direct naar inhoud van 7.1 Vooroverleg
Plan: Vrederust
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0223BVrederust-70OH

7.1 Vooroverleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn met de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het bestemmingsplan in het geding zijn. Artikel 3:6 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Het voorontwerp bestemmingsplan wordt t.b.v. het wettelijke vooroverleg verzonden aan diverse vooroverlegpartners

Het concept van het ontwerp-bestemmingsplan is op 2 november 2011 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, VROM-Inspectie
  • 2. Provincie Zuid-Holland
  • 3. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
  • 4. Dunea
  • 5. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 6. Politie Haaglanden
  • 7. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
  • 8. Veiligheidsregio Haaglanden Regionale Brandweer
  • 9. Stadsgewest Haaglanden
  • 10. HTM Infra
  • 11. Veolia Transport
  • 12. Stedin B.V.
  • 13. TenneT Regio West
  • 14. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 15. Kamer van Koophandel Haaglanden
  • 16. Stichting BOOG
  • 17. Het bestuur van de Stichting Wijkberaad Vrederust
  • 18. Burgemeester en wethouders van Westland
  • 19. Staedion
  • 20. Haag Wonen
  • 21. Vestia

Van de onder 1, 2, 8, 13, 14 en 15 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. De onder 1, 2, 13 en 15 genoemde instanties hebben te kennen gegeven dat het concept van het ontwerp hen (vooralsnog) geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Van de onder 13 genoemde instantie zijn geen eigendommen van hun bedrijf betrokken. De reacties van de onder 8 en 14 genoemde instanties worden in dit hoofdstuk behandeld.
Tijdens de totstandkoming van het concept ontwerp bestemmingsplan hebben vertegenwoordigers van de gemeente een presentatie over de uitgangspunten van het bestemmingsplan gegeven bij het bestuur van de Stichting Wijkberaad Vrederust (17). Hier op wordt ook in dit hoofdstuk ingegaan.

Met de partijen 19 t/m 21 heeft bij de totstandkoming van het concept ontwerp bestemmingsplan overleg plaatsgevonden over de bestemming van de voormalige winkelstrips (zie paragraaf 3.3.3 en hoofdstuk 5).

Van de overige instanties is geen reactie ontvangen.


1. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, VROM-Inspectie

“Op 7 november 2011 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan “Vrederust”.

In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, projectbesluiten en structuurvisies.

Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.”

Reactie

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

2. Provincie Zuid-Holland

“Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.

Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de

verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid.

Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie.”

Reactie

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.


5 Hoogheemraadschap van Delfland

“Zoals telefonisch besproken hierbij Gis-bestanden van de legger waterkeringen en persleidingen. Deze zijn te gebruiken voor het opstellen van het plan Vrederust en toekomstige plannen. Let wel, de Gis bestanden zijn veranderlijk en hier kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Voor de polderkade aan de Erasmusweg geldt dat de hartlijn van de kade is weergegeven. De kernzone van deze kade is 13 m breed en daarnaast geldt aan beide zijden van de kade een beschermingszone van 15 m. Beide zones dienen als dubbelbestemming Waterstaat- Waterkering op de verbeelding te worden opgenomen.

Wil je de opmerkingen zoals we telefonisch hebben besproken verwerken. Graag zien we de het aangepaste bestemmingsplan tegemoet zodat wij deze officieel kunnen goedkeuren.”

Reactie
De door het Hoogheemraadschap verstuurde Gis-bestanden zijn gebruikt voor de op de verbeelding (plankaart) opgenomen dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering. Zowel de kernzone als de beschermingszone van de betreffende polderkade zijn binnen deze dubbelbestemming opgenomen. De telefonisch doorgesproken tekstuele aanpassingen zijn in het bestemmingsplan verwerkt.

8. Veiligheidsregio Haaglanden Regionale Brandweer

Risicobronnen

Binnen en in de nabijheid van het plangebied bevinden zich diverse risicobronnen op het gebied van externe veiligheid.

Vanwege de aanwezigheid van de transportroute gevaarlijke stoffen Lozerlaan (N211) is de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' uit 2010 van toepassing op dit bestemmingsplan. Deze weg ligt in het zuiden binnen het plangebied. Over deze route worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en giftige vloeistoffen vervoerd. In het bestemmings-plan is aangegeven dat de PR 10-6-contour zich, op basis van de informatie van Geoweb Haaglanden, op de weg bevindt. Het invloedsgebied van deze weg bedraagt 45 meter voor brandbare vloeistoffen, 325 meter voor brandbare gassen en 880 meter voor giftige vloeistoffen (Handleiding Risicoanalyse Transport (concept), Ministerie van Infrastructuur en Milieu – Rijkswaterstaat, 1 november 2011, pagina 16 en e-mail 'Kader externe veiligheid weg (versie januari 2011) en HART', 22 februari 2012 van Manon Kruiskamp (Rijkswaterstaat). ). Door het vervoer van deze giftige vloeistoffen liggen de ontwikkelingen in het winkelcentrum Ambachtshof, de Goudsmidsgaarde 5 en de Albert Heijn Ambachtsgaarde binnen het invloedsgebied. Het groepsrisico van deze transportroute ligt volgens het bestemmingsplan op basis van de informatie van Geoweb Haaglanden onder de 0,1 van de oriëntatiewaarde.

Op het bestemmingsplan is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing vanwege het LPG-tankstation Shell Lozerlaan, direct ten zuidwesten van het plangebied. De doorzet van dit station bedraagt 999 m3 LPG per jaar (Bron: www.risicokaart.nl ). De plaatsgebonden risicocontouren met een kans van 10-6 per jaar (PR 10-6) bedragen daarom minimaal 45 meter vanaf het vulpunt, 25 meter vanaf de ondergrondse tank en 15 meter vanaf de afleverzuil. Binnen het plangebied zijn binnen deze contouren geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig. Het juridische invloedsgebied van deze inrichting bedraagt 150 meter (Bron: Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi)). Binnen deze afstand zijn binnen het bestemmingsplan de woonbestemmingen aan de Lozerlaan aanwezig. Op basis van risicoberekeningen in het verleden (Bron: Toelichting bij GIS-bestanden Risicokaart Haaglanden LPG-tankstations, AVIV, 8 december 2011) ligt het groepsrisico van deze inrichting tussen de 0,1 en 1 van de oriëntatiewaarde (OW). Aangezien binnen het invloedsgebied van dit tankstation geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt, wordt geen toename van het groepsrisico verwacht.

Vanwege de aanwezigheid van 2 hoge druk aardgastransportleidingen in het zuiden van het plangebied, is op het bestemmingsplan het 'Besluit externe veiligheid buisleidingen' (Bevb) van toepassing. In onderstaande tabel zijn de eigenschappen van deze leidingen opgenomen (Bronnen: 'Milieutechnisch onderzoek bestemmingsplan Vrederust', Gemeente Den Haag, projectnummr: 95014734-02, 30 januari 2012 en www.risicokaart.nl).

Naam   Druk (bar)   Diameter (inch)   PR 10-6   Invloeds-gebied   Geurstof toegevoegd   Hoogte Groepsrisico   Ligging binnen het plangebied  
A-617   79,9   12,75   0 m.   180 m.   Nee   0,119 van OW   Binnen plangebied parallel aan Lozerlaan  
W-509-02   40   16   0 m.   170 m.   Ja   < 0,1 van OW   Binnen plangebied parallel aan Lozerlaan  

Eigenschappen hoge druk aardgastransportleidingen.


