direct naar inhoud van 5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen
Plan: Ypenburg De Bras
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0224HDeBras-50VA

5.3 Keuze en verantwoording van bestemmingen

Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:1500.

Voor de burger en bedrijven is het bestemmingsplan één van de beleidsdocumenten waarmede dient rekening te worden gehouden bij bouwen en gebruik van vastgoed en terreinen. Ook de overheid zelf dient zich te houden aan een vastgesteld bestemmingsplan. Alleen kan de overheid, veelal de gemeente, besluiten om een procedure in werking te stellen voor aanpassing van bestemmingsplannen. Gemeenteraden waken over de juistheid van argumenten, belangen en afwegingen.

Een bestemmingsplan is niet een stuk dat in finesses alles regelt. Is ook geen antwoord op alle vragen. Het regelt vooral de bestemmingen (toegestaan gebruik) en dat wat met het bouwen te maken heeft. Het regelt bijvoorbeeld wel hindercategorieën voor bedrijven, maar milieuvergunningen worden separaat geregeld. Het regelt niet de veiligheidseisen van een hogedrukgasleiding, maar wel de veiligheidszonering in een gebied langs die leiding.

Sinds 1 okt. 2010 is er voor de burger meer ruimte gekomen om vergunningsvrij bepaalde ingrepen/veranderingen aan het vastgoed op eigen erf te doen. Deze zijn vastgelegd in Bijlage II van het Bor (Besluit omgevingsrecht). Bij deze regels voor vergunningsvrij bouwen is vooral gekeken naar –in redelijkheid- zowel de belangen van de initiatiefnemer als de belangen van de buren. Excessen zijn bij deze regeling nauwelijks mogelijk. Er is hierbij uitgegaan van een hiërarchie van belangen. Aanpassingen en verbouwingen die belangen van veel burgers raken, het algemeen belang, zijn niet vergunningsvrij. Daarom is vergunningsvrij-bouwen voor de voorgevelrooilijn (behoudens lage tuinafscheidingen) niet toegestaan.

Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'.

Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.

De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008). Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden is de digitale verbeelding beslissend.

Op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Daardoor is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding ingetekende bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de plankaart. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.

Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform SVBP 2008, bijlage 9, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.

Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.

Voorts wordt de opzet van het bestemmingsplan ingegeven door de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In de volgende paragraaf is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders, omgevingsfactoren en ontwikkelingen hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Die paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting van het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels en plankaart.