direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf-1
Plan: Wateringse Veld - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0172BWateringZd-50VA

Artikel 3 Bedrijf-1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van:

  • a. bedrijven;
  • b. showrooms;
  • c. welzijnsvoorziening;
  • d. terreinen en laad- en losplaatsen;
  • e. parkeerplaatsen;
  • f. tuinen en erven;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de bestemming Bedrijf-1 gelden de volgende regels:

  • a. binnen het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak mogen uitsluitend niet voor bewoning bestemde bedrijfsgebouwen worden gebouwd.
  • b. het bouwperceel mag tot maximaal 70% worden bebouwd.
  • c. de gebouwen dienen te worden gebouwd op minimaal 5 m afstand van de zijdelingse perceelsgrens.
  • d. de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • e. de voorgevel van de gebouwen moet worden gericht naar de bestemming Verkeer - hoofdverkeersweg (Verkeer-1).
  • f. de voorgevel van hoofdgebouwen moet voor tenminste 50% in de bebouwingsgrens worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming Bedrijf-1gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
3.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

  • a. lid 3.2.2, onder a ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximum hoogte van 15 m, mits dit stedenbouwkundig verantwoord is en de gebruiksmogelijkheden van andere gronden dan die waarop de ontheffing betrekking heeft, niet in onevenredige mate worden geschaad.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 in de Staat van inrichtingen bedrijven, opgenomen als Staat van inrichtingen bedrijven bij de regels, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder en inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

lid 3.4 voor het toelaten van een bedrijfsactiviteit die niet in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van inrichtingen bedrijven, opgenomen als Staat van inrichtingen bedrijven bij deze regels, al dan niet vallend onder een hogere milieucategorie, mits de bedrijfsactiviteit naar aard en omvang van de milieuhinder vergelijkbaar is met een bedrijfsactiviteit die op grond van het bepaalde in het eerste lid is toegestaan, tenzij de bedrijfsactiviteit een voortzetting betreft van bestaand gebruik in strijd met de bestemming dat niet mag worden uitgebreid of veranderd als bepaald in de regels.