Plan: | Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216 |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0171GBezuidenwg-50VA |
De Monumentenwet 1988 omschrijft een beschermd stadsgezicht als “groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke en structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke waarde of cultuurhistorische waarde (..)” en dat vanwege dit algemene belang door de minister van OCW en de minister van VROM als zodanig is aangewezen.
Het rechtsgevolg van de aanwijzing is dat de gemeente verplicht wordt een ruimtelijke toekomstvisie voor het gebied te ontwikkelen en dit vast te leggen in een bestemmingsplan. De geschiedenis van het gebied en de in de aanwijzing genoemde waarden en kwaliteiten zijn bepalend voor deze ruimtelijke toekomstvisie.
Voor het slopen of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk in een beschermd stadsgezicht is een sloopvergunning vereist op grond van artikel 37 van de Monumentenwet 1988.
Voor wijzigingen, waaronder verbouwingen en onderhoud aan rijksmonumenten, is een vergunning ingevolge artikel 11 van de Monumentenwet 1988 vereist. Toetsingscriteria zijn onder meer de architectuur- en cultuurhistorische waarden van het desbetreffende monument.
Het gedeelte van de Bezuidenhoutseweg vanaf de Koningin Marielaan tot aan de Cornelis Houtmanstraat is op de waarderingskaart van het MIP aangemerkt als een straatwand met een stedenbouwkundige waarde, een straatwand van de 2e orde. Dit zijn beeldondersteunende stratenensembles die dateren uit de periode van aanleg van de wijk. De oorspronkelijke aanleg en het architectuurbeeld is hier nog goed bewaard. Bij vervanging van een gebouw in een straatwand van de 2e orde dienen de van de straatzijde en/of het openbare gebied zichtbare gevels en daken te voldoen aan de karakteristieken van het beschermd stadsgezicht, teneinde de eenheid van een straatwand te behouden.
Het oorspronkelijke karakter van het plangebied is gedeeltelijk aangetast door nieuwbouw. Het is echter van belang de nog gave delen in stand te houden en bij nieuwe ontwikkelingen te zorgen voor regeneratie van het stedelijke weefsel.
Alle eventuele nieuwe initiatieven zullen getoetst worden aan de te behouden kwaliteiten die in de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht genoemd worden, waaronder het contrast tussen het groene, onbebouwde gebied enerzijds en de in toenemende mate verstedelijkende omgeving anderzijds en de monumentaliteit van het gebied.
Omdat de ordekaarten alleen betrekking hebben op de bebouwde straatwanden, geven de ordekaarten geen waardering voor de niet of amper bebouwde straten in het bestemmingsplan.
Het bovenstaande is niet van toepassing op latere invullingen in afwijkende architectuur.