direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf-2
Plan: Bomenbuurt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0207CBomenbuurt-50VA

Artikel 4 Bedrijf-2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten in de categorieën A en B van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van bedrijven bij functiemenging als opgenomen in Bijlage 2 van de regels, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid van de Wet Geluidhinder, inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid van het Besluitexterne veiligheid inrichtingen, en garagebedrijven;
  • b. kantoren;
  • c. dienstverlening;

en ter plaatse van de aanduiding:

  • d. "garage" is een garagebedrijf toegestaan;
  • e. "sport" is een sportschool toegestaan;
  • f. "wonen" is wonen op de verdiepingen toegestaan;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, alsmede detailhandel zoals nader omschreven in lid 4.4,

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak mogen uitsluitend niet voor bewoning bestemde gebouwen worden gebouwd.
  • b. het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken geen gebouw zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen;
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. het gestelde onder b is niet van toepassing op het plaatsen van masten, schoorstenen, ontluchtingspijpen en soortgelijke bouwwerken;
  • d. in afwijking van het gestelde onder b mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m en, indien deze zich voor de voorgevel bevinden en het verlengde daarvan, niet meer dan 1 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. lid 4.2.1, onder c met ten hoogste 1 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding garage (ga) geldt ten aanzien van het gebruik als garagebedrijf dat:
    • 1. het gebruik niet mag worden vergroot ten opzichte van de omvang die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
    • 2. het gebruik als garagebedrijf niet mag worden hervat indien het gebruik langer dan een jaar is onderbroken;
    • 3. het gebruik als garagebedrijf mag worden veranderd in een gebruik overeenkomstig de bestemming als omschreven in lid 4.1;
    • 4. indien toepassing is gegeven aan het gestelde onder 3 mag het gebruik als garagebedrijf niet opnieuw aanvangen.
  • b. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • c. binnen het bestemmingsvlak is geen dienstwoning toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: :

  • a. het bepaalde in lid 4.1 onder a, opdat niet in de Staat van bedrijven bij functiemenging voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard, omvang en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven;