direct naar inhoud van 4.2 Gebiedsgericht milieubeleid
Plan: Oostduin - Arendsdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA

4.2 Gebiedsgericht milieubeleid

Om de Haagse milieuvereisten en ambities ten uitvoering te brengen, is vroegtijdige samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu van groot belang. In het Milieubeleidsplan Den Haag 2001-2006 is het gebiedsgericht milieubeleid geïntroduceerd en er zijn streefbeelden per gebiedstype opgenomen. Dit is nader uitgewerkt in de Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid die de gemeenteraad in september 2005 heeft vastgesteld.

Het Milieubeleidsplan Den Haag 2001-2006 is in februari 2006 opgevolgd door de nota 'Tien voor milieu; contouren voor milieubeleid 2006 - 2010'. In deze Contourennota zijn Haagse ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu en bodem. Als tiende thema is sturing op milieudoelen opgenomen.

De Contourennota onderstreept de ambitie om Den Haag te ontwikkelen tot een duurzame wereldstad aan zee. Bovendien legt de Contourennota verbanden met andere Haagse kaders, zoals de Structuurvisie 2020 en de Maatschappelijke visie 2020. De milieuambities in de Contourennota zijn opgesteld in het volle besef dat stedelijke ontwikkeling van groot belang is voor de positie van Den Haag in de regio en Europa. De Contourennota benadrukt dat dit gepaard moet gaan met fundamentele keuzes in de afweging tussen economische, ruimtelijke, sociale, gezondheidskundige en milieubelangen. Het gebiedsgericht milieubeleid is hét instrument om de milieubelangen in te brengen in de dynamiek van ruimtelijke ontwikkeling. Gebieden hebben bovendien verschillende kenmerken. Niet elk gebied heeft dezelfde kwaliteiten en dezelfde kansen om kwaliteiten te verbeteren. Het gebiedsgerichte milieubeleid maakt het mogelijk om de milieuambities af te stemmen op de specifieke functies, kenmerken en mogelijkheden van een gebied, waardoor de kwaliteiten van dat gebied beter beschermd of verbeterd kunnen worden.

Op basis van het gebiedsgerichte milieubeleid is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van een zelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd: wonen, werken, gemengd wonen, gemengd werken, infrastructuur en tot slot groene hoofdstructuur en water. Het plangebied Oostduin - Arendsdorp behoort tot het gebiedstype "Gemengd werken", het gedeelte behorende bij het Goetlijfpark (Bunkerbosje) valt onder het gebiedstype 'gemengd wonen'. De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied echter hebben alleen betrekking op het gebied behorende bij het gebiedstype "Gemengd werken". Voor het plangebied Oostduin - Arendsdorp geldt het ambititieniveau "Gemengd werken".

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA_0012.png"

[kaart gebiedsgericht milieubeleid gemeente Den Haag]

De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van het ambitieniveau per milieuthema: bodem, lucht, water, externe veiligheid, mobiliteit, natuur, geluid, afval en klimaat. Per thema zijn drie oplopende ambitieniveaus geformuleerd:

  • Milieu Basis: de milieuambitie voor een thema die aansluit bij de bestaande wet- en regelgeving.
  • Milieu Extra.: de milieuambitie voor een thema die een stuk verder gaat dan het wettelijk minimum.
  • Milieu Maximaal: is de maximaal praktisch haalbare milieuambitie voor een thema.

De gebiedstypering wordt bepaald door de nieuwe voorgestane functie.

Bij de planontwikkeling wordt rekening gehouden met de realisering van deze ambities

Voor Oostduin - Arendsdorp gelden de milieuambities voor het gebiedstype "Gemengd werken"

Thema   vastgesteld ambitie niveau  
Bodem:   Basis  
Externe veiligheid:   Maximaal  
Geluid:   Basis  
Lucht:   Basis  
Mobiliteit:   Extra  
Schoon:   Maximaal  
Water:   Ambitities per poldereenheid  
Natuur:   Basis  
Klimaat:   Maximaal  

Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn de bovengenoemde milieuambities richtinggevend.