direct naar inhoud van 2.2 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Rosenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0162ARosenburg-50VA

2.2 Ontstaansgeschiedenis

Algemeen

Het plangebied ligt volgens de Archeologische-geologische kaart van Den Haag op een brede strandwal. Strandwallen waren voor onze verre vorouders geschikte vestigingsplaatsen en hebben daarom een hoge archeologische verwachting. Binnen het plangebied zijn in het verleden resten aangetroffen, die op vroege bewoning duiden. Het duin bij het Nieuwe Slag - de huidige Groen van Prinstererlaan - was in 1930 object van een klein archeologisch onderzoek door het Rijksmuseum van Oudheden naar aanleiding van melding van een particulier. Onduidelijk is wat de opgraving opleverde. Omdat het materiaal niet bewaard is gebleven is eveneens onduidelijk uit welke periode de gedane vondsten dateren, maar de late prehistorie of de romeinse tijd is het meest waarschijnlijk. Van bewoning daarna is is weinig bekend. Vanaf de middeleeuwen behoorde het zuidelijk deel van het plangebied tot het polderblok De Mient. Op de kaart van Cruquius uit 1712 is een niet bij naam bekende hofstede zichtbaar. Waarschijnlijk stamt deze uit de 17e eeuw en lag deze ter plaatse van de huidige Kokosnootstraat. Iets ten westen van deze hofstede werd in de negentiende eeuw een landgoed met buitenhuis aangelegd: Rosenburg. Aan het eind van de negentiende eeuw werd dit perceel verkocht ten behoeve van de vestiging van een psychiatrische inrichting, die het gesticht aan het Slijkeinde verving. Op kaarten uit de negentiende en twintigste eeuw komen ter plaatse van het plangebied veel kleine sloten voor, wat aangeeft dat het terrein bijna volledig is afgezand. Dat blijkt ook uit de hoogte van het huidig maaiveld: nergens overstijgt de hoogte 1 meter boven NAP.

Omdat de ontwikkeling van het plangebied in drie perioden plaatsvond en in het zuiden van het plangebied zijn aanvang vond, kan het in drie deelgebieden worden gesplitst: het zuidelijk deel tussen de Albardastraat en de Oude Haagweg, het middengebied tussen de Mgr. Nolenslaan en de Albardastraat en het noordelijk deel tussen de Laan van Meerdervoort en de Mgr. Nolenslaan.

Kenmerkend voor het plangebied als geheel is de begrenzing door de Thorbeckelaan en de Groen van Prinstererlaan. Volgens de oorspronkelijke opzet van het stedenbouwkundig ontwerp van H. Berlage zouden twee symmetrische gebogen straten naar het De Savornin Lohmanplein leiden. Omdat de tegenhanger van de Thorbeckelaan te diep in de tuinbouwgronden van Waldeck terecht zou komen, ging dit plan niet door. Men liet daarom de Groen van Prinstererlaan aansluiten op een reeds bestaande zijstraat van de Oude Haagweg. De gebogen straat van de Thorbeckelaan is tussen Rosenburg en de Vruchtenbuurt nog als onderdeel van het stedenbouwkundig ontwerp van Berlage herkenbaar. De Thorbeckelaan echter werd, zijnde de rand van de toenmalige bebouwde kom, als eerste van de twee aangelegd, reden waarom het wel die boogvorm kreeg en kon behouden.

De wijk zou met de gebogen Groen van Prinstererlaan en Thorbeckelaan een symmetrisch beeld vertoond hebben: bebouwing aan de randen van beide wegen en in het tussenliggende gebied het Westhagescholencomplex, sportvelden, groenvoorzieningen en het terrein van Parnassia. In deze opzet zou ook de Notenbuurt gespiegeld worden en in de de hoek tussen de Groen van Prinstererlaan en de Oude Haagweg gelegen zijn. Doordat de Groen van Prinstererlaan een andere vorm kreeg, verviel de bebouwingszone langs die weg en kwam deze weg aan sportvelden, groenvoorzieingen en het terrein van Parnassia te liggen. Dit met uitzondering van de drie flats op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Treublaan.

Zuidelijk deelgebied

Het zuidelijk deel van Rosenburg is het oudste deel van de wijk. De Oude Haagweg maakt deel uit van de middeleeuwse verbindingsweg tussen 's-Gravenzande, Loosduinen en 's-Gravenhage. Langs deze weg waren aanvankelijk boerderijen gevestigd en sinds de zeventiende eeuw ook buitenplaatsen: de buitenplaatsen Rosenburg en Rusthoek en de landerijen van de familie Waldeck. Op het in landschapstijl aangelegd landgoed Rosenburg is sinds 1899 een psychiatrische inrichting gevestigd, nu het psychomedisch centrum Parnassia. Rekening houdend met het parkkarakter van het landgoed werden door haar gebouwen opgericht. Voor dit gebied werd in januari 2001in een samenspraak tussen Parnassia en de gemeente een inrichtingsplan gemaakt. Daarin werden de waardevolle groenstructuren, de infrastructuur en de bebouwingsmogelijkheden op elkaar afgestemd. De beeldbepalende bebouwing langs de Oude Haagweg bleef gehandhaafd. Binnen de bebouwingscontouren van het inrichtingsplan mocht bij voorkeur worden gebouwd, ook door andere instellingen, zoals het verpleeghuis Dorestad en het Klinisch Centrum.

De Notenbuurt, een woonbuurt met plantsoenen en op de hoeken buurtwinkels, dat werd ingeklemd tussen de Thorbeckelaan, de Oude Haagweg, de Walnootstraat en de Albardastraat, is tussen 1928 en 1940 gebouwd. De buurt is in dezelfde stijl als de Vruchtenbuurt opgetrokken. Beide buurten maakten deel uit van het Uitbreidingsplan 's-Gravenhage West uit 1927, dat werd opgesteld door de Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting van de gemeente Den Haag. De buurtwinkels kwamen in de loop der tijd bijna allemaal leeg te staan. Tussen de Notenbuurt en Parnassia stond aan de Oude Haagweg 403 een vrijstaande woning. Voor een vervangend bouwplan werd een projectbesluit genomen.

De Notenbuurt werd om een al langer bestaand bedrijfsterrein met een chemische wasserij aan de Oude Haagweg geprojecteerd. De bestaande bedrijfbebouwing op dit terrein herbergde na sluiting van de wasserij in de loop der tijd steeds lichtere bedrijfssoorten en kende een toeloop van vestigingen voor volumineuze detailhandel. De onbebouwde opslagterreinen werden daarbij als parkeerterrein voor de klandizie aangewend.

Midden deelgebied

Het middengebied van Rosenburg kwam in de periode 1961-1967 in het kader van de wederopbouw tot ontwikkeling als onderdeel van Uitbreidingsplan Waldeck 1956. Het grondgebied van Waldeck behoorde oorspronkelijk tot de gemeente Loosduinen en is pas in 1923 door annexatie van deze gemeente bij de gemeente Den Haag gevoegd. Een deel van het door de Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting ontwikkelde Plan West uit 1931 is uitgevoerd, behalve het deel tussen de Groen van Prinstererlaan en de Ockenburghstraat: de tuinbouwgronden. De tuinbouwgronden waren in Plan West en in de herzieningen ervan in 1934, 1935 en 1940 bestemd voor bebouwing. Hiertegen bestond veel verzet dat toenam na de presentatie van het uitbreidingsplan dat W. Dudok in 1947 voor Waldeck ontwierp. Na langdurige onderhandelingen werd in 1956 afgesproken het tuinbouwgebied nog dertig jaar ongemoeid te laten. Tot de jaren '80 van de vorige eeuw waren in het plangebied veel tuinbouwbedrijven gevestigd. Uitbreidingsplan Waldeck 1956 van F. van der Sluis betrof uiteindelijk slechts de noordwestelijke rand van het plangebied: de Groen van Prinstererlaan en het deel tussen de Thorbeckelaan en de Groen van Prinstererlaan.

Van der Sluis handhaafde in zijn plan de sportvelden en de scholen die Dudok in 1947 al had ingetekend. Daarnaast bood het plan aan de Donker Curtiusstraat ruimte voor een kerk en een verzorgingstehuis. De bebouwing in dit deel vond plaats volgens door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde situatietekeningen.

In april 1984 besloot de gemeenteraad om twaalf locaties over de hele stad aan te wenden voor de bouw van bejaardenwoningen. Met als gevolg dat in het plangebied het terrein met volkstuinen tussen de Donker Curtiusstraat en de Thorbeckelaan veranderde in een woningencomplex met een bouwblok parallel aan de Thorberckelaan en een bouwblok aan de Donker Curtiusstraat. Ook het op de hoek van de Thorbeckelaan en de Alberdastraat gelegen terrein met de Petrakerk werd tot een woningencomplex heringericht, waarbij de gevelwand aan de Thorbeckelaan aansloot aan de voorgevelrooilijn van de bestaande gebouwen aldaar. Het kreeg de naam 'Onder het lommer'. Verder werd op het terrein op de hoek van de Donker Curtiusstraat en de Albardastraat een woningencomplex opgericht - Campduinen - dat met haar gevelwanden aansloot aan het eerdergenoemde bouwblok aan de Donker Curtiusstraat en het woningencomplex 'Onder het lommer'. Het kwam in de plaats van een school. De herschikking van schoollokaties had eveneens betrekking op het terrein op de hoek van Monseigneur Nolenslaan en Donker Curtiusstraat. Hier nam een appartementencomplex de plaats van een school in. Deze nieuwbouw kreeg een solitaire opstelling.

Het schoolgebouw van de Scholengemeenschap Westhage op de Monseigneur Nolenslaan nummer 20 werd vervangen. Recentelijk heeft deze school op het naastgelegen perceel nieuwbouw gepleegd.

In 2011 zijn bouwaanvragen ingediend voor het vervangen van het verzorgingstehuis op de zuidelijke hoek van Monseigneur Nolenslaan 20 en de Groen van Prinsterelaan en aansluitend op de Monseigneur Nolenslaan een complex voor begeleid wonen voor Korsakovpatienten. Het eerstgenoemde project is gebouwd, het tweede is in aanbouw. Bij de vervanging van de kleed- en doucheruimte op het aan de noordelijke zijde van de Monseigneur Nolenslaan gelegen veldsportterrein, werd vervangende nieuwbouw opgericht, waain ook allerlei maatschappelijke functies geherbergd konden worden.

Noordelijk deelgebied

Het noordelijk gedeelte van Rosenburg werd het laatst ontwikkeld. Met uitzondering van de Laan van Meerdervoort, die al in de jaren dertig van de vorige eeuw werd aangelegd. Dit gedeelte maakte deel uit van het Uitbreidingsplan Centrum West 1964. Ook in dit plan vond de bebouwing plaats volgens door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde situatietekeningen. Het gebied bestond uit twee sportterreinen, schoolvestigingen, een klooster, kantoren, een zwembad, enkele woonflats, een telefooncentrale voor vaste telefonie en een winkelcentrum. Dit winkelcentrum ligt tegen het De Savornin Lohmanplein aan en werd in 1968 gebouwd. Het kent een winkelpassage met daarop een parkeerdek en daarboven een kantoor- en een woonflat en een restaurant parkeerdek. Gelet op de aangevraagde bouwvergunning zal de torenflat woningen gaan herbergen.

De herschikking van schoollocaties leidde in de negentiger jaren van de vorige eeuw tot de herinrichting van de schoollocatie op de hoek van de Donker Curtiusstraat en de Monseigneur Nolenslaan tot een woningcomplex met 58 appartementen. Recentelijk werd in het kader van deze herschikking ook de schoollocatie op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Monseigneur Nