direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Escamplaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0202AEscamplaan-50VA

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. tuinen en erven;
  • c. verblijfs-/woonstraten;
  • d. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf,

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, groen, water, voet- en fietspaden, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en overige voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak zijn uitsluitend hoofdgebouwen toegestaan;
  • b. de hoofdgebouwen dienen binnen het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak te worden gebouwd;
  • c. maximaal 55% van de gezamenlijke bestemmingsvlakken mag worden bebouwd;
  • d. de hoogte van de hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • e. binnen het bestemmingsvlak dat direct langs de Escamplaan is gelegen zijn maximaal 32 woningen toegestaan, binnen het andere bestemmingsvlak zijn maximaal 58 woningen toegestaan.
5.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag, voorzover gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag voorzover deze zich bevinden voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, niet meer dan 1 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 2, onder 1 sub a voor de bouw van aan- en bijgebouwen tot een maximum oppervlak van 20 m2 met dien verstande dat;
    • 1. de hoogte van bijgebouwen maximaal 3,5 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van aanbouwen de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met niet meer dan 0,3 m mag overschrijden;
    • 3. ten hoogste 50% van het bouwperceel mag worden bebouwd met aan- en bijgebouwen;
  • b. lid 2, onder 1 sub d voor het afwijken van de op de plankaart aangegeven maximum hoogte van hoofgebouwen ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten en dergelijke tot een maximum hoogte van 1,5 meter.