Plan: | Florence Nightingale Park |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0222BFlorenceNP-50VA |
In het stedenbouwkundig kader (Bijlage 1) is de volgende ruimtelijke visie opgenomen:
De zorgvoorzieningen worden geclusterd rondom het HagaZiekenhuis, dat met een 6 hoekige groene Ring omzoomd gaat worden. Tussen de Ring en de Escamplaan - Leyweg wordt het woonprogramma gesitueerd. Als basis is gekozen voor een typologie van gesloten bouwblokken, die met lange wanden de Escamplaan en de Leyweg begeleiden. Op de hoekpunten van de blokken zijn woontorens inpasbaar. Aan de binnenzijde voegen de blokken zich naar de vorm van de Ring, waardoor ze als een krans rondom het Medisch Cluster gegroepeerd worden. De krans opent zich naar de parkzijde. De bomenlaan van het Florence Nightingalepark wordt aan de parkzijde gekoppeld aan de groene Ring. Via de Ring loopt het park het stedelijke gebied in.
Aan de noordzijde van het ziekenhuis komt de nieuwe hoofdingang te liggen. Hier wordt een plein aangelegd dat aansluit op de O.V. knoop aan de Leyweg en de hoofd auto-ontsluiting aan de Escamplaan. In de wanden van het plein zijn kleinschalige voorzieningen opgenomen (zorg-en leisurefuncties). De singelstructuur rondom het park wordt versterkt en afgemaakt. Het groene laanprofiel van de Escamplaan tussen de Dedemsvaartweg en de Leyweg wordt gehandhaafd en verbreedt en zo mogelijk versterkt tot een drie dubbele bomenrij. De Leyweg is door de verkeersfunctie en de nieuwe OV-knoop de meest stedelijke straatruimte. Door het toevoegen van een breed trottoir van 15 meter ontstaat er de mogelijkheid ‘adressen’ aan de Leyweg te maken.
Op deze plek is ruimte om hogere bebouwing te realiseren. De Leyweg wordt verbreed tot 70 meter. De bouwblokken bieden ruimte voor een gevarieerde invulling van zowel ééngezinswoningen als appartementen in verschillende hoogtes met wanden van 3 tot 9 lagen en torens tussen de 20 en 50 meter hoogte met één stedelijk hoogbouwaccent van 70 meter. Hiermee wordt een afwissend beeld gecreëerd met een binnenstedelijke kwaliteit en kan een levendig straatbeeld ontstaan. De hogere bebouwing wordt gesitueerd langs de Leyweg. Naar de parkrand en naar het woonbuurtje trapt de bebouwing in hoogte af. Het HagaZiekenhuis blijft als hoogteaccent bestaan (55 m). De parkeervlaktes aan de Leyweg verdwijnen, evenals het Zusterhuis en het Oogziekenhuis.
Het parkeerprogramma wordt opgenomen onder en in de bouwblokken en onder de nieuwbouw van het ziekenhuis. Het grootste deel van het autoverkeer wordt aangetakt op de Escamplaan, waarbij de bussluis verplaatst wordt tot vlak voorbij de toegang . Een kleiner deel wordt via de Leyweg ontsloten.
De ruimtelijke visie is in onderstaande figuur uitgewerkt:
Op 20 april 2012 zijn tussen Haga en de gemeente Den Haag de volgende afspraken gemaakt:
Het Haga Ziekenhuis kent een tweetal ziekenhuislocaties: aan de Leyweg en aan de Sportlaan. Het HagaZiekenhuis vernieuwt in de periode tot 2016 een groot deel van het ziekenhuiscomplex en bouwt ca. 27.000 m2 inclusief circa 2.000 m2 overdekte buitenruimte nieuw. . Een deel van de nieuwbouw is bestemd voor het Juliana Kinderziekenhuis (uit de Sportlaan) en een Zorghotel. Met de vernieuwbouw wordt ingezet dat alle acute zorg, zoals de Spoedeisende Hulp, aan de Leyweg komt te zitten; aan de Sportlaan wordt alle planbare zorg zoals Orthopedie gehuisvest.
De vernieuwing gaat gepaard met het slopen van het Oogziekenhuis en de Zusterflat en bijbehorende gebouwen. Na het gereedkomen van de vernieuwing bedraagt het oppervlak 101.000m2 BVO (exclusief parkeergarage en fietsenstalling, inclusief uitbreidingszone van 4.000m2). De noodzakelijke parkeerbehoefte wordt gedeeltelijk in een nieuwe parkeergarage (onder de nieuwbouw) en in een nieuwe parkeervoorziening buiten de medische cluster gerealiseerd.
Voor de vernieuwing is een grondruilovereenkomst gesloten waarbij het HagaZiekenhuis de gronden langs de Leyweg zal overdragen. Het HagaZiekenhuis wordt geconcentreerd binnen het met groen omlijnd gebied (zie schets stedenbouwkundige enveloppe).
.
Het stedenbouwkundig kader heeft ten grondslag gelegen voor de verdere uitwerking tot bouwplannen. Aan de hand van het beginselplan kunnen per bouwdeel de maten en percentages worden bepaald. Deze komen grotendeels met de door het ziekenhuis versterkte gegevens overeen. Het leidt tot de maten en percentages, die in onderstaande tabel zijn opgenomen. De verschillen doen zich voor bij de lengte en breedte. Bij M2 Oost wordt de lengte vergroot. Een vermindering treedt op bij de lengte bij M3 West en bij de Entreehal en de breedte bij M3 Zuid en de Entreehal. De maatvoering van de verschillende te bebouwen gronden zullen daardoor wijzigen ten opzichte van de op 20 april 2012 gemaakte afspraken:
Lengte | Breedte | Beb% | Hoogte | |
M1 | 127 | 73.50 | 100 | 18 |
M2 Oost | 185 | 74.60 | 95 | 18 |
M3 West | 127 | 35 | 60 | 12 |
M3 Zuid | 80 | 30 | 60 | 12 |
Entreehal | 40 | 23 | 100 | 13 |
M3 Noord | 107 | 41 | 100 | 18 |
Op de plankaart vormen de lengte en breedte de lengte en breedte van de maatvoeringsvlakken binnen het bouwvlak voor het ziekenhuis. De bebouwingspercentages en de maximale bouwhoogten worden in de onderscheidene maatvoeringaanduidingen opgenomen.
'De “breedte” van bebouwingsvlak M3 Oost is nu aangehouden op het gewenste ontwerp van de nieuwbouw. Met deze maat kan het profiel van de lichtstraat van de nieuwbouw gelijk worden gehouden met het bestaande profiel ter plaatse van het polikliniekgebouw. Deze breedte is overigens alleen benodigd voor de naar buiten kragende geveldelen.
Regionale behoefte
In de woningmonitor Haaglanden 2012 wordt ingegaan op de behoefte aan woningen enerzijds en anderzijds het (geplande) aanbod van de woningen. De in de monitor gehanteerde Primosmodel 2009 en PEARL 2011 van CBS/PBL voorspellen dit decennium voor de regio Haaglanden een groei van tussen de 36.000 en 39.000 huishoudens. Primos 2011 voorspelt in het hoge scenario een huishoudensgroei van circa 50.000. Het Stadsgewest – waarin de gemeente Den Haag deelneemt - houdt de prognoses van Primos 2009 en PEARL 2011 aan. De verschillende economische scenario's (laag, trend, hoog) hebben volgens het Primosmodel geen invloed op deze immigratie. De buitenlandse migratie en natuurlijke aanwas zijn in de drie scenario's gelijk en lopen pas in het volgend decennium uiteen. De binnenlandse migratie verschilt pas significant in de verschillende scenario's voor 2020-2030. In elk scenario wordt groei van de bevolking voorspeld voor deze regio. De woningbehoefte die hierbij hoort is circa 3.900 woningen per jaar. De groeiende behoefte in Den Haag omvat vooral de woonmilieus Rustig stedelijk en stedelijk.
Als gevolg van de crisis is de effectieve vraag naar woningen sterk teruggevallen, alsmede de productie van nieuwbouwwoningen. Het betekent dat op de korte termijn - tot 2016 - een overaanbod van woningbouwplannen aanwezig is in met name in de sub urbane woonwijken in de regio. In Den Haag is er echter sprake van voldoende behoefte op termijn, vooral in de stedelijke woonmilieus. Naar aanleiding van de vastgoedcrisis zijn ook in de Den Haag de woningbouwplanningen voor de komende periode aangepast. In het IpSo van 2010 wordt uitgegaan van een teruggang van 3100 woningen naar 2.500 woningen. In deze opgave is het project Florence Nightingale Park met circa 740 woningen opgenomen.
Capaciteit
De planontwikkeling langs de Leyweg vindt plaats op drie locaties, een vierde locatie bevindt zich aan de Escamplaan, westelijk van het HagaZiekenhuis terrein. Op deze vier locaties is een programma met woningbouw, commerciële voorzieningen en parkeren vastgelegd.
Het totaal omvat maximaal 741 woningen met bijbehorende parkeervoorzieningen. De verdeling over de vier locaties is in onderstaande tabel aangegeven:
Totaal | Locatie hoek Escamplaan - Leyweg | Locatie parkeerterrein | Lokatie Oogziekenhuis | Lokatie West | |
totaal vrije sector | 499 | 170 | 175 | 52 | 102 |
totaal sociale huur | 242 | 85 | 40 | 93 | 24 |
Totaal | 741 | 255 | 215 | 145 | 126 |
De verdeling over de vier gebieden is indicatief en kan bij uitwerkingen in de bouwplanontwikkeling afwijken van genoemde aantallen; wel is doorgerekend met welke bouwvolumen rekening gehouden moet worden. Dit uit zich in de maximale hoogten en bebouwingspercentages welke in het stedenbouwkundig kader (zie Bijlage 1) zijn opgenomen
In de planontwikkeling is maximaal 15.000m2 aan commerciële en maatschappelijke voorzieningen inclusief bijbehorende parkeervoorzieningen toegestaan. Bij voorzieningen moet, naast de uitbreiding van het HagaZiekenhuis, worden gedacht aan een 'Zorgplein', waaraan een concentratie van zorgprogramma`s is gelegen. Dit programma bevindt zich in de koppen van de bouwblokken in deelgebieden 2 en 3. Hierbij te onderscheiden grootschalige zorg/sport clusters zoals een fitnesscentrum en de meer kleinere particuliere vormen van zorgverlening zoals tandartspraktijk, praktijkruimte voor fysiotherapie, massagesalon, kinderdagverblijf etc., aangevuld met kleinschalige aan de functies gerelateerde detailhandel.
Een passende invulling zijn de winkels die inspelen op de behoefte van patiënten en bezoekers, zoals:opticien, gehoortoestellen, drogist, health food, orthopedisch schoeisel. Het is niet toegestaan hier grootschalige detailhandel te realiseren gezien de nabijheid van het winkelcentrum Leyweg en in de buurt liggende kleine winkelconcentratie zoals aan het Monnikendamplein.
Het stedenbouwkundig kader vormt de onderlegger voor dit bestemmingsplan. In het bestemmingsplan worden bestemmingsvlakken aangegeven waarbinnen de 'gebiedsontwikkeling' plaats zal vinden.
De belangrijkste ruimtelijke-functionele uitgangspunten van het stedenbouwkundig kader zijn:
aangevuld met:
Uitgangspunt is dat dakopbouwen in de hele stad zijn toegestaan, tenzij het stedenbouwkundig niet verantwoord is. Per bestemmingplangebied wordt een duidelijke stedenbouwkundige afweging gemaakt waar dakopbouwen wel en niet mogelijk worden gemaakt. Dit kader biedt zowel voor potentiële aanvragers als voor omwonenden duidelijkheid waarom er wel of geen dakopbouw wordt toegestaan. Bij deze stedenbouwkundige verantwoording spelen de volgende aspecten een rol:
In het bestaande woongebied komen voornamelijk geschakelde eengezinswoningen in rijen en twee-onder-een-kap voor. Vanwege de straatprofielen, dakvormen en ensamblewaarde van de woonbuurt Florence Nightingalepark is het realiseren van dakopbouwen niet wenselijk.
De Leyweg wordt als doorgaande weg beschouwd met een breed verkeersprofiel. Het toevoegen van nieuwe met flankerende bebouwing met bebouwing met meer dan vijf bouwlagen aan de zuidwestzijde van deze weg, biedt de kans om de stedenbouwkundige hoofdstructuur van dit gebied te versterken. Door schaalvergroting en het toestaan van een grotere bouwhoogte langs de Leyweg wordt aan de doelstellingen van de verdichtingsopgave waarvoor de stad zich gesteld ziet voldaan.
Autoverkeer in en om het plangebied
Het plangebied wordt omsloten door een tweetal doorgaande routes om het gebied, de Dedemsvaartweg en Meppelweg. Deze wegen zijn in de hoofdstuctuur wegverkeer als stedelijke hoofdwegen aangeduid. De andere zijden van het plangebied worden begrensd door wijkontsluitingswegen voor autoverkeer namelijk de Leyweg en de Escamplaan. De hoofdingang voor het overige verkeer met bestemming het ziekenhuis is op dit moment gelegen aan de Leyweg. Het plangebied kent ook een ontsluiting op de Escamplaan. Vanaf deze ontsluiting is alleen de kruising met de Leyweg en Houtwijk te bereiken. De Escamplaan is op dit moment alleen als doorgaande route open gesteld voor het openbaar vervoer en ambulances.
De Leyweg is versmald tot één rijstrook per richting en daardoor laat de verkeersafwikkeling op de Leyweg ter hoogte van de voorgestane gebiedsontwikkeling geen grote groei meer toe van het verkeersaanbod. Daarnaast is de belasting van de Leyweg kritisch ten aanzien van het voldoen aan de normen voor geluidhinder en luchtkwaliteit. In het kader van de gebiedsontwikkeling dient er dan ook een alternatieve ontsluiting gemaakt te worden. Nieuwe (ondergrondse) verbindingen met de Dedemsvaartweg of via het Florence Nightingalepark met de Meppelweg zijn niet haalbaar geacht.
De ontsluiting aan de Escamplaan kan een groter deel van de verplaatsingen van en naar het plangebied op zich nemen door de bussluis te verplaatsen, waardoor er een aansluiting op de Houtwijklaan-Dedemsvaartweg ontstaat. Het geheel opheffen van de bussluis is niet gewenst aangezien er dan via de Escamplaan een doorgaande route ontstaat tussen binnenstad en Westland. Bij een dergelijke ontsluiting via de Escamplaan (na verplaatsen bussluis) ontstaat voor het autoverkeer een tweezijdige ontsluiting van het gebied.
Om de effecten van de voorgestane ontwikkeling van het onderhavige gebied op de verkeerssituatie inzichtelijk te maken is een studie verricht (zie Bijlage 5) naar een aantal verkeerskundige varianten (inclusief verplaatsen van de bussluis op de Escamplaan). Er zijn drie varianten doorgerekend:
In alle gevallen wordt doorgaand verkeer via de Escamplaan door een bussluis voorkomen. De studie concludeert dat de combivariant verkeerskundig de meest optimale variant is. Hierbij blijft de toename op de Escamplaan beperkt tot het bestemmingsverkeer van en naar het plangebied. Deze oplossing leidt tevens tot een betere spreiding van het verkeer rondom het HagaZiekenhuis, terwijl het verkeer vanuit het Westland daardoor een rechtstreekse verbinding met het ziekenhuis krijgt. Voorwaarde daarbij is dat doorgaand verkeer door het te ontwikkelen gebied wordt voorkomen
De inrichting van de Escamplaan en de kruisingen met de Houwijklaan en Dedemsvaartweg worden bezien op de verkeersafwikkeling en mogelijk worden aangepast op de veranderde verkeerscirculatie. Op de Leyweg wordt de afname door een tweede ontsluiting deels teniet gedaan door de toevoeging van functies in het gebied.
Om voor de toekomst maximale flexibiliteit te geven aan de inrichtingsplannen wordt voor de geluidsberekeningen uitgegaan van de maximale waarden van de verschillende varianten uit de verkeersstudie.
Deze berekeningen tonen aan, dat door de toekomstige verkeersstromen van en naar het plangebied nergens de grenswaarden voor geluidhinder en luchtkwaliteit worden overschreden. De voorkeurswaarden worden op verschillende plaatsen overschreden, hiervoor zijn in Hoofdstuk 4 maatregelen voorgesteld.
De interne ontsluitingsstructuur van de parkeergarages en laad- en losvoorzieningen is gericht op de ontsluitingen met de Leyweg en de Escamplaan. Deze ontsluitingen zijn via het plangebied niet met elkaar verbonden. Dit levert een positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid doordat er ruimte is ontstaan voor een autovrije wandelroute voor bezoekers die met het OV of lopend komen.
Indien de combivariant wordt uitgevoerd dan zullen er ook maatregelen worden voorgesteld die voorkomen, dat doorgaand autoverkeer van Leyweg naar Dedemsvaartweg een route via het plangebied kan kiezen.
Voor de ontsluiting dient nog een keuze gemaakt te worden uit een van de drie varianten. Het meest in aanmerking komt de combivariant. Voor de toegang naar het ziekenhuisterrein vanaf de Escamplaan is dit ook de meest ingrijpende. Schetsmatige ontwerpen hebben aangegeven, dat een en ander oplosbaar is, zij het met een groot ruimte beslag.'
Fietsverkeer in het plangebied
Het plangebied is goed bereikbaar met de fiets en geïntegreerd in het fietsnetwerk. Fietsers (en voetgangers) hebben meerder toegangswegen tot het plangebied. In de nieuwe situatie zijn er fietsenstallingen voorzien.
In het stedenbouwkundig plan zijn de fietspaden en fietsroutes in en om het plangebied aangegeven. Verder zijn de mogelijke stallingsplaatsen voor de fiets aangeduid. Er zijn alleen inpandige stallingen aangegeven. Het is ook mogelijk, dat er een stalling komt in het centrale voetgangersgebied bij de ingang van het ziekenhuis.
