Plan: | Escamplaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0202AEscamplaan-50VA |
Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling dan wel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie.
De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden voor stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:
Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet meer altijd nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak. Wanneer economische of maatschappelijke omstandigheden rond de vervuilde locatie uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat risico's voldoende worden beheerst.
Van ernstige bodemverontreiniging is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m³ vaste bodem en/of 100 m³ grondwater (bodemvolume).
Omgeving
In de directe omgeving van het plangebied hebben bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). In verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen zijn bodemonderzoeken uitgevoerd.
Plangebied
Ter plaatse van het plangebied zijn geen bedrijven met bodembedreigende activiteiten of ondergrondse tanks bekend. Voor zover bekend is er ter plaats van het plangebied geen bodemonderzoek uitgevoerd. Voor de aanleg van het woonwagencentrum is grond opgebracht. Enkele analysegegevens uit 1988 geven aan dat deze grond echter niet verontreinigd is. Op grond van een historisch onderzoek uit 1990 is de conclusie getrokken dat de kans op bodemverontreiniging vanuit het verleden ter plaatse van het plangebied gering is.
Uit de bodemkwaliteitskaart gemeente Den Haag blijkt dat de bovengrond (0-0,5 m-maaiveld) gemiddeld licht verontreinigd is cadmium, koper, kwik, zink en minerale olie. In de diepere bodemlagen wordt een licht verhoogd gehalten aan minerale olie aangetroffen. Tevens is het plangebied verdacht voor bestrijdingsmiddelen.
Alvorens met de bouw zal worden begonnen zal nader onderzoek plaatsvinden. Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek zullen passende maatregelen genomen worden.