Uit bovenstaande tabel blijkt dat de PR 10-6-contouren van beide leidingen ter hoogte van het plangebied op de leidingen zelf liggen en daarmee niet over bebouwing heen. De invloedsgebieden van beide leidingen liggen voornamelijk over de woonbebouwing nabij de Lozerlaan. Het groepsrisico blijft bij beide leidingen gelijk, aangezien met het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen binnen deze gebieden worden voorzien.

Scenariobeschrijving

Naast de 'dagelijkse incidenten' die zich binnen het plangebied voor kunnen doen, zoals brand, wateroverlast of een aanrijding, gelden voor het transport van gevaarlijke stoffen over de Lozerlaan (N211), het LPG-tankstation en de hoge druk aardgastransportleidingen de volgende meest waarschijnlijke en ergst denkbare scenario's.

1. Transport gevaarlijke stoffen

Het meest waarschijnlijke scenario is een lekkage van een tankwagen met gevaarlijke stoffen. Hierbij komt een kleine hoeveelheid van de vervoerde stof vrij. Hoe groot de effecten naar de omgeving zullen zijn, is afhankelijk van de vervoerde stof (brandbaar of giftig) en de hoeveelheid die is vrijgekomen. Bij de meeste stoffen zal de omgeving uit voorzorg worden ontruimd, maar zullen er, buiten irritatie aan luchtwegen en/of ogen en/of stankoverlast, weinig problemen zijn.

Binnen het plangebied kunnen bij het ergst denkbare scenario vele doden en gewonden vallen. Het ergst denkbare scenario is in dit geval een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG tankwagen door impact (zoals een aanrijding). Hierbij zal de gehele inhoud van de tankwagen ineens explosief vrijkomen. Als gevolg van de explosie is er ook een drukgolf, waarbij veel hitte vrij komt door de ontstane vuurwolk. De kans hierop is afhankelijk van verschillende omstandigheden, maar in de meeste gevallen erg klein.

Bij het ergst denkbare scenario zullen tot 325 meter (1% letaliteitgrens) van het incident nog slachtoffers kunnen vallen. Tot op ongeveer 400 meter kunnen mensen eerste graads brandwonden oplopen. In gebouwen zijn mensen deels beschermd, maar tot op 90 meter kunnen er ook binnenshuis nog doden vallen, mede door de drukgolf die ontstaat.

Indien de tankwagen een giftige vloeistof vervoert, is het afhankelijk van de soort stof tot op welke afstand mensen slachtoffer kunnen worden. Dit kan in sommige gevallen leiden tot een invloedsgebied van 880 meter. Gezien de afstand tot het plangebied is de kans groot dat de aanwezigen slachtoffer worden of overlijden wanneer de wind in de richting van het plangebied staat.

2. LPG tankstation

Volgens de handleiding risicoberekeningen BEVI moet voor een LPG tankstation als meest waarschijnlijk en meest voorkomende ongeval rekening worden gehouden met een lekkage van de losslang (kans hierop is 1,4* 10-3 per jaar). Hierbij komt er een beperkte hoeveelheid LPG vrij, die zal ontbranden indien er een vonk bij komt.

Het ergst denkbare scenario voor een LPG tankstation is een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG tankwagen die betrokken is bij een brand nabij of in het LPG tankstation. Hierbij zal de gehele inhoud van de tankwagen ineens explosief vrijkomen. Daarbij komt veel hitte vrij door de ontstane vuurwolk en als gevolg van de explosie is er ook een drukgolf. Door dit scenario kunnen tot op 325 meter personen overlijden en tot 500 meter personen gewond raken als gevolg van het incident. De kans hierop is afhankelijk van verschillende omstandigheden, maar in de meeste gevallen erg klein (kans kleiner dan 1 op de 10 miljoen per jaar).


3. Aardgastransportleidingen

Het meest waarschijnlijke en meest voorkomende ongeval is beschadiging van de buisleiding door grondwerkzaamheden. Hierbij kan aardgas uitstromen, maar aangenomen wordt dat door snel en accuraat optreden van alle betrokkenen (o.a. Gasunie, brandweer, omwonenden) de ontstane gaswolk niet tot ontbranding zal komen. Omdat het bij leiding A-617 gaat om een reukloos gas (er is nog geen geurstof toegevoegd) zal een lekkage van deze leiding door omwonenden moeilijk ontdekt worden. Pas als men de lekkage ziet of hoort zal men actie ondernemen.

Het ergst denkbare scenario is een grote breuk in de aardgastransportleiding die explosief tot ontbranding komt en het ontstaan van fakkelbrand. Bij dit scenario is tot in de wijde omgeving de explosie en hitte merkbaar. De afstand tot waar vele slachtoffers kunnen vallen, secundaire branden kunnen ontstaan door de vrijgekomen hitte of mensen eerstegraads brandwonden oplopen is afhankelijk van de leiding. Hieronder is een overzicht opgenomen met een benadering van de afstanden.

Naam   Druk (bar)   Diameter (inch)   100% Let.   1% Let. (Invl.gb)   Secundaire branden
(10 kW/m2)  
Eerste-
graads brand-
wonden
(3 kW/m2)  
A-617   79,9   12,75   90 m.   180 m.   120 m.   255 m.  
W-509-02   40   16   80 m.   170 m.   100 m.   190 m.  

Effectafstanden per hoge druk aardgastransportleiding


Geadviseerde maatregelen

In het bestemmingsplan is al een maatregel opgenomen waardoor de kans op incidenten met de hoge druk aardgastransportleidingen worden verkleind. In dit advies wordt er vanuit gegaan dat deze maatregel behouden blijft. In het bestemmingsplan is de volgende maatregelen verwerkt:

  • 22. In het bestemmingsplan zijn ten behoeve van de locaties van de hoge druk aardgastransportleidingen belemmeringenstroken opgenomen waarbinnen een aanleg-vergunningenstelsel geldt en voorschriften zijn opgenomen al dan niet de toegestane bebouwing binnen deze strook.

De Veiligheidsregio Haaglanden is zich ervan bewust dat hier voornamelijk sprake is een bestaande situatie en houdt daar in haar advies ook rekening mee. Mede met het oog op de toekomst worden meerdere adviezen gegeven. De adviezen hebben niet alleen betrekking op het ergst denkbare scenario. Ongeacht het type incident (van een lekkage tot een het vrijkomen van giftige stoffen) hebben ze een positief effect op de zelfredzaamheid, de bestrijdbaarheid en beheersbaarheid.

Kans – en effectreducerende maatregelen

Om de risico's te verkleinen wordt hieronder een aantal adviezen gegeven.

Ongeacht het incident (van een 'gewone' brand tot een incident op de Lozerlaan (N211) waarbij giftige stoffen vrijkomen), heeft afschakelbare ventilatie een positieve invloed op het beperken van de schadelijke effecten van de vrijgekomen stoffen binnen de objecten in het plangebied.

A. Om de gevolgen bij het vrijkomen van toxische stoffen te beperken, wordt geadviseerd om binnen 880 meter vanaf de N211 bij (vervangende) nieuwbouw van de objecten bestemd voor het verblijf van personen een technische voorziening te plaatsen, zodat de ventilatie met een eenvoudige handeling kan worden uitgeschakeld. Dit mag ook een handmatige handeling zijn.

Binnen de invloedsgebieden van het transport van gevaarlijke stoffen over de Lozerlaan (N211) en de 325 meter vanaf het LPG-tankstation zijn verschillende objecten aanwezig waarin groepen beperkt of niet zelfredzame personen kunnen verblijven, zoals scholen en verzorgingstehuizen. Het is van belang dat het personeel en/of de begeleiders zijn voorbereid op eventuele calamiteiten buiten de objecten, zodat zij de (beperkt) zelfredzame personen bij calamiteiten kunnen begeleiden om zichzelf in veiligheid te brengen.

