6.1 Inleiding
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de plankaart en de regels. De plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, getekend op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2.000.
De regels zijn als volgt ingedeeld:
- Inleidende regels. De inleidende regels (artikel 1 en 2) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.
- Bestemmingsregels. De bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 14) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de doeleinden en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een ontheffingsbevoegdheid geldt, is deze in de betreffende bestemmingsbepaling opgenomen.
- Algemene regels. De algemene regels (artikel 15 tot en met 20) bevatten algemene - voor alle bestemmingen geldende - bepalingen zoals algemene bepalingen ten aanzien van het bouwen, ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken en algemene ontheffingsbepalingen.
- Overgangs- en slotregels. De laatste twee bepalingen (artikel 21 en 22) betreffen achtereenvolgens het overgangsrecht en de slotregel.
Als bijlage bij de regels is opgenomen:
- Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten bij functiemening VNG;
- Bijlage 2: Staat van horeca-inrichtingen.
- Bijlage 3: Voorbeelden van extra bouwlagen
- Bijlage 4: Parkeernormen