direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk - 3
Plan: Oostduin - Arendsdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA

Artikel 11 Maatschappelijk - 3

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, parkeren, water en overige voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het aangegeven bebouwingsvlak;
  • c. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding (plankaart) staat aangegeven;
  • d. de inhoud van de dienstwoning bedraagt maximaal 350 m³;
  • e. in- en/of uitritten ten behoeve van gemotoriseerd verkeer zijn uitsluitend toegestaan aan de Oostduinlaan;
  • f. overkappingen, aan- uit- en bijgebouwen evenals aangebouwde bijgebouwen zijn niet toegestaan.
11.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van 1 minoret hiervan bedraagt de maximale hoogte 10 m;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan inclusief een erf- en/of een terreinafscheiding gesitueerd aan het Goetlijfpad niet meer dan 1 m bedragen, en op andere plaatsen niet meer dan 2 m;
  • c. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten voor vlaggen en antennes, hiervan bedraagt de toegestane hoogte 5 m;
11.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. artikel 11.2.1, onder c ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten en dergelijke. tot een maximum hoogte van 1,5 m;
  • b. artikel 11.2.1, onder c ten behoeve van het verschuiven van de door hoogtegrenzen omkaderde vlakken met maximaal 0,5 m, met dien verstande dat de totale oppervlakte van alle door hoogtegrenzen omkaderde vlakken ongewijzigd dient te blijven.