Plan: | Spuikwartier 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0247ESpuikwartr-50VA |
Binnen de ruimtelijke ordening wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu en de beperkingen die milieuaspecten opleggen. Een van de instrumenten die een bijdrage kan leveren aan het milieubelang binnen de besluitvorming van ruimtelijke ingrepen is het instrument 'milieueffectrapportage', kortweg m.e.r. Een milieueffectrapportage brengt de milieugevolgen van een besluit in beeld, voordat het besluit wordt genomen. Zo kan het bevoegd gezag dat het besluit neemt de milieugevolgen op een transparante en navolgbare wijze bij haar afwegingen betrekken.
Wettelijk kader milieueffectrapportage
Milieueffectrapportage is gebaseerd op Europese regelgeving (richtlijn van de raad van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten). In Nederland is m.e.r. geregeld in de Wet milieubeheer (Wm) en in de uitvoeringswetgeving in de vorm van een Algemene Maatregel van Bestuur (het Besluit milieueffectrapportage). Er bestaat een beperkte en een uitgebreide m.e.r.-procedure. Daarnaast gelden voor projecten, die vallen onder onderdeel D van de bijlage bij het Besluit m.e.r., een m.e.r.-beoordelingsplicht of een vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht. Welke procedure van toepassing is, hangt af van het project. Ten behoeve van de in dit bestemmingsplan opgenomen ontwikkeling van het Spuiforum, is een m.e.r.-beoordelingsplicht doorlopen. De opgestelde m.e.r.-beoordeling (projectnr. 260052, revisie 2, 15 april 2013) is als bijlage 3 bij de toelichting opgenomen.
Resultaten m.e.r.-beoordeling
Uit de uitgevoerde m.e.r.-beoordeling blijkt dat de effecten voor de onderzochte (milieu)thema's niet leidt tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Hierdoor is het niet noodzakelijk een m.e.r.-procedure voor de ontwikkeling van het Spuiforum te doorlopen. De belangrijkste effecten betreffen bodem, archeologie, geluid en luchtkwaliteit. Voor bodem en archeologie dient bij de realisatie van de ontwikkeling rekening gehouden te worden met daar aanwezige vervuilde grond (in het geval van bodem) en de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden (archeologie). Ten aanzien van luchtkwaliteit is een lichte toename van de concentratie NO2 berekend op de Schedeldoekshaven van circa 0.7 microgram per m3. Deze bijdrage valt onder de bepalingen van niet in betekenende mate bijdragen en leidt ook niet tot overschrijdingen van de gestelde normen.
Ten slotte zorgt de realisatie van Spuiforum ervoor dat bebouwing dichter op het Spui en de Schedeldoekshaven komt te staan. Hier wordt de geluidbelasting op de gevel dusdanig dat hiervoor hogere grenswaarden verleend dienen te worden.