Plan: | Benoordenhout |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA |
Tien voor milieu
De nota Tien voor milieu (2006) is het richtinggevend document voor de hoofdlijnen van milieubeleid van de gemeente Den Haag in de periode 2006-2010. In deze contourennota zijn ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu, bodem en sturing.
Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid
Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is het Gebiedsgericht Milieubeleid (2005). Er is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald tijdstip dienen te hebben. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd. Het plangebied behoort tot 3 verschillende gebiedstypen, te weten Gemengd Wonen, Gemengd Werken en Wonen.
Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen 3 verschillende ambitieniveaus:
De volgende ambities zijn voor het gebiedstype wonen van belang:
thema | welke ambitie is vastgelegd? | wordt de ambitie in het plangebied gerealiseerd? | toelichting |
bodem | extra | gedeeltelijk | Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. |
externe veiligheid | maximaal | ja | Er vindt geen overschrijding plaats van de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico als gevolg van de gasleiding en het vervoer gevaarlijke stoffen. |
geluid | extra | ja | Het plan leidt niet tot een onaanvaardbare toename van de geluidbelasting bij geluidsgevoelige objecten. |
lucht | extra | ja | Het plan leidt niet tot verslechtering van de luchtkwaliteit. |
mobiliteit | extra | ja | Het plan leidt tot een lichte toename van het verkeersaanbod (1-3%) maar dat leidt niet tot problemen met de verkeersafwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid. |
schoon | extra | ja | Het plan leidt niet tot verslechtering. |
water | water dat behaagt | ja | Het plan leidt niet tot verslechtering van de waterkwaliteit. |
natuur | extra | ja | Het plan leidt niet tot verslechtering van de natuur |
klimaat | maximaal | ja | Bij nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied is sprake van een zeer hoog ambitieniveau voor wat betreft de toepassing van energievoorzieningen en gebruik van duurzame bouwmatetrialen. |
Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn bovengenoemde milieuambities richtinggevend.