direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene afwijkingsregels
Plan: Bezuidenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0204GBezuidenht-51VA

Artikel 32 Algemene afwijkingsregels

32.1 Afwijken algemene bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan.

  • a. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 10%;
  • b. het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen voorzover betrekking hebbende op erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels, gevel- en kroonlijsten, afscheidingen ten behoeve van dakterrassen, overstekende daken en soortgelijke bouwwerken ingeval de overschrijding meer bedraagt dan op grond van de algemene bouwregels is toegestaan;
  • c. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die in het belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
  • d. beneden peil gelegen ruimtes in twee lagen, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
  • e. containers, al dan niet beneden peil gelegen, voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval;
  • f. kunst- en reclameobjecten;
  • g. de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk-, provinciaal- of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelegen in een rijks beschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast;
  • h. bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
  • i. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, welke niet voldoen aan het gestelde in artikel 29 onder h met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 50 m2;
  • j. bouwwerken voor de stalling van fietsen, motorfietsen, scooters, scootmobielen en soortgelijke vervoermiddelen. De ontheffing kan voor een bepaalde termijn worden verleend. Ook kan een persoonsgebonden ontheffing worden verleend.
32.2 Afwijken algemene gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in Artikel 30 onder a. wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
  • b. van de parkeernormen die gehanteerd worden voor het parkeren of stallen van auto's, fietsen, bromfietsen en voor het laden en lossen van goederen, indien:
    • 1. op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien;
    • 2. nadere besluitvorming ten aanzien van het parkeerbeleid en/of parkeernormen aanleiding geeft om af te wijken van de parkeernormen;
    • 3. het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend:
      • een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
      • een te verwachten meer dan gemiddeld aantal klanten of bezoekers, indien het gebouw bestemd is voor de vestiging van één of meer detailhandelsbedrijven, dienstverlening of cultuur en ontspanning;
      • een bestemming van het gebouw als parkeergarage dan wel garagebedrijf;
  • c. van de bepalingen van het plan ten behoeve van de vestiging van een horeca-inrichting:
    • 1. voor een andere horeca-categorie ter plaatse van de aanduiding waar dit gebruik is toegestaan;
    • 2. voordat afwijking wordt verleend, advies kan worden ingewonnen van de toetstingscommissie horeca;
  • d. van de bepalingen van het plan ten behoeve van de vestiging en exploitatie van detailhandel in vuurwerk met de daarbij behorende opslag indien:
    • 1. niet in woongebied;
    • 2. de opslag niet meer is dan 1000 kg en op de begane grond;
    • 3. het totaal aantal vestigingen in Den Haag met een toegestane opslag tot 1000 kg niet meer mag bedragen dan 68 en waarvan het totaal aantal vestigingen in het stadsdeel Segbroek niet meer mag bedragen dan 8;
    • 4. voordat afwijking wordt verleend, advies wordt ingewonnen van de veiligheidsregio Haaglanden.
  • e. van de bepalingen van het plan ten behoeve van de vestiging van een bel- of internetwinkel indien:
    • 1. niet binnen 250 m van woon- en restrictiegebied;
    • 2. in winkelgebied, wanneer het niet binnen 150 m van een gevestigde bel- of internetwinkel is gelegen;
    • 3. in overig gemengd gebied, wanneer het niet binnen 500 m van een gevestigde bel- of internetwinkel is gelegen;
  • f. van de bepalingen van het plan ten behoeve van de vestiging van een Bed & Breakfast binnen een woonfunctie, met dien verstande dat dit geen onevenredige aantasting van de leefomgeving met zich mee brengt.
32.3 Afwijken overige regels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de regels ten behoeve van:

  • a. een speeltoestel, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet, niet meer dan 3 m bedraagt;
  • b. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
  • c. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
  • d. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voorzover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan.
32.4 Voorwaarde

Het bevoegd gezag kan uitsluitend afwijken middels een omgevingsvergunning indien:

  • a. er geen afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in Waarde - Cultuurhistorie;
  • b. de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende opstallen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. een bouwplan in stedenbouwkundig opzicht past in de omgeving, mede gelet op de situering, kapvorm en hoogte differentiatie;
  • d. op andere gronden dan die waarop de aanvraag betrekking heeft niet een situatie ontstaat die in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan;
  • e. geen sprake is van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.