direct naar inhoud van 4.10 Gebiedsgericht Milieubeleid
Plan: Benoordenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA

4.10 Gebiedsgericht Milieubeleid

Tien voor milieu

De nota Tien voor milieu (2006) is het richtinggevend document voor de hoofdlijnen van milieubeleid van de gemeente Den Haag in de periode 2006-2010. In deze contourennota zijn ambities vastgesteld voor de speerpunten lucht, klimaat, water en geluid en voor de aandachtspunten vergunningverlening en handhaving, externe veiligheid, afval, binnenmilieu, bodem en sturing.

Handleiding Gebiedsgericht Milieubeleid

Een belangrijk instrument bij samenwerking tussen ruimtelijke ordening en milieu is het Gebiedsgericht Milieubeleid (2005). Er is een indeling van Den Haag gemaakt met gebieden van eenzelfde functie. Gebieden met eenzelfde functie behoren tot hetzelfde gebiedstype. Per gebiedstype is de gewenste milieukwaliteit vastgesteld. De gebiedsspecifieke kenmerken en de mogelijkheden bepalen de toekenning van de ambitie per milieudoel: geluid, lucht, bodem, afval, water, ecologie en groen, energie, mobiliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Met het vaststellen van milieuambities per gebiedstype wordt richting gegeven aan de kwaliteit die de verschillende onderdelen van het milieu op een bepaald tijdstip dienen te hebben. Er is een zestal gebiedstypen gedefinieerd. Het plangebied behoort tot 3 verschillende gebiedstypen, te weten Gemengd Wonen, Gemengd Werken en Wonen.

Het gebiedsgericht milieubeleid maakt onderscheid tussen 3 verschillende ambitieniveaus:

  • Milieu Basis: ambities die aansluiten bij de bestaande wet- en regelgeving en het bestaande gemeentelijk beleid.
  • Milieu Extra: ambities die een stuk verder gaan dan het wettelijke minimum.
  • Milieu Maximaal: de maximaal haalbare ambitie voor een thema.

De volgende ambities zijn voor het gebiedstype wonen van belang:

thema   welke ambitie is vastgelegd?   wordt de ambitie in het plangebied gerealiseerd?   toelichting  
bodem   extra   gedeeltelijk   Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden.  
externe veiligheid   maximaal   ja   Er vindt geen overschrijding plaats van de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico als gevolg van de gasleiding en het vervoer gevaarlijke stoffen.  
geluid   extra   ja   Het plan leidt niet tot een onaanvaardbare toename van de geluidbelasting bij geluidsgevoelige objecten.  
lucht   extra   ja   Het plan leidt niet tot verslechtering van de luchtkwaliteit.  
mobiliteit   extra   ja   Het plan leidt tot een lichte toename van het verkeersaanbod (1-3%) maar dat leidt niet tot problemen met de verkeersafwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid.  
schoon   extra   ja   Het plan leidt niet tot verslechtering.  
water   water dat behaagt   ja   Het plan leidt niet tot verslechtering van de waterkwaliteit.  
natuur   extra   ja   Het plan leidt niet tot verslechtering van de natuur  
klimaat   maximaal   ja   Bij nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied is sprake van een zeer hoog ambitieniveau voor wat betreft de toepassing van energievoorzieningen en gebruik van duurzame bouwmatetrialen.  

Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied zijn bovengenoemde milieuambities richtinggevend.