direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor - 1
Plan: Bezuidenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0204GBezuidenht-51VA

Artikel 10 Kantoor - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoor,

en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'religie', gebruik ten behoeve van religieuze doeleinden;
  • b. 'detailhandel' gebruik ten behoeve van detailhandel;
  • c. 'openbaar vervoer' is een hoog gelegen openbaar vervoerbaan toegestaan met tramsporen, bovenleidingen, kunstwerken, technische ruimten ten behoeve van het tramverkeer;
  • d. 'onderdoorgang', een onderdoorgang ten behoeve van (al) het verkeer;
  • e. 'parkeergarage' een parkeergarage,

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water, (gebouwde) parkeervoorzieningen en overige voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het aangegeven bebouwingsvlak;
  • b. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
  • c. daar waar binnen de bestemming op de plankaart een maatvoeringsvlak met een percentage en een bouwhoogte staat vermeld, mag niet meer bebouwd worden tot het aangegeven percentage met een maximum van 27.000m2 bvo en niet hoger dan de aangegeven hoogte;
  • d. ondergronds zijn parkeervoorzieningen toegestaan in maximaal twee lagen;
  • e. binnen de bestemming, ter plaatse van de Bezuidenhoutseweg 112 en Schenkkade 65 is parkeren op de verdiepingen toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', dient een onderdoorgang in stand te worden gehouden, het gebruik is mede aansluitend op de naastgelegen verkeersbestemming;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', is een bovengronds gelegen parkeergarage toegestaan.
10.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen, voor zover deze zich voor de voorgevel bevinden, niet meer dan 1 m bedragen.
10.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Jeugd-, kinder- en buitenschoolse opvang dient te voldoen aan de criteria genoemd in de beleidsnota 'Ruimtelijke implementatie kindercentra in Den Haag' (RIS085329).