Plan: | Laakhaven West en Petroleumhaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0192FLaakhavenW-50VA |
Op 13 maart 2012 is de 'Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte' van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van kracht geworden. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De visie schetst de doelen, belangen en opgaven van het Rijk tot 2028 en de ambities tot 2040. Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk over te laten aan gemeenten en provincies (decentraal, tenzij), minder nationale belangen te benoemen, en eenvoudigere regelgeving toe te passen. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie raakt geen van de belangen die in het bestemmingsplan worden afgewogen.
De Wet ruimtelijke ordening geeft aan de regering de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AmvB) regels te geven waarmee gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moeten houden. Het gaat daarbij niet alleen om procedureregels maar ook om de inhoud van bestemmingsplannen.
Op 30 december 2011 is het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' (Barro) in werking getreden (Stb. 2011, 391). Bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen maar ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) moeten gemeenten rekening houden met het Barro.
Een aantal projecten dat de regering van Rijksbelang vindt, wordt met het Barro dwingend geborgd in bestemmingsplannen of in andere ruimtelijke plannen van lagere overheden. De projecten worden benoemd en middels digitale kaarten ingekaderd. Per project worden regels gegeven waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.
Voor Den Haag zijn de binnen de gemeente gelegen militaire terreinen met de daarbij behorende zend- en ontvangstinstallaties, en het Kustfundament van belang.
Volgens het Barro zijn er in het bestemmingsplan geen projecten van Rijksbelang aanwezig waarmee bij de vaststelling van dit plan rekening moet worden gehouden.
De 'Provinciale Structuurvisie - Visie op Zuid-Holland' en de provinciale 'Verordening Ruimte' zijn op 2 juli 2010 vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent met de Functiekaart en Kwaliteitskaart. Zij ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.'
Laakhaven West en Petroleumhaven zijn op de bij de Structuurvisie behorende kwaliteitskaart aangemerkt als onderdeel van het hoogstedelijk (centrum)gebied.
In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De Verordening Ruimte voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau. De nota stelt onder meer voorwaarden aan de hoeveelheid kantoren, bedrijfsruimten en detailhandel. Zie hiervoor paragraaf 3.3.4. Laakhaven West en Petroleumhaven worden in de Verordening Ruimte niet meer aangemerkt als bedrijventerrein.
Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op 16 april 2008 het 'Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020' (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor:
Het RSP kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen. In het RSP worden de ambities samengevat in tien regionale investeringsprioriteiten.
Voor Den Haag hebben vooral de volgende regionale prioriteiten hun doorwerking gekregen.
Laakhaven West en Petroleumhaven maken onderdeel uit van de bedrijventerreinen die getransformeerd zullen worden tot gemengd woon- en werkgebied
Gemeentelijke programma's op tal van beleidsterreinen worden gemonitord en periodiek binnen Haaglanden op elkaar afgestemd. Dit geldt men name voor Kantoren, bedrijventerreinen, leisurevoorzieningen en detailhandel.
De gemeenteraad van Den Haag heeft op 17 november 2005 de 'Structuurvisie Den Haag 2020' vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.
De structuurvisie gaat uit van groei van het aantal inwoners (nu ca 500.000) en een groei van het aantal arbeidsplaatsen in 2020. Dat betekent dat er via verdichting vele woningen in de bestaande stad moeten worden toegevoegd. In de "agenda voor de Haagse verdichting" d.d. mei 2009 wordt het verdichtingsbeleid nader vormgegeven. Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis zijn in het collegeakkoord “Aan de slag" d.d. mei 2011 en het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (d.d. oktober 2010) nadere prioriteiten gesteld. Het gaat daarbij om een wijziging van de aanpak van de in de Haagse structuurvisie beoogde gebiedsontwikkelingen én om de verandering van de omvang en de fasering van de ontwikkelingen.
De Structuurvisie ziet het Centrum als een veel uitgebreider centrum dan het huidige. Er wordt een 'sprong over het spoor' voorzien naar Binckhorst en Laakhaven: gebieden met mooie locaties aan het water waar ruimte is voor wonen, voorzieningen en stedelijke bedrijvigheid. Het gebied kan in belangrijke mate bijdragen aan de beoogde woningtoename. Den Haag kan daarmee groeien van binnenuit. Van wezenlijk belang voor de herontwikkeling van Laakhaven is zijn ligging binnen het stedelijk veld en zijn nabijheid tot het Haagse stadscentrum en infrastructuur. Dit schept enorme potenties.
Met het IpSO biedt de gemeente duidelijkheid in welke projecten wordt geïnvesteerd en welke ambities worden nagestreefd. Markpartijen kunnen hier rekening mee houden en op anticiperen met hun investeringen. Uiteraard is het doorgaan van ontwikkelingen van meerdere factoren afhankelijk (o.a. economische conjunctuur), maar doordat de gemeente vasthoudt aan de ingezette koers en helderheid biedt voor welke projecten middelen worden gereserveerd wordt enige mate van stabiliteit en zekerheid geboden.
De ruimtelijke strategie van Den Haag steunt op twee pijlers: “De Wereld in Den Haag” en “Den Haag in de Wereld”. De Wereld in Den Haag gaat over het verstevigen en robuust maken van de basis of het fundament van de stad met goede leefmilieus om te wonen, werken, ondernemen, recreëren. Tegelijkertijd werkt Den Haag aan het uitbouwen van de top (Den Haag in de Wereld), met als vaandel Den Haag Internationale Stad van Vrede en Recht.
De komende jaren krijgen de gebiedsontwikkelingen op de centrale as Scheveningen-Haven, Internationale Zone en Centrum prioriteit. In Laakhaven West en Petroleumhaven wordt ingezet op een gemengd woon-werkgebied. Het oude stedenbouwkundig kader van 2007 is verlaten en er is ruimte gemaakt voor kleinschalig particulier opdrachtgeverschap. Kleinschalig opdrachtgeverschap betekent in de kern dat een particulier individueel of samen met anderen opdrachtgever is voor zijn of haar woning en/of bedrijfsruimte en daar maximaal invloed op uit kan oefenen. Ook ontwikkelaars, beleggers en aannemers worden nadrukkelijk uitgenodigd om woningen en/of bedrijfsruimte in kleine series (5-10 eenheden) te ontwikkelen ten dienste van de particuliere eindgebruiker.
In de spoorstrook is in 2007 een bedrijfsverzamelgebouw (Cepezed) en een gecombineerde brandweer/ambulancepost gerealiseerd. Ter verbetering van de doorstroming en vergroting van de capaciteit op de Centrumring zijn of worden verkeersprojecten uitgevoerd voor De Put, Calandstraat en Neherkade. Deze projecten zijn van belang voor de bereikbaarheid en ontsluiting van het plangebied. Ook heeft een aanpassing van het Hildebrandplein plaatsgevonden vanwege de komst van de brandweer- en ambulancepost naar Petroleumhaven.
De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De agenda is een thematische uitwerking van de Structuurvisie en dient als leidraad voor de binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot 2020. Door middel van verdichting kan de bevolkingsgroei binnen het bestaande stedelijke gebied opgevangen worden. Daarnaast kan verdichting worden aangegrepen om de stedelijke kwaliteit van Den Haag te versterken.
De Haagse Verdichting houdt voor Laakhaven West en Petroleumhaven in dat invulling wordt gegeven aan:
Een en ander krijgt in het plangebied gestalte door nieuwbouw op braakliggende terreinen. Op strategische plekken worden hoogteaccenten tot 50 meter mogelijk gemaakt.
Dubbel grondgebruik ontstaat door menging van bedrijven en woningen mogelijk te maken (zie hiervoor ook de functiemengingstrategie in paragraaf Bedrijven.
De basisprincipes van het stedenbouwkundig plan uit 2007 blijven overeind en zijn in 2012 opgenomen in een nieuw 'Stedenbouwkundig Raamwerk'. Uitgangspunt voor de ontwikkeling is een hoogwaardig, trendy stedelijk woonwerkmilieu met een sterk eigentijds karakter dat zich in kwalitatieve zin onderscheid van de omgeving. Het stedenbouwkundig raamwerk wordt uitvoerig beschreven in hoofdstuk 5. Bijzondere aandacht gaat uit naar de openbare ruimte.
De 'Kadernota Openbare Ruimte (KOR) Den Haag' is sinds 2004 voor de gemeente Den Haag het beleidskader voor de inrichting, het onderhoud en het gebruik van de openbare ruimte. Afhankelijk van de functies in een gebied, de cultuurhistorische waarde en de betrokkenheid van de private partijen hanteert de gemeente een bepaalde kwaliteitsstandaard. Voor Laakhaven West en Petroleumhavengeldt dat de van toepassing zijnde Residentiekwaliteit in overeenstemming moet zijn met het ambitieniveau van het stedenbouwkundige plan. De Residentiekwaliteit geldt als standaard voor de wijze van inrichting en onderhoud van de openbare ruimte in alle woon- en werkgebieden. Hiermee creëert Den Haag in de hele stad een herkenbare en duurzame ruimtelijke kwaliteit die op peil wordt gehouden met een sterk geïntensiveerd onderhoud. De ontwerpen kenmerken zich door dienstbaarheid (vorm volgt functie), ingetogenheid en tijdloosheid (geen trendy design). Het groen in buurten en wijken krijgt extra aandacht, evenals de zorgvuldige toepassing van beeldende kunst. Aanplant en onderhoud van straatbomen gebeurt op basis van het Stedelijk Beheerplan Straatboombeplanting 1997-2006 en bij de fysieke inrichting volgens de Residentie Kwaliteit gelden richtlijnen die in handboeken zijn vastgelegd.
Aan de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte worden hoge eisen gesteld. Dit wordt niet alleen bereikt door de inrichting van de openbare ruimte, maar vooral door op cruciale plekken in de onderbouw van de gebouwen publiekstrekkende publieksgerichte functies te realiseren in een mix van wonen, werken en horeca. Door deze functiemenging tot stand te brengen wordt een dynamisch en levendig woonmilieu gecreëerd.
Om het stedelijke milieu te accentueren wordt op strategische plekken hogere bebouwing gerealiseerd, waardoor Laakhaven West verknoopt wordt aan de ontwikkeling rondom de Petroleumhaven en daarmee ook een ziel krijgt.
Een nieuw aan te leggen brug en expressieve appartementengebouwen maken van het gebied een aantrekkelijke plek om te wonen. Onder invloed van de nieuwe ontwikkelstrategie wordt de verkavelingsstructuur van het plan voor Laakhaven West deels gewijzigd.
In het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan werd de Waldorpstraat verlegd richting het spoor. Nu is gekozen om de Waldorpstraat te laten liggen. Het voordeel hiervan is dat de uitgifte van de kavels niet hoeft te wachten op de verlegging en inrichting van de Waldorpstraat. Daarnaast ontstaat tussen de Waldorpstraat en het spoor meer ruimte voor bedrijfsbebouwing. De bebouwing in deze strook vormt tevens het noodzakelijke geluidscherm tussen het spoor en de woningen.