Artikel 32 Algemene afwijkingsregels
32.1 Afwijking algemene bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
-
a. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 15%;
-
b. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
-
c. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer met een maximale bouwhoogte van 5 meter en een maximum oppervlakte van 30 m2;
-
d. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die in het belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
-
e. containers, al dan niet beneden peil gelegen, voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval;
-
f. kunst- en reclameobjecten;
-
g. de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk-, provinciaal- of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelegen in een rijks beschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast;
32.2 Afwijking algemene gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
-
a. de parkeernormen die gehanteerd worden voor het parkeren of stallen van auto's, fietsen, bromfietsen en voor het laden en lossen van goederen, indien:
-
1. op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien;
-
2. nadere besluitvorming ten aanzien van het parkeerbeleid en/of parkeernormen aanleiding geeft om af te wijken van de in de bijlage van de regels opgenomen parkeernormen;
-
3. het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
-
b. de vestiging en exploitatie van een detailhandel in (consumenten)vuurwerk met de daarbij behorende opslag ter plaatse van de aanduiding detailhandel, met dien verstande dat:
-
1. de opslag niet meer mag bedragen dan 1.000 kg;
-
2. het totaal aantal vestigingen in Den Haag met een toegestane opslag van 1.000 kg niet meer mag bedragen dan 68 en het totaal aantal vestigingen in het stadsdeel Scheveningen niet meer mag bedragen dan 8;
-
3. voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, advies wordt ingewonnen van de regionale brandweer;
-
c. bepaalde in artikel 27 onder 1, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
-
d. het vestigen van kleinschalige bedrijvigheid - in de categorieën A en B van bijgevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, zoals postverdeelpunten - in garageboxen, met dien verstande dat dit geen onevenredige aantasting van de leefomgeving met zich meebrengt.
32.3 Afwijking overige regels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
-
a. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 15%;
-
b. bouwwerken voor de stalling van fietsen, motorfietsen, scooters, scootmobielen en soortgelijke vervoermiddelen. De afwijking kan voor een bepaalde termijn worden verleend. Ook kan een persoonsgebonden afwijking worden verleend.
-
c. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
-
d. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie
-
e. bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals gedenktekens, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
-
f. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voorzover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan;
-
g. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, welke niet voldoen aan het gestelde in artikel 26 lid 8 met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 30 m2;
-
h. het verhogen van de maximum bouwhoogte, dan wel het toegestane aantal bouwlagen met 3,5 m, respectievelijk een extra bouwlaag, ingeval de stedenbouwkundige situatie een meer intensieve bebouwing toelaat.
32.4 Voorwaarde
De in dit artikel opgenomen ontheffingen worden niet verleend indien op andere percelen dan die waarop de aanvraag betrekking heeft een situatie ontstaat, welke in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.