direct naar inhoud van 4.7 Bodem
Plan: Bomenbuurt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0207CBomenbuurt-50VA

4.7 Bodem

Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie.

De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden van stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:

  • a. het geschikt maken van de bodem voor het voorgenomen gebruik;
  • b. het beperken van blootstelling aan en de verspreiding van de verontreiniging;
  • c. het treffen van de beheersmaatregelen.

Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet meer altijd nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak.

Wanneer economische of maatschappelijke omstandigheden rond de vervuilde locatie uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat risico's voldoende worden beheerst.

Voor wat betreft het plangebied hebben op en in de direct omgeving bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij ter plaatse van het plangebied om autoreparatiebedrijven, foto- en filmlaboratoria, chemische wasserijen, fietsen-, brom- en motorenreparatiebedrijven, werkplaatsen, drukkerijen, schildersbedrijven, een lakspuiterij, een goud- en zilversmederij, brandstofdetailhandels, benzine-service-stations en een bestrijdingsmiddelenopslag. Verder zijn bij een groot aantal panden brandstoftanks bekend. Deze zijn allen reeds verwijderd of buiten gebruik.

In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Op een aantal locaties is daaruit gebleken dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume). Enkele van deze gevallen zijn reeds gesaneerd of is de sanering in uitvoering.

Eén van deze gevallen betreft een omvangrijke verontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen, welke zich bevindt in het gebied dat wordt omsloten door de Groot Hertoginnelaan, Populierstraat, Thomsonlaan en de Wilgstraat. De verontreiniging is voornamelijk in het grondwater aanwezig en is afkomstig van een voormalige chemische wasserij aan de Wilgstraat 45 en Thomsonplein 9. Deze verontreiniging wordt momenteel gesaneerd.

Niet alle verdachte deellocaties in het plangebied zijn nog voldoende onderzocht. In het kader van dit bestemmingsplan zijn geen nieuwe bodemonderzoeken vereist, omdat het ter plaatse de bestaande toestand vastlegt. Voor die delen van het plangebied waar eventueel in de toekomst herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties in de toekomst bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden.

Uit de bodemkwaliteitskaart gemeente Den Haag blijkt dat de bovengrond (0-0,5 m-maaiveld) in het plangebied gemiddeld licht verontreinigd is met zware metalen (lood, zink en kwik) en PAK (teerachtige stoffen). In de diepere bodemlagen overschreiden de gemiddelde achtergrondgehalten de AW2000 niet.