B. Binnen 880 meter van de Lozerlaan (N211) en 325 meter vanaf het LPG-tankstation wordt geadviseerd dat de objecten waarin groepen beperkt of niet zelfredzame personen kunnen bevinden, het aanwezige personeel en/of de begeleiders zijn voorbereid op eventuele calamiteiten (met gevaarlijke stoffen) die buiten de objecten kunnen plaatsvinden, maar effecten binnen de objecten kunnen hebben. Hierbij is het van belang dat zij ook weten hoe daarbij te handelen. Bijvoorbeeld om de bewoners/gebruikers van de objecten te assisteren om zichzelf in veiligheid te brengen.

Maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid

Naast bovenstaande is het belangrijk dat de zelfredzaamheid van mensen wordt verhoogd.

Bij een incident met gevaarlijke stoffen op de Lozerlaan (N211), een BLEVE bij het LPG-tankstation Shell Lozerlaan of een incident met (één van) de hoge druk aardgastransportlei-dingen, is het van belang dat mensen veilig kunnen vluchten. Hiervoor is een vluchtweg vanuit het object, richting de omgeving, in een afgekeerde zijde van deze risicobronnen van belang.

C. Bij eventuele verbouw of (vervangende) nieuwbouw van objecten binnen 325 meter vanaf de Lozerlaan (N211) is het belangrijk dat mensen veilig kunnen vluchten. Dit betekent dat een vluchtweg wordt geadviseerd, via de tuin/gevel aan de afgekeerde zijde van de risicobronnen.

Om ervoor te zorgen dat mensen goed voorbereid zijn en weten hoe ze moeten reageren bij een ongeval met één of meerdere risicobronnen, is het van belang dat zij hier vooraf over worden geïnformeerd. Voor deze risicocommunicatie is het belangrijk de bewoners/gebruikers binnen de invloedsgebieden van de risicobronnen over de verschillende risico's en gevaren te informeren. Daarbij dient ook de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren aan bod te komen.

Op dit moment wordt er op regionaal niveau een (risicocommunicatie)campagne ontwikkeld, waarin o.a. deze aspecten worden behandeld. Mogelijk dat de gemeente voor dit plangebied gebruik kan maken van de hulpmiddelen die onder andere in deze campagne worden ontwikkeld.

D. Geadviseerd wordt om de bewoners en gebruikers van objecten binnen de invloedsgebieden van de risicobronnen te informeren over de verschillende risico's en gevaren van de transportroute gevaarlijke stoffen, het LPG-tankstation en de hoge druk aardgastransport-leidingen en de wijze van alarmeren en de wenselijke manier van reageren tijdens incidenten (risicocommunicatie). Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft.

Maatregelen ten behoeve van de hulpverlening

Voor wat betreft de bereikbaarheid (Eisen ten behoeve van de bereikbaarheid voor de hulpdiensten, zijn onder andere vermeld in het Handboek Openbare Ruimte, Deel 3, 'Technische eisen voor de inrichting van de openbare ruimte', 4 oktober 2007) en bestrijdbaarheid (Door de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) is onder andere voor de bluswatervoorzieningen de 'Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid' ontwikkeld) van incidenten is het van belang dat de toegankelijkheid, opstelplaatsen en bluswatervoorzieningen voor dit plangebied voldoende zijn. Op dit moment zijn hier geen aanvullingen voor. De afstemming op deze aspecten vindt ook binnen reguliere overleggen plaats. Aanvullingen op de bereikbaarheid en bluswatervoor-zieningen, in verband met eventuele toekomstige wijzigingen binnen het plangebied, zullen worden gedaan op het moment dat de Veiligheidsregio Haaglanden bij die ontwikkelingen wordt betrokken.


Tot slot
In onderstaande tabel zijn de maatregelen samengevat die genomen kunnen worden om de risico's te beperken. In de tabel is een inschatting opgenomen van de bijdrage die een maatregel kan leveren aan de risicobeperking van een bepaald scenario.

