direct naar inhoud van 4.7 Bezonning
Plan: Laakhaven West en Petroleumhaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA

4.7 Bezonning

In januari 1996 is door de toenmalige raadscommissies voor Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting en voor Verkeer en Vervoer, Binnenstad en Monumenten, een norm vastgesteld voor bezonning in de omgeving van een geprojecteerde ontwikkeling. De Haagse bezonningsnorm gaat er vanuit dat de ondergrens op tenminste twee mogelijke bezonningsuren per dag in de periode van 19 februari tot 21 oktober, uitgaande van een zonhoogte van meer dan 10 graden, moet liggen. In afwijking van de lichte TNO-norm is in de Haagse norm de bezonning van gevels maatgevend, onafhankelijk van de plaats van de ramen. Bij de lichte TNO-norm werd namelijk de bezonning op het midden van de vensterbank van de binnenkant van het raam gerekend .Bij besluit van het college op 9 februari 2010 is deze norm geactualiseerd. Dit is besproken met de raadscommissie Ruimte op 22 september van dat jaar. Het besluit behelst de bestaande bezonningsnorm (uit 1996) op hoofdlijnen te handhaven en - waar nodig - aan te passen en aan te scherpen. Onderzoek is vereist indien sprake is van een bouwhoogte van meer dan 25 meter of als de nieuwbouw ten minste 1½ keer de hoogte heeft van de gemiddelde hoogte van de omgeving. Het betreft onder meer gevels van hoofdgebouwen, waarin, in de breedste zin, wordt gewoond. Bij de gevel van een woning is in de berekening sprake van bezonning, indien een denkbeeldig punt (het 'meetpunt') op de gevel in de zon ligt. Het meetpunt ligt op 0,75 meter hoogte, op het midden van de gevel.
In opdracht van de gemeente is door Peutz bv een rekenkundig bezonningsonderzoek uitgevoerd voor Laakhaven West en Petroleumhaven. Doel van het onderzoek is het vasstellen en beoordelen van de mogelijke invloed van realisatie van de bebouwing volgens het stedenbouwkundig raamwerk, dat is verwerkt in dit bestemmingsplan, op de bezonning van de omliggende bebouwing. Daarnaast is de te verwachten bezonningsduur ter plaatse van de te realiseren woningen binnen het plangebied bepaald. Uit de rekenresultaten blijkt dat de bezonning in de directe omgeving voldoet aan de gemeentelijke bezonningsnorm, of dat als de bezonning in de bestaande situatie al niet voldoet er geen verdere verslechtering optreedt. De bezonning in de door het bestemmingsplan mogelijk gemaakte situatie voldoet aan de gemeentelijke normstelling. Het onderzoek is als bijlage bijgevoegd en maakt onderdeel uit van dit bestemmingsplan (Bijlage 4 Bezonningsonderzoek).