direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Regentesse-/ Valkenboskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die behoren tot de categorieën A en B uit de 'staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging' als opgenomen in bijlage 3 van de regels;
  • b. nutsbedrijf
  • c. groothandel;
  • d. opslag;
  • e. wonen uitsluitend op de verdiepingen;

- en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

  • f. 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', alleen bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van de verkoop van genoemde brandstoffen;
  • g. 'onderdoorgang', instandhouding van een onderdoorgang, gebruik is mede aansluitend op de naastgelegen verkeersbestemming;
  • h. 'horeca 1' gebruik voor horeca in de categorie 'Licht',

één en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- uit- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, (al dan niet gebouwde) parkeervoorzieningen, groen en overige voorzieningen, alsmede kantoren en detailhandel zoals nader omschreven in lid 3.4.

3.1.1 dubbelbestemming

De gronden in deze bestemming aangeduid met de [waarde -Archeologie] zijn tevens bestemd voor de bescherming van archeologische waarden als bedoeld in artikel artikel 23.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
  • c. ter plaatse van het terrein behorende van de aanduiding verkooppunt 'motorbrandstoffen zonder lpg is een luifel toegestaan met een maximumhoogte van 6 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang” dient een onderdoorgang ter breedte van de aanduiding in stand te worden gehouden en mag geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m en, indien deze zich voor de voorgevel bevinden, niet meer dan 1 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:het bepaalde in lid 3.2.2 onder c:

  • ten behoeve van een erf- en/of terreinafscheiding met een maximum hoogte van 2 m, indien dit noodzakelijk is vanuit veiligheidsoverwegingen en er geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving optreedt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • b. ondergeschikt aan de bedrijfsbestemming zijn kantoren toegestaan;
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:het bepaalde in lid 3.1 onder a:

  • opdat niet in de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voorzover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven;