Plan: | Oostduin - Arendsdorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA |
Oostduin-Arendsdorp ligt nu midden in de wijk Benoordenhout. Het landgoed ligt aan één van de doorgaande wegen in de stad, de Wassenaarseweg. Oostduin-Arendsdorp bestaat uit twee parkdelen met verschillende karakters, slechts verbonden door een bruggetje in het midden. Het noordwestelijk gelegen Goetlijfpark (Bunkerbosje) is een meer op zich staand buurtparkje met een bunkercomplex uit de tweede wereldoorlog.
Het gebied draagt bij aan het groene karakter van de Wassenaarseweg, dat meerdere oude landgoederen met elkaar verbindt. De landgoederen zijn haaks georiënteerd op de Wassenaarseweg en volgen de oorspronkelijke slagen van het ontgonnen landschap tussen de hogere duinruggen. De parkdelen die ooit aan de landhuizen toebehoorden, liggen in noordwestelijke richting omgeven door water naast elkaar.
Aan de zuidwestzijde van het landgoed liggen vooral grote oudere kantoorpanden. Aan de noordoostzijde wordt het karakter vooral bepaald door de vrijstaande meer villa-achtige bebouwing.
Door alle stedelijke uitleg is door de tijd heen het nagenoeg vierkante oppervlak van het landgoed in het Benoordenhout verweven. De oude met bomen begeleide landwegen die de oorspronkelijke buitenplaatsen met elkaar verbonden zijn in het stedelijk weefsel opgenomen. Zij bepalen in belangrijke mate de groene kwaliteiten van de wijk. De Wassenaarseweg, de Ruyckrocklaan, de Van Hogenhoucklaan, de Waalsdorperweg en de Benoordenhoutseweg zijn groene corridors naar andere delen van de stad en naar het buitengebied.
In het plangebied is in de loop der tijd een verscheidenheid aan bebouwing ontstaan. Van de tot de vroegere buitenplaats behorende gebouwen zijn nog aanwezig:
Van meer recente datum zijn:
Op het voormalige landgoed bevindt zich ook een gebouwtje voor de scouting. Op de hoek Oostduinlaan/Goetlijfpad staat een moskee.
In het Goetlijfpark (Bunkerbosje) is nog een bunkercomplex aanwezig die door de Duitsers in de tweede wereldoorlog is gebouwd. Deze objecten hebben tot het relièf geleid dat zo typerend is voor het Goetlijfpark (Bunkerbosje).
Het plangebied is onderdeel van het Rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout.
Waardering:
Het Benoordenhout is opgebouwd uit deelplannen met een grote continuïteit in bebouwingsbeeld en structuur langs groene lanen, rondom oude landgoederen. De consistentie van het stadsbeeld is hierdoor zo groot dat een wijk is ontstaan met een sterk homogeen karakter. Het gebied is als zodanig van belang wegens bijzondere landschappelijke, stedenbouwkundige, cultuur- en architectuurhistorische waarden.
Eén van de meest in het oog springende kwaliteiten van het gebied is het historische karakter van het landgoed. Daarnaast is het een bijzonder natuurgebied tussen de omringende bebouwing. Door bebouwing, soms van zeer forse schaal, is het landgoed steeds verder verkleind waardoor een kritieke grens is bereikt.
De waarderingskaart behorende bij het aanwijzingsbesluit van het rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout geeft aan dat grote delen van het bestemmingsplangebied belangrijke duin- en belangrijke waterstructuren zijn. Bij nieuwe ontwikkelingen dienen deze gehandhaafd en gerespecteerd te worden.
[Waarderingskaart rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout]
Voor de beschermde stadsgezichten zijn cultuurhistorische ordekaarten gemaakt. De woningen aan de Oostduinlaan en de Floris Grijpstaat/Van Hogenhoucklaan zijn gewaardeerd als beeldondersteunend straatensemble (2e orde).
[Uitsnede cultuurhistorische orde-kaart Benoordenhout, 2003]
In het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) zijn aan de volgende elementen een bijzondere kwaliteit toegekend:
Het landgoed Oostduin-Arendsdorp als geheel is geen monument.
Rijks- en gemeentelijke monumenten
In het plangebied zijn de volgende beschermde rijksmonumenten (opgenomen in het register ingevolge art. 6 van de Monumentenwet 1988):
Adres | Beschrijving van het monument |
Rijksmonument | |
Wassenaarseweg 44
Waardering: Van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde |
Brug, toegangshek en portierswoning van het landgoed Oostduin dateren uit de achttiende eeuw. |
Wassenaarseweg 66
Waardering: Van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde |
Huis 'de Rietjes'. Tuinmanswoning van het landgoed Arendsdorp gebouwd omstreeks 1700. |
Wassenaarseweg 74
Waardering: Het gebouw is van belang door haar architectuurhistorische waarde als vertegenwoordiger van hoogwaardig architectuur uit de zeventiende eeuw. Historisch gezien is het gebouw van belang als overblijfsel van een buitenverblijf op het historische landgoed. |
Op het voormalig landgoed Arendsdorp gelegen achtkantig tuinhuis. Het vrij gesitueerde bakstenen gebouw bestaat uit twee bouwlagen onder een met pannen gedekt tentdak. De sobere gevels zijn met pilasters geleed. Ter weerszijde twee rechthoekige bakstenen aanbouwen. In de gevels schuifvensters met achttiende-eeuwse roedeverdeling. Het pand is gerestaureerd waarbij aangrenzende bebouwing is gesloopt. Arent van Dorp liet de koepel in 1643 ontwerpen door een architect, die met Pieter Post samenwerkt. De koepel geldt als een architectonisch meesterwerk en bestaat uit een middenstuk met een kamer op de eerste verdieping en twee aanbouwen (een trap en een geheim gemak). Men veronderstelt, dat de kamer in 1640 rustte op een open onderstel met bogen. Enkele jaren later wordt de vijver gedempt en het buitenverblijf uitgebreid met een voorbouw en twee zijvleugels om als woonhuis te worden gebruikt. Bij de verbouwing tot woonhuis is het onderstel dichtgemaakt. Rond 1875 wordt het woonhuis afgebroken en krijgt het buitenverblijf zijn oorspronkelijke zeventiende-eeuwse koepelvorm weer terug. |
Wassenaarseweg 80
Waardering: Kantoorgebouw van architectuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van het bouwen in een traditionele bouwtrant waarbij weer wordt teruggegrepen naar het gebruik van ornament. Als zodanig is het tevens van belang als een belangrijke mijlpaal binnen het oeuvre van de architect J.J.P. Oud. Het ontwerp was in zijn tijd zeer omstreden omdat Oud, die eertijds in de architectuur van de Stijl bouwde, hier teruggreep op traditionele vormen. De beeldbepalende situering langs de rand van het voormalig landgoed Arendsdorp is een waardevol stedenbouwkundig gegeven. |
Voormalig kantoorgebouw van de Bataafsche Import Maatschappij (later Shell), symmetrisch van opzet en met een bewust nagestreefde monumentaliteit. Het vrijstaande gebouw is gelegen langs de rand van het voormalig landgoed Arendsdorp. Het gebouw op rechthoekige plattegrond, is ontworpen door J.J.P. Oud in 1938, gebouwd tussen 1938-1942 en voltooid in 1946. Het is gebouwd in een traditionele bouwtrant waarbij een teruggrijpen op het neoclassicisme en de toepassing van het ornament plaatsvond. Van oorsprong was de plattegrond gesloten en streng symmetrisch. Aan de achterzijde was oorspronkelijk een haakse vleugel, in het midden eindigend in een ruime, cirkelvormige kantine. Dit onderdeel van het gebouw is omstreeks 1970 afgebroken en vervangen door een omvangrijke nieuwbouw op vork-vormige plattegrond. Nb. De nieuwbouw uit ca. 1970 is van bescherming uitgesloten. |
Gemeentelijk monument | |
Van Hogenhoucklaan 54
Waardering: Pand van algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens zijn schoonheid, architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarde. De architectuurhistorische waarde ontleent het pand aan het feit dat het hier een voor Den Haag zeldzaam voorbeeld van de zuivere Delftse School betreft. Zijn stedenbouwkundige waarde ontleent het pand aan de situering op de hoek van de Van Hogenhoucklaan en de Goetlijfstraat. |
Breed opgezette villa op geknikte plattegrond met inpandige garage in het linkergedeelte, gebouwd door W. Verschoor in 1939. De villa bestaat uit een parterre met een verdieping en draagt een hoog, met pannen gedekt zadeldak tussen puntgevels. Boven de ingang een als dakkapel hoger opgetrokken travee met puntgevel, versierd met natuurstenen hoekblokken. De vensters bezitten glas-in-lood en hebben geprofileerde houten omlijstingen. Boven de strokendeur van de ingang een bovenlicht met siersmeedwerk. De tuin is ommuurd door een gemetselde tuinmuur met door natuurstenen platen gedekte hoekposten. De villa is een conservatieve wending in het werk van Verschoor die bekend is geworden met het appartementencomplex Boschzicht aan de Benoordenhoutseweg te Den Haag. Zijn stedenbouwkundige waarde ontleent het pand aan de situering op de hoek van de Van Hogenhoucklaan en de Goetlijfstraat. |
Goetlijfpark (Bunkerbosje)
(gedeelte tussen Oostduinlaan, de Ruychrocklaan, de Van der Hoevenstraat en het Goetlijfpad) |
Bunkercomplex inclusief het omliggende terrein. De bunkers liggen in een parkje, begrensd door de Oostduinlaan, de Ruychrocklaan, de Van der Houvenstraat en het Goetlijfpad. Van dit bunkercomplex bestaan nog alle werken. De stelling vormt een typerend en gaaf voorbeeld van een klein complex werken in tweede lijn met ondersteunende-verzorgende functies. Het complex toont goed aan hoe deze nieuwe structuur op basis van optimale camouflage in de omgeving ingeplant werd. De stelling heeft de oorspronkelijke context behouden en is inmiddels op een aanvaardbare wijze in het landschap geïntegreerd. Het complex bezit nog alle St-bunkers. |
De Wassenaarseweg is de belangrijkste doorgaande route voor het verkeer door het plangebied en maakt deel uit van de Haagse hoofdstructuur voor het wegverkeer. De Wassenaarseweg ontsluit tevens de serviceflats in het gebied. De Oostduinlaan en de Van Hogenhoucklaan hebben een wijk- en buurtontsluitende functie. De overige wegen zijn voornamelijk van belang voor de directe ontsluiting van bestemmingen in het plangebied zoals de zorginstellingen, woningen en kantoren. De meeste bestemmingen beschikken over een parkeervoorziening op het eigen terrein. Busverkeer wordt afgewikkeld via de Wassenaarseweg en de Oostduinlaan.
Het gebied binnen de omringende wegen is verder alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Het Goetlijfpad verbindt de Oostduinlaan met de Goetlijfstraat voor fietsers. Het fietspad vormt, samen met de singel om het landgoed, tevens de scheiding tussen het Goetlijfpark (Bunkerbosje) en het voormalige landgoed Oostduin - Arendsdorp.
Voor voetgangers zijn er meerdere entrees tot het gebied. De verschillende plekken in het landgoed worden door middel van een stelsel van wandelpaden met elkaar verbonden. De hoofdroute door het landgoed loopt vanaf de entree naast serviceflat Arendsdorp naar de entree naast zorginstelling Oostduin. Deze noord - zuid route is uitsluitend voor voetgangers maar wordt in de praktijk veel door fietsers gebruikt.
Voor de oost - west routes vormen de lange bossloot en de huidige bebouwing van Oostduin een barrière.
Door hun omvang en door hun ligging tussen andere grote groengebieden heeft Oostduin-Arendsdorp een belangrijke functie voor de natuurwaarden in de stad. Het maakt deel uit van de stedelijke groene hoofdstructuur. Het heeft ook een belangrijke recreatieve functie en wordt intensief gebruikt.
Het landgoed is door middel van groen/blauwe verbindingen goed aangehaakt op haar (groene) omgeving. Aan de zuidoostzijde wordt het landgoed via de Neuhuyskade met haar singel en groene oevers verbonden met het Haagse bos. Het water in het midden van het profiel is een doorzetting van de oude scheidingsloot in het landgoed. De zuidelijke grenssloot van het landgoed is onderdeel van de groenblauwe verbinding tussen de Koninginnegracht en Park Clingendael.
In het noordwesten verbindt de singel in de Groenhovenstraat het landgoed met de Koninginnegracht. De groene singel is ooit onderdeel geweest van de groen-blauwe route vanaf Clingendael richting het centrum van de stad. Deze route liep vroeger langs de noordzijde van de twee landgoederen. In de huidige situatie wordt het 17e-eeuwse lindenlaantje als groen-blauw element onderbroken door het entreegebied van Oostduin. Ten behoeve van de entree is destijds een deel van de doorgaande bomenrij gekapt en een deel van de sloot gedempt of omgevormd tot vijvertje.
Ook de singel langs de Oostduinweg is ter hoogte van het kantoorgebouw onderbroken. Hier ligt nu een parkeerterrein behorende bij het kantoorgebouw.
In het landgoed Oostduin-Arendsdorp is de landschappelijke parkaanleg uit de 18e eeuw nog redelijk goed herkenbaar. Met name het noordoostelijke deel bevat diagonale doorzichten die verschillende groene open veldjes met elkaar verbinden. Daarnaast zijn diverse elementen van de oorspronkelijke eind 17e eeuw geometrische parkaanleg aanwezig zoals de langgerekte barokke vijver met halve rondingen en de lanen, tuinmuren en grenssloten.
De oorspronkelijke grenssloot tussen de landgoederen is rond 1925 vergraven tot een meanderende watergang.
Er liggen meerdere entrees van het landgoed vanaf de omringende wegen. De meeste entrees hebben geen monumentaal karakter, met uitzondering van die op de hoek Oostduinlaan-Wassenaarseweg. Aan de Oostduinlaan is ook een weinig opvallende entree van het landgoed; aan de achterzijde van het kantoorgebouw is het landgoed bereikbaar via een historisch bruggetje. Het gebied kan gezien worden als een volwaardig groengebied met een grote afwisseling van bospercelen, waterpartijen, open terreinen, een gevarieerde begroeiing en een - ondanks de beperkte oppervlakte - behoorlijke variëteit aan fauna. Op dit moment is er sprake van een langzame achteruitgang in de kwaliteit van het landgoed. Het beheer is toe aan een actualisatie.
Monumentale bomen
Op het landgoed zijn zestig monumentale bomen aanwezig.
Oostduin, oprijlaan vanaf ingang Wassenaarseweg | laan met 50 beuken (Fagus Sylvatica) |
Oostduin, in gazon tegenover heidetuin | gewone esdoorn (Acer Ps. Leopoldii) |
Oostduin, in gazon | gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) |
Oostduin, langs vjiver | rode beuk (Fagus sylvatica 'Purpurea') |
Oostduin, bij doorgang brug Arendsdorp | groep van 5 zomereiken (Quercus robur) |
Oostduin | zomereik, tweestammig (Quercus robur) |
Oostduin | zomereiken (Quercus robur) |
Langs de Wassenaarseweg staat ter hoogte van nummer 76 serviceflat Arendsdorp een monumentale groep van 18 taxussen (Taxus baccata).
Een belangrijk onderdeel van het landgoed dat bijdraagt aan de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit zijn de watergangen en vijvers. Deze dateren veelal nog van de aanlegperiode, en sommige zijn bij de verandering naar de Engelse stijl vergraven tot hun huidige vorm. Het water speelt een belangrijke rol in de begrenzingen en beleving van de verschillende delen van het park. Het biedt verassende ruimten gecombineerd met zichtlijnen in het landgoed.
Het water in Oostduin-Arendsdorp (circa 35.000 m2) maakt onderdeel uit van het boezemgebied.Het vastgestelde streefpeil voor de boezem ligt op NAP - 0,43 meter. De watergangen hebben een drainerende functie. Het water wordt afgevoerd in de richting van het centrum van Den Haag en wordt vervolgens in de haven van Scheveningen of bij de Nieuwe Waterweg uitgemalen. Het grondwater in Oostduin-Arendsdorp volgt het natuurlijke, seizoensgebonden verloop. De gemiddelde grondwaterstand varieert al naar gelang de afstand tot het meest nabij gelegen oppervlaktewater. De grondwaterstand bevindt zich in Oostduin- Arendsdorp op circa 0.60 meter beneden maaiveld, maar op veel plaatsen kan het grondwaterpeil hoger stijgen. Een deel van de vegetatie (met name de bomen, maar ook de gazons) heeft veel last van de hoge grondwaterstand. In het Benoordenhout staat het grondwater gemiddeld anderhalve meter onder maaiveld. De grondwaterstand schommelt door het jaar heen, hoger in de winter, lager aan het eind van de zomer. In de regel fluctueert de waterstand in het boezemgebied maar weinig. In het Benoordenhout bedraagt dit verschil niet meer dan 30 centimeter. Het oppervlaktewater in Oostduin-Arendsdorp kent een matige lichtdoorlatendheid. De gewenste zichtdiepte voor ecologisch functioneren wordt beperkt of niet gehaald. Ook fluctueert de pH-waarde op jaarbasis aanzienlijk. Door een te lage pH-waarde ontstaan ongewenste schimmels. Tenslotte is de hoeveelheid zuurstof in het water matig.
Het gebied behoort tot het oude binnenduinlandschap. Oostduin-Arendsdorp ligt voor een belangrijk deel op een uitloper van een oude strandwal in de overgang naar de strandvlakte waarop ook Clingendael is gelegen. De vroegere bebouwing (de voormalige landhuizen) bevond zich op de iets hogere en drogere zandwal. De strandwal is nog enigszins herkenbaar in het reliëf in Oostduin.
De lager gelegen strandvlakte is relatief vlak en vrij vochtig, geschikt voor agrarisch gebruik. De hoogteligging van het gebied varieert rond de 1 meter boven NAP.
De bodem bestaat voornamelijk uit duinzandgronden waar als gevolg van de relatief hoge grondwaterstand humus en slibhoudend zand aanwezig is. Dit humusrijke slibhoudende zand heeft een dichtere structuur dan zandgrond en een relatief geringe waterdoorlatendheid.
Bekende geologische en archeologische gegevens
Het plangebied is volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk in zijn geheel gelegen in een niet door Jong Duin (Laag van den Haag) overstoven deel van het strandwallenlandschap. Het gaat hier volgens de huidige gegevens bijna geheel om een strandwal; een smalle met veen gevulde strandvlakte, die net buiten het plangebied bekend is, lijkt hier afwezig. Alleen in het uiterste noorden van het plangebied, tegen de Ruychrocklaan aan, is van nog een strandvlakte sprake.
Het strandwallenlandschap heeft in zijn algemeenheid een hoge archeologische verwachting. De zandruggen waren al vrij snel bewoonbaar en ook heel aantrekkelijk voor onze verre voorouders. Op die plekken zijn in Den Haag dan ook vaak sporen van nederzettingen aangetroffen. De lager gelegen gedeelten, de strandvlaktes, waren op zijn minst geschikt om gewassen te verbouwen en vee te hoeden. Resten van deze bewoning kunnen teruggaan tot in de vroege prehistorie, terwijl ook in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen volop in het duingebied gewoond lijkt te zijn. Binnen het plangebied zijn daar overigens nog geen voorbeelden van bekend. Iets buiten het plangebied echter, bij het ziekenhuis Bronovo, is sprake van een uiterst belangrijke vindplaats. Hier zijn resten teruggevonden van een nederzetting uit de vroege middenbronstijd (tussen ongeveer 1800 en 1500 v. Chr). Boven dit niveau is een laag uit de middenijzertijd waargenomen, die dateert uit ca. 400 v. Chr.
In de Nieuwe Tijd ontstonden er binnen het bestemmingsplangebied twee landgoederen: Oostduin en Arendsdorp. Oostduin is waarschijnlijk wat ouder dan Arendsdorp. Oostduin wordt al in de 16e eeuw genoemd, terwijl het tweede landgoed zijn eerste vermelding in de 17e eeuw heeft. Op beide landgoederen hebben meerdere gebouwen gestaan.
Oostduin
De kaart van Cruquius uit 1712 laat een gebouwtje bij de ingang van het landgoed zien, het portiersgebouw. Dit gebouw is nog steeds aanwezig. Gezien de ouderdom heeft het gebouwtje zelf en de directe omgeving ervan (het erf) archeologische waarde. Ter plekke kunnen afvalkuilen, water- en beerputten aanwezig zijn. Het landhuis zelf is in de 20ste eeuw afgebroken. Waar het gebouw heeft gestaan is echter nauwkeurig vast te stellen. Dit gebied met omliggend erf is vanzelfsprekend archeologisch waardevol. Verwacht wordt dat de funderingen op zijn minst voor een deel in de grond bewaard zijn gebleven.
Arendsdorp
Arendsdorp volgt hetzelfde stramien als Oostduin. Ook hier is aan het begin een portierswoning gelegen, die op Cruquius is afgebeeld. Dit gebouw is ook nog steeds aanwezig. Zowel gebouw als omliggend erf zijn archeologische waardevol. Van de buitenplaats zelf is wel het een en ander over: het huidige paviljoen bijvoorbeeld, daterend uit 1640. Dit gebouw is een Rijksmonument. In het verleden is de bebouwing omvangrijker geweest dan nu. Er moet daarom van worden uitgegaan dat het gebied rond het paviljoen belangrijke archeologische waarden herbergt.
Gegeven de specifieke bodemopbouw zou kunnen worden verwacht dat het gehele bestemmingsplangebied een hoge archeologische verwachting kent. Dat dit niet zo is heeft te maken met een specifieke exploitatie van de bodem, die van zandwinning. Op de kaart van Cruquius is te zien dat het noordelijk deel van het plangebied, nu gelegen tussen het huidige Goetlijfpad en de Ruychrocklaan maar toen net buiten de twee landgoederen, al het toneel van ontgravingen was. Daarbij werden sloten gegraven om het aldus gewonnen zand per boot te kunnen afvoeren. Eventuele archeologische waarden in de vorm van cultuurlagen zijn hierbij hoogstwaarschijnlijk rigoureus opgeruimd. Gelukkig geldt dit alleen voor het genoemde deel. De rest van het gebied, en dat is verreweg het grootste deel, is, waarschijnlijk omdat het de landgoederen betrof, hiervan gespaard gebleven. Daar geldt nog steeds een hoge archeologische verwachting, zowel voor de pre- en vroeghistorische periode als voor de Nieuwe Tijd.