direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen - 3
Plan: Benoordenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA

Artikel 19 Wonen - 3

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in gestapelde vorm;
  • b. ter plaate van de aanduiding "ga" een garage;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "p" een parkeerterrein;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "pg" een parkeergarage;

één en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, aan-huis-gebonden bedrijven, aan-huis-gebonden beroepen, wegen, (gebouwde) parkeervoorzieningen, groen, water en overige voorzieningen.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak.
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen, voorzover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • c. ter plaatse van de aanduiding "pg" is een ondergrondse parkeergarage toegestaan in maximaal 2 lagen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "ga" zijn garages toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
19.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
  • c. in uitzondering op het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter, voorzover deze zich voor de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden, en;
    • 2. 2 meter voorzover deze zich achter de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden.
19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd een afwijking te verlenen van:

  • a. lid 19.2.1, onder b ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten e.d. tot een maximum hoogte van 1,5 m.
19.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'dv' op de plankaart is op de begane grond tevens de functie 'dienstverlening' toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'm' op de plankaart zijn op de begane grond en één laag ondergronds tevens welzijnsvoorzieningen toegestaan, met uitzondering van educatieve functies.