Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Gemengd, zodat tussen de Badhuiskade en Havenkade naast de groen- en verkeersbestemmingen een ondergrondse parkeergarage met bijbehorende voorzieningen wordt toegestaan, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
- de parkeergarage bestaat uit maximaal één bouwlaag beneden peil;
- de bovenzijde van de parkeergarage heeft, met uitzondering van de in- en uitritten, ontluchtingsmiddelen en toegangsportalen, een minimale bouwdiepte van 1,5 meter beneden het laagstgelegen peil van de Badhuiskade;
- de in- en uitrit van de parkeergarage wordt gerealiseerd aan de zijde van de Badhuiskade;
- aan de locatie van de in- en uitrit kunnen op grond van akoestisch onderzoek en onderzoek naar de luchtkwaliteit voorwaarden worden verbonden;
- toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
- het bepaalde in de bestemming Groen - 1, blijft eveneens op de gronden van toepassing;
- bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt het bepaalde in de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie en Waterstaat - Waterkering in acht genomen.