direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 4
Plan: Regentesse-/ Valkenboskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA

Artikel 8 Gemengd - 4

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die behoren tot de categorieën A en B uit de 'staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging' als opgenomen in bijlage 3 van de regels, groothandel en opslag;
  • b. wonen;
  • c. dienstverlening en kantoor;
  • d. kantoor;
  • e. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van welzijnsvoorzieningen en culturele voorzieningen;

- en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding

  • f. 'detailhandel'; gebruik ten behoeve van deze aanduiding;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
  • c. in uitzondering op het voorgaande onder 'b' mag ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - dakopbouw’ een dakopbouw van maximaal 3,5 m hoogte gebouwd worden;
  • d. aanbouwen en bijgebouwen mogen zich buiten het bouwvlak, op het achtererf bevinden met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,5 m, tenzij op de plankaart anders vermeld;
    • 2. de hoogte van aanbouwen de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met niet meer dan 0,3 m mag overschrijden, tenzij op de plankaart anders vermeld;
    • 3. de maximum oppervlakte aan aan- en bijgebouwen mag buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m2 en maximaal 50% van het bouwperceel bedragen;
    • 4. Wanneer het bouwperceel meer dan één voorgevelrooilijn heeft, is buiten het bouwvlak een bebouwingspercentage van 100% toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang” dient een onderdoorgang ter breedte van de aanduiding in stand te worden gehouden en mag geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping.
8.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m en, indien deze zich voor de voorgevel bevinden, niet meer dan 1 m.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1 onder a voor bedrijven die niet behoren danwel voorkomen tot de categorieën A , B en C van de staat van bedrijfsactiviteiten bij menging als opgenomen in bijlage 3 van de regels, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die wel behoren tot deze staat en:
    • 1. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft;
    • 2. omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke deskundige.