Binnen de diverse bestemmingen in het bestemmingsplan is het mogelijk om capaciteit voor het stallen van fietsen te realiseren. De benodigde aantallen kunnen worden afgeleid uit richtlijnen van het CROW, waarbij voor werkers vaak de norm van 3 fietsparkeerplaatsen per 10 werkzame personen wordt gehanteerd. Voor het HAGA gaat het om een gelijktijdige aanwezigheid van ca. 2400 (67% van de het totaal aantal van 3600 werkzame personen) werkers dus dat betekent 720 langparkeerfietsplekken. Voor de overige niet-woonfuncties in het bestemmingsplangebied zijn nog ca. 50 stallingsplaatsen voor fietsen nodig. Voor bezoek aan het HAGA zijn 480 kortparkeerplaatsen nodig. Rekening houdend met een extra behoefte van bezoekers aan de woningen, overige niet-woonfuncties en gebruikers van het openbaar vervoer is een openbare fietsenstalling van 750-1000 plaatsen nodig.'
Parkeren in het plangebied
Bij de verdere uitwerking in bouwplannen van de in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen, zal getoetst worden of deze plannen voldoen aan de het in de Nota parkeernormen opgenomen normenstelsel. Onderstaand is in beeld gebracht in welke parkeercapaciteit moet worden voorzien indien het maximaal binnen dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte programma wordt gerealiseerd
HagaZiekenhuis
De in de Nota Parkeernormen opgenomen parkeernorm voor een ziekenhuis is gebaseerd op een kleinere medische voorziening; het opgenomen normenstelsel is voor wat betreft het bezoek aan het HagaZiekenhuis niet geschikt om een kortparkeereis op te baseren.
Naast het bezoekersparkeren voor bezoek aan patiënten zijn er ook bezoeken aan de poliklinieken, dagbehandelingen e.d. De normen zoals gesteld in de Nota Parkeernormen zijn daarvoor echter te algemeen waardoor er 'maatwerk' nodig is.
Hiervoor is vooral gebruik gemaakt van een onderzoek dat door bureau Goudappel Coffeng in opdracht van de gemeente Den Haag is uitgevoerd (zie bijlage 6). In bijlage 7 is gezien het gewijzigde programma ten opzichte van de door Ondernemend Parkeeradvies gehanteerde uitgangspunten voor het door hen opgestelde rapport, de parkeerbehoefte en benodigde parkeercapaciteit verder verfijnd.
Uit de in die bijlage aangegeven capaciteitsanalyse blijkt dat de totale parkeerbehoefte aan het ziekenhuis 1315 parkeerplaatsen bedraagt op het maatgevende moment op de dag bestaande uit 603 + 30 (frictieleegstand) langparkeerplaatsen voor het personeel en 682 kortparkeerplaatsen voor bezoekers.
In de nieuwbouw van het ziekenhuis is voorzien in een parkeergarage van 334 parkeerplaatsen, de overige (1315-334=) 981 parkeerplaatsen worden in de centrale parkeergarage ondergebracht.
Woningen
In de bestemmingsvlakken GD - 1, GD - 2, GD - 3 en GD - 4 wordt het mogelijk gemaakt om 741 woningen te realiseren. Op basis van de parkeernormen wordt dan een parkeereis geformuleerd van 815 langparkeerplaatsen en 222 kortparkeerplaatsen.
Uitgangspunt is parkeren op eigen terrein waarbij een mogelijkheid is dat (een deel van) het bezoekersparkeren in de centrale parkeergarage wordt ondergebracht. Binnen de bestemmingsvlakken GD 2, GD-3 en GD-4 dient de parkeercapaciteit van 535 parkeerplaatsen voor de bewoners te worden opgenomen; In GD-1 worden 281 langparkeerplaatsen voor bewoners gerealiseerd en het een volledig onderbrengen van het bezoekersparkeren voor woningen van maximaal 222 bezoekersparkeerplaatsen.
Commerciele voorzieningen
Op basis van een indicatief programma van ca.15.000m2 BVO aan voorzieningen is de parkeerbehoefte berekend voor werkzame personen en bezoekers op basis van de parkeernormen . Er worden per functie verschillende parkeernormen toegepast, zie ook Bijlage 1 bij de regels van het bestemmingsplan waar deze normen zijn aangegeven. Op basis van de parkeernormen geldt op het maatgevende moment een parkeerbehoefte van 69 langparkeerplaatsen voor werknemers en 164 kortparkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers. Uitgegaan wordt dat een deel van de werknemers (50%) de parkeerplaatsen van bewoners dubbel gebruikt. Op deze wijze is de parkeerbehoefte voor de commerciële voorzieningen: 35 langparkeerplaatsen en 164 kortparkeerplaatsen. Deze plaatsen kunnen zowel in GD-1 als GD-2 worden gerealiseerd.
Centrale parkeergelegenheid
Er wordt in GD I een grote parkeergelegenheid aangelegd die zowel parkeercapaciteit biedt voor de bestemming GD-1 als voor een deel de parkeerbehoefte uit de andere deelgebieden van het bestemmingsplan. Door een dergelijke centrale parkeergelegenheid aan te leggen is het mogelijk om maximaal in te spelen op meervoudig gebruik van parkeergelegenheid maar ook de benodigde parkeercapaciteit op het maatgevende moment van de dag wat te kunnen opvangen .
Rekening houdend met dubbelgebruik zou, op basis van de in de bijlage 7 'aanwezigheidspercentages' van de Nota Parkeernormen Den Haag, de centrale parkeergelegenheid bij de in dit bestemmingsplan toegestane functie-invullingen een capaciteit dienen te hebben van 1457 parkeerplaatsen.
Bewoners | Aantal Langparkeerplaatsen | Aantal kortparkeerplaatsen | Totaal aantal parkeerplaatsen |
HagaZiekenhuis | 299 | 682 | 981 |
Bewoners | 179 | 133**) | 312 |
Commerciele voorzieningen | 35 *) | 131 | 166 |
Totaal | 513 | 946 | 1459 |
*) aanwezigheidspercentage van 60% om 15.00 u. 's middags op basis van de gegevens uit bijlage 7 van de Nota parkeernormen van de gemeente Den Haag.
**) aanwezigheidspercentage van 80% om 15.00 u. 's middags op basis van de gegevens uit bijlage 7 van de Nota parkeernormen van de gemeente Den Haag.
In het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde projectdocument Projectdocument gebiedsontwikkeling Leyweg-Escamplaan is aangegeven dat de centrale parkeervoorziening minimaal 1307 plaatsen moet tellen, dient de parkeercapaciteit voor bezoekers aan de woningen derhalve binnen de betreffende bestemmingsvlakken te worden gerealiseerd. Dit zou inhouden dat er 172 kortparkeerplaatsen in de GD-2 t/m GD-4 moeten worden opgenomen.
'De groenvoorzieningen en het verbinden daarvan ziet de nota 'Groen kleurt de stad' niet als onderdeel van de stedelijke groene hoofdstructuur. Wel acht de nota het behoud dan wel de ontwikkeling van bomenrijen langs de Dedemsvaartweg en de Leyweg onderdelen van het raamwerk van genoemde structuur. Het behoud dan wel de ontwikkeling van bomenrijen zijn juridisch geborgd middels de functieaanduiding 'ecologische verbindingszone'. Bij de totstandkoming van deze nota waren de niet-gemeentelijke groenbeheerders ook betrokken.
De Nota Agenda voor de Haagse Verdichting (rv. 51: 2009) biedt een leidraad voor binnenstedelijke verdichting in Den Haag. Om Den Haag haar groene karakter te laten behouden en de groene hoofdstructuur, zoals vermeldt in de nota 'Groen kleurt de stad' en die andere gebieden betreft, te versterken, is het noodzakelijk om binnenstedelijk te verdichten. Het terrein rondom het bestaande HagaZiekenhuis wordt geschikt bevonden om te verdichten met een groenstedelijk milieu. Het aanwenden van een deel van het park voor bebouwing behoort daarmee tot de mogelijkheden. De aanleg van de combivariant vereist de herinrichting en verbreding van de Escamplaan, waarbij een deel van het park wordt meegenomen. Het gewenste groenstedelijk milieu wordt gestalte gegeven door het aanwijzen van tuinbestemmingen rondom het ziekenhuis op de gronden met een groen- of - voor een tamelijk deel - ziekenhuisbestemming. Een onderdeel van deze opzet is de aanleg van twee parallelle bomenrijen - de Groene Ring rondom het ziekenhuis.
In alle recente beleidsdocumenten (o.a. de nota Agenda voor de Haagse Verdichting, rv 52:2009), worden verdichting van de stad en verhoging de kwaliteit van het openbaar gebied als integrale opgave gezien. Door het toevoegen van enkele woningcomplexen, zorggerelateerde voorzieningen en de uitbreiding en de concentratie van de ziekenhuisactiviteiten, vindt er een aanzienlijke verdichting van bebouwing plaats rond de OV-halte Leyweg. Om Den Haag haar groene karakter te laten behouden en de groene hoofdstructuur, zoals vermeldt in de nota 'Groen kleurt de stad' en die andere gebieden betreft, te versterken, is het noodzakelijk om binnenstedelijk te verdichten. Het terrein rondom het bestaande HagaZiekenhuis wordt geschikt bevonden om te verdichten met een groenstedelijk milieu. Het aanwenden van een deel van het park voor bebouwing behoort daarmee tot de mogelijkheden. Dit heeft als consequentie dat er op basis van de nieuw mogelijk gemaakte ontwikkelingen in het bestemmingsplangebied mogelijk een afname is van ca. 1,6 ha. Groen (zie ook de tabel in paragraaf 5.2.9.3):
Groencompensatie
In deze berekening is uitsluitend rekening gehouden met het vergroenen van het terrein rond het ziekenhuis in de bestemming 'Tuin-1' en 'Tuin-2' onder andere door het realiseren van de bomenring met een dubbele bomenrij rond het ziekenhuis. Daarnaast bestaat langs de Florence Nightingaleweg ter hoogte van de Leyweg en aan de Constance Gelderblomlaan door de herinrichting van het terrein van het voormalig oogziekenhuis de mogelijkheid om het areaal groen uit te breiden met respectievelijk circa 2.400 m2 en 1.300 m2. Om dit nadrukkelijker tot uitdrukking te brengen is voor deze zones ook de bestemming Groen opgenomen in plaats van de bestemming Gemengde Doeleinden 3 en Verkeer-Verblijfsstraat.
Binnen de gekozen bestemmingslegging is het daarnaast mogelijk om de netto afname van het groen nog meer te reduceren. Het stedenbouwkundig plan biedt hiervoor een aantal handvatten:
Herinrichting Florence Nightingale park
Bij de vaststelling van het geldende bestemmingsplan werd de doorgaande weg tussen de Dedemsvaartweg en de Florence Nightingaleweg afgesloten. Deze weg is breder dan voor het gebruik door voetgangers, fietsers en ambulancevervoer noodzakelijk, terwijl het door deze breedte de samenhang tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van het park onnodig belemmerd. Bij de uitvoering van het bestemmingsplan zal ook een kwaliteitsimpuls aan het park worden gegeven, waarbij uitgangspunt is dat deze weg in breedte wordt beperkt en zo mogelijk onverhard wordt vormgegeven. Andere thema's die een rol spelen bij de beoogde kwaliteitsimpuls zijn:
Hiervoor zal door een landschapsarchitect een samenhangend inrichtingsplan worden opgesteld, in samenspraak met de bewoners uit de omgeving.
Bij de vaststelling van het geldende bestemmingsplan werd de doorgaande weg tussen de Dedemsvaartweg en de Florence Nightingaleweg afgesloten. Deze weg is te breed voor het gebruik door voetgangers, fietsers en ambulancevervoer terwijl het door deze breedte de samenhang tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van het park onnodig belemmerd. Bij de uitvoering van het bestemmingsplan zal deze weg in breedte worden beperkt.
In het gebied spelen twee aspecten met betrekking tot de waterhuishouding een rol:
In paragraaf 4.8.2 is een aantal mogelijkheden geschetst t.a.v. de ligging en instandhouding van de waterverbindingen Veendendaalkade- Lozerlaan en Veenendaalkade-Zichtenburg. De voorkeur van het Hoogheemraadschap van Delfland gaat uit van de geschetste optie 4, DSB/R&W onderschrijft deze keuze. Deze vergroot de robuustheid van het poldersysteem door verbetering van de afvoercapaciteit van het achterliggende stedelijk gebied naar het poldergemaal. Het verwijdert de dode eindstrengen in de watergangen aan de Escamplaan, compenseert eventueel oppervlaktewater voor het bouwplan en zorgt voor een betere doorspoelbaarheid van het gebied. En creëert ruimte voor het leiding tracé voor de om te leggen transportleiding rond 1900 mm tegen de laagst maatschappelijke kosten. In de Escamplaan hoeft geen ruimte te worden gereserveerd voor de transportleiding, er is geen verkeershinder door de aanleg van de transportleiding en bij het ontwerp van het bouwplan zijn geen beperkingen ten gevolg van de aanwezigheid van een persleiding.
Indien besloten wordt om de ondergrondse leiding Veenendaalkade - Lozerlaan te verleggen naar de Escamplaan en de gemeentelijke leiding op te heffen, dient in het gebied in het stelsel van openwatergangen de volgende maatregelen genomen te worden:
Het plangebied ligt in peilvlak I van de Esthofpolder. Als bij nieuwe ontwikkelingen het verhard oppervlak toeneemt, dan moet extra waterberging worden gerealiseerd. Uitgegaan wordt van een gesloten waterbalans. Op te heffen open water en het verloren gegane m3 waterberging in het plangebied zal binnen de bestemmingen moeten worden gecompenseerd waaronder het realiseren van een watergang ten noordwesten van de geothermiecentrale
Voor het plangebied is onderstaande waterbalans opgesteld. De toename aan verhard oppervlak en de afname van oppervlaktewater en groen (als open grond aangemerkt) is gebaseerd op de huidige situatie in het plangebied en de bebouwingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.
toename verhard oppervlak | afname groen oppervlak | afname water oppervlakte | voor water compensatie | 325m3/h | 650m3/ha | |||
GD-1 | 794 | 794 | 794 | 26 | 52 | |||
GD-2 | 347 | 347 | 347 | 11 | 23 | |||
GD-3 | 2545 | 2545 | 2545 | 83 | 165 | |||
GD-4 | 10588 | 10558 | 10558 | 343 | 686 | |||
V-STT | 4234 | 3359 | 875 | 3359 | 109 | 218 | ||
M-GZ | 3705 | 3705 | 3705 | 120 | 241 | |||
T-1 | -2744 | -2744 | -2744 | -89 | -178 | |||
T-2 | -3165 | -3165 | -3165 | -103 | -206 | |||
V-VB | 2297 | 646 | 1651 | 646 | 21 | 42 | ||
WA (nieuw) | -590 | |||||||
Totaal | 17981 | 16045 | 1936 | 16045 | 521m3
|
1043m3 |
Door de afname van open water ten gevolge van de vergroting van de verkeersbestemmingen aan de Escamplaan dient er 1936m2 open water binnen het plangebied ter compensatie worden gerealiseerd.
Tevens zal er, uitgaande van een maximale peilstijging van 0,60m en de waterbergingsnorm van 325m3/ha overeenkomstig de Waterbergingsvisie, minimaal 869m2 waterberging in de vorm van open water binnen het plangebied worden toegevoegd; deze waterbergingsopgave kan worden verminderd indien een deel van het hemelwater direct geïnfiltreerd wordt in de grond.
De compensatie aan open water en het noodzakelijke nieuwe wateroppervlak voor waterberging wordt in de plankaart opgenomen in de vorm van een waterverbinding tussen de Escamplaan en de watergang tussen het volkstuincomplex en de woonbuurt aan de Zuidwoldestraat en verbreding van enkele bestaande waterlopen. Op deze wijze ontstaat ook een natuurlijke doorstroming vanuit het westelijk deel van het plangebied in zuidoostelijke richting.
In het plangebied is 34900m2 wateroppervlakte aanwezig en wordt als zodanig bestemd.
In paragraaf 4.10 is de ambitie ten aanzien van het gebiedsgerichte milieubeleid voor het plangebied aangegeven.
De uitwerking van de ze ambitie is in onderstaand schema weergegeven:
Thema | Ambitie | Kwalitatieve uitwerking |
Bodem | Maximaal | Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. |
Externe veiligheid | Maximaal | Plaatsgebonden risico lager dan 10-8 per jaar Groepsrisico verwaarloosbaar |
Geluid | Maximaal | Onderschrijden voorkeursgrenswaarde |
Lucht | Maximaal | NO2-concentratie onderschrijdt 36 ìg/m3
PM10-concentratie onderschrijdt 36 ìg/m3 en minder dan 35 overschreidingsdagen. |
Mobiliteit | Extra | Parkeernormen volgens de Nota parkeernormen, dubbelgebruik parkeerplaatsen |
Water | 'Extra | 'Water dat leeft'; doorstroming |
Uit paragraaf 4.3 kan onder meer worden opgemaakt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de bouwblokken binnen de verschillende deelgebieden hoger ligt dan de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder. Ook als geluidbeperkende maatregelen zoals het aanleggen van geluidsarm asfalt worden getroffen, dan zal deze geluidsbelasting niet tot onder de voorkeursgrenswaarde kunnen worden teruggebracht. De geluidbelastingen liggen echter ruimschoots beneden de maximale daarvoor te ontheffen grenswaarde. Bovendien wordt de plandrempel voor de gecumuleerde geluidsbelasting onderschreden. Mede gelet op het feit dat de relatief hoge geluidsbelasting in belangrijke mate wordt veroorzaakt door het openbare vervoer dat het plangebied omlijst en dat juist deze beschikbaarheid van het openbare vervoer bijdraagt aan het duurzame karakter van de gebiedsontwikkeling, kan worden gesteld dat desondanks een maximale akoestische kwaliteit is gewaarborgd. De ambities voor de externe veiligheid en luchtkwaliteit zijn ruimschoots gewaarborgd. Uit de Monitoringtool die in het kader van het NSL is opgesteld kan worden opgemaakt dat in het peiljaar 2015 rond het plangebied een jaargemiddelde concentratie NO2 zal heersen van 29 ìg/m3 en een jaargemiddelde concentratie fijn stof van 25 ìg/m3.