer, Binnenstad en Monumenten, een norm vastgesteld voor bezonning in de omgeving van een geprojecteerde ontwikkeling. De Haagse bezonningsnorm gaat er vanuit dat de ondergrens op tenminste twee mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari tot 21 oktober, uitgaande van een zonhoogte van meer dan 10 graden, moet liggen. In afwijking van de lichte TNO-norm is in de Haagse norm de bezonning van gevels maatgevend, onafhankelijk van de plaats van de ramen. Bij de lichte TNO-norm werd namelijk de bezonning op het midden van de vensterbank van de binnenkant van het raam gerekend. Bij besluit van het college op 9 februari 2010 is deze norm geactualiseerd. Dit is besproken met de raadscommissie Ruimte op 22 september van dat jaar. Het besluit behelst de bestaande bezonningsnorm (uit 1996) op hoofdlijnen te handhaven en - waar nodig - aan te passen en aan te scherpen. Onderzoek is vereist indien sprake is van een bouwhoogte van meer dan 25 meter of als de nieuwbouw ten minste 1½ keer de hoogte heeft van de gemiddelde hoogte van de omgeving. Het betreft onder meer gevels van hoofdgebouwen, waarin, in de breedste zin, wordt gewoond. Bij de gevel van een woning is in de berekening sprake van bezonning, indien een denkbeeldig punt (het 'meetpunt') op de gevel in de zon ligt. Het meetpunt ligt op 0,75 meter hoogte, op het midden van de gevel.

In opdracht van de gemeente wordt door Peutz bv een rekenkundig bezonningsonderzoek uitgevoerd voor Scheveningen Haven. Doel van het onderzoek is het vasstellen en beoordelen van de mogelijke invloed van realisatie van de bebouwing volgens het stedenbouwkundig plan en de in het bestemmingsplan opgenomen individuele ontwikkelingen, op de bezonning van de omliggende bebouwing. Daarnaast is de te verwachten bezonningsduur ter plaatse van de te realiseren woningen binnen het plangebied bepaald. Het onderzoeksrapport is als bijlage bijgevoegd (Bijlage 17 Bezonningsonderzoek dakopbouwen en bouwplannen).

Doel van het onderzoek is het beoordelen van de invloed van de nieuwbouw op de bezonning van de omliggende woonbebouwing in relatie tot de huidige bezonningssituatie. De beoordeling van de bezonningssituatie wordt uitgevoerd conform de bezonningsnorm zoals gesteld door de gemeente Den Haag. Bij de schaduwwerking ten gevolge van de dakopbouwen geldt naast een absolute toetsing tevens de excessenregeling voor situaties waarbij de bezonning met meer dan 50% afneemt.

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een door de gemeente aangeleverd 3D-computermodel van de betreffende bebouwing. In overleg met de gemeente is het model op een aantal plaatsen aangevuld en verfijnd. In het 3D-model zijn in totaal 2121 meetpunten geplaatst bij onder meer 828 woningen die in het invloedsgebied vallen van de geplande nieuwbouw. De beoordeling vindt plaats op basis van de bezonningsduur ter plaatse van de meetpunten. Tevens is onderzoek verricht naar de bezonning van in totaal vier pleinen bij onder meer scholen. Hier is sprake van voldoende bezonning indien gedurende 2 uur meer dan 50% van de oppervlakte (meer dan 50% van het aantal meetpunten) in de zon ligt. Daarnaast zijn ter indicatie van de te verwachten bezonningssituatie meetpunten geplaatst bij de geplande woningen op het Norfolk-terrein. Aangezien de bezonningsduur ter plaatse van nieuwe woningen buiten het toetsingskader van de gemeentelijke bezonningsnorm valt zijn de resultaten zonder verdere beoordeling opgenomen in de bijlage van de rapportage.


Uit de resultaten kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

  • De nieuwbouw geeft bij een deel van de gevels van omliggende woningen extra schaduw. De invloed is vastgesteld op de toetsingsdatum 19 februari. De zonnestanden op deze datum komen met een verschuiving van een uur in verband met de zomertijd vrijwel overeen met die op 21 oktober. Behoudens de maanden november, december en januari is in de rest van het jaar door hogere zonnestanden doorgaans een veel kleinere invloed te verwachten.
  • In de huidige bebouwingssituatie voldoet bij 63 (8%) van de onderzochte woningen en één van de onderzochte pleinen de bezonning niet aan de gemeentelijke bezonningsnorm. Bij 33 van deze woningen en op het plein treedt een verdere verslechtering op van de bezonningssituatie als gevolg van de geprojecteerde nieuwbouw. Deze situatie wordt in de resultaten gemarkeerd met de kleur blauw.
  • Bij 42 woningen (5%) waarbij in de huidige bebouwingssituatie voldoende zon ontvangen wordt volgens de gemeentelijke bezonningsnorm is een dusdanige verslechtering als gevolg van de nieuwbouw te verwachten dat de bezonningsduur onder de grenswaarde van 2 uur komt. De bezonningssituatie voldoet hiermee niet aan de bezonningsnorm. In de weergegeven tabellen en situatietekeningen is deze situatie gemarkeerd met de kleur rood.
  • In het kader van de excessenregeling is daarnaast bij 9 (1%) van de onderzochte woningen sprake van een afname van de bezonningsduur van meer dan 50% ten gevolge van geprojecteerde dakopbouwen. Dit wordt eveneens in de tabellen en afbeeldingen geaccentueerd met de kleur rood. Bij een deel van deze woningen is tevens sprake van een bezonningsduur van minder dan 2 uur.
  • De 'blauwe' en 'rode' meetpunten bij in totaal 84 woningen en één pleinen zoals bovenstaand beschreven zijn gegroepeerd. Zo zijn in totaal 14 aandachtsgebieden vastgesteld waarbij de bezonning niet voldoet aan de gemeentelijke bezonningsnorm ten gevolge van de geprojecteerde nieuwbouw.
  • De nieuwbouw in de aandachtsgebieden die volgens de resultaten van het onderzoek te veel schaduw geeft is in het 3D-model aangepast om zo te komen tot een situatie waarbij de bezonning bij alle onderzochte woningen en pleinen binnen de normstelling blijft. Hiertoe is dat deel van de schaduwgevende nieuwbouw dat bepalend is voor overschrijding van de norm uit het 3D-model verwijderd.
  • De bezonningsduur is aan de hand van de aangepaste nieuwbouwsituatie opnieuw berekend. Bij alle onderzochte woningen en pleinen wordt door de aanpassingen minimaal 2 uur zon ontvangen of bij woningen waarbij dit in de huidige bezonningssituatie al niet mogelijk is treedt geen verdere verslechtering op. De afname van de bezonningsduur als gevolg van dakopbouwen bedraagt in verband met de excessenregeling maximaal 50%.


Conclusie

De resultaten van het onderzoek, in het bijzonder de gegevens die volgen uit de optimalisatie, zijn gehanteerd bij het verfijnen van de bestemmingsplankaart (verbeelding). Er is daardoor conform het gemeentelijk beleid direct uit de plankaart op te maken op welke locatie een dakopbouw/bebouwing kan worden gerealiseerd.