  Scenario's  
  Dagelijkse scenario's   Transportroute gevaarlijke stoffen   LPG-tankstation   Hoge druk aardgastransport-leiding  
  Zoals brand, waterover-
last, etc.  
'Lekkage tank-
wagen'  
'BLEVE tank-
wagen met brandbaar gas'  
'Tankwagen met vrijkomen giftige vloeistof'   'Lekkage losslang'   'BLEVE LPG-
tank-
wagen'  
'lekkage'   'fakkel-
brand'  
Geadviseerde maatregelen   Kans- en effectreducerende maatregelen  
A. Afschakelbare ventilatie   +   +   0   ++   0   0   0   0  
B. Personeel/
Begeleiders zijn voorbereid op calamiteiten buiten object  
+   ++   ++   ++   ++   ++   n.v.t voor Vrede-
rust  
n.v.t voor Vrede-
rust  
Geadviseerde maatregelen   Maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid  
C. Ontvluchting van risicobron af   0   +   ++   +   ++   ++   ++   ++  
D.Risico-
communicatie  
+   ++   ++   ++   ++   ++   ++   ++  

Legenda: ++ = zeer positief effect op verlaging risico; + = positief effect op verlaging risico; 0 = geen effect op risico


De Veiligheidsregio Haaglanden adviseert om deze maatregelen over te nemen, zodat de (externe) veiligheid voor dit plangebied kan verbeteren. De genoemde maatregelen worden in het kader van externe veiligheid (art. 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen en paragraaf 4.3 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen) geadviseerd, deze kunnen ook een positief effect hebben op de (brand)veiligheid. Wel is het belangrijk dat in de verdere uitwerking van de ontwikkellocaties binnen het plangebied ook specifiek wordt gekeken naar de brandveiligheid. Hiervoor kunnen extra maatregelen benodigd zijn.

Het totaal aantal te verwachten slachtoffers (en daarmee de benodigde hulpbehoefte) bij het ergst denkbare scenario, in dit geval het vrijkomen van giftige stoffen op de Lozerlaan (N211), een BLEVE van een LPG-tankwagen bij het LPG-tankstation of een fakkelbrand van een hoge druk aardgastransportleiding, is groot. De beschikbare hulpverleningscapaciteit is waarschijnlijk onvoldoende groot om direct aan de benodigde hulpvraag te voldoen. Assistentie vanuit andere regio's is hierbij noodzakelijk.

Ik verwacht u hiermee voldoende van advies te hebben voorzien om maatregelen te kunnen treffen en een verantwoording groepsrisico op te kunnen stellen ten behoeve van dit ruimtelijke besluit.

Niet alle geadviseerde maatregelen kunnen worden opgenomen in dit bestemmingsplan, maar zijn bedoeld voor andere afdelingen binnen de gemeente. Deze maatregelen kunnen mogelijk binnen andere ruimtelijke plannen of door andere disciplines van de gemeente worden geborgd. Voorbeelden hiervoor zijn een bouwplan en/of een afdeling communicatie. Een deel van de maatregelen is mogelijk al overgenomen, maar is toch weergegeven, om deze ook in de toekomst te borgen.

Reactie

Het bestemmingsplan is opgesteld om het plangebied een actueel juridisch-planologisch kader te bieden. Daarnaast maakt het bestemmingsplan een aantal ontwikkelingen mogelijk. De in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen winkelcentrum Ambachtsgaarde, de Goudsmidsgaarde 5 en de Albert Heijn Ambachtsgaarde liggen binnen het invloedsgebied van de transportroute gevaarlijke stoffen Lozerlaan. Bij deze ontwikkelingen is in de toelichting van het bestemmingsplan dan ook een relatie gelegd met dit advies en de daarin geadviseerde maatregelen. Bij toekomstige ontwikkelingen in het plangebied wordt ook rekening gehouden met de in dit advies opgenomen maatregelen.

13. Tennet Regio West

“Met de brief van 2 november 2011, kenmerk DSO/2011.1650 van uw Dienst Stedelijke Ontwikkeling, ontvingen wij een exemplaar van de kennisgeving van het concept ontwerp van het bestemmingsplan Vrederust. In het plangebied zijn geen eigendommen van ons bedrijf aanwezig. Wij danken u voor het toezenden van de kennisgeving”


Reactie

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

14. N.V. Nederlandse Gasunie

“Naar aanleiding van uw brief van 2 november 2011 waarmee u ons bovengenoemd voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, deed toekomen, hebben wij het plan beoordeeld. Het voorontwerp geeft ons aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

In het plangebied ligt een tweetal gastransportleidingen met toebehoren welke in eigendom zijn van ons bedrijf. 

Verbeelding

De beide gastransportleidingen zijn juist op de verbeelding weergegeven. Wel valt het ons op dat de plangrens, parallel aan de Erasmusweg, volgens onze kaart overlapt met de gemeentegrens. Waarmee een strook van het bestemmingsplan binnen de gemeente Westland zou liggen. Omdat we niet weten of het zo bedoelt is, informeren wij u hierover. 

Toelichting

Hoewel beide gastransportleidingen op de verbeelding zijn weergegeven, wordt bij de verantwoording van de externe veiligheid alleen verwezen naar de A-617. Wij verzoeken u ook de gastransportleiding W-509-02 mee te nemen in de berekening voor de verantwoording van de externe veiligheid.

De leidinggegevens zijn:

- A-617          12"    79,9 bar

- W-509-02    16"    40 bar

 

In paragraaf 4.4.3 'Buisleidingen' verwijst u naar de gastransportleiding met 'A-617-KR-008'. Met het gedeelte 'KR-008' wordt een segment van de leiding aangegeven, die in dit geval niet overeenkomt met de ligging van de leiding ten opzichte van het bestemmingsplan. Wij verzoeken u dan ook om bij het benoemen van de gastransportleidingen u te beperken tot het leidingnummer.”

Reactie

Verbeelding
Uit nader contact met de Gasunie is gebleken dat de op de plankaart gehanteerde grenzen wel kloppen. De gehanteerde plangrens valt voor het deel parallel aan de Erasmusweg samen met de kadastrale gemeentegrens.

Toelichting
Inmiddels heeft een milieutechnisch onderzoek naar de externe veiligheidsaspecten van beide leidingen plaatsgevonden. De betreffende paragraaf uit de toelichting van het bestemmingsplan (par. 4.4) is hierop aangepast. Het milieutechnisch onderzoek is als bijlage bij het bestemmingsplan bijgevoegd. Hierbij worden geen segmenten betrokken die geen relatie hebben met het plangebied.

15. Kamer van Koophandel Haaglanden

“In het kader van het bepaalde in de art. 3.1.1. Bro ontvingen wij een exemplaar van het voorontwerp-bestemmingsplan Vrederust. Voor de goede orde delen wij u mee dat dit voorontwerp ons geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.”

Reactie

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

17. Het bestuur van de Stichting Wijkberaad Vrederust

Op dinsdag 22 november 2011 hebben vertegenwoordigers van de gemeente bij een bijeenkomst van het Wijkberaad Vrederust een toelichting gegeven op het bestemmingsplan Vrederust. De notulen van deze bijeenkomst zijn als Bijlage 7 bijgevoegd. Naar aanleiding van de opmerkingen die tijdens de bijeenkomst zijn gemaakt is de bestemming van de 55+ woningen behoerend tot Iependal aan de Melis Stokelaan/Schuttersdreef aangepast van Maatschappelijk (met de functieaanduiding Wonen) naar Wonen. De bijeenkomst was voor het overige voornamelijk informerend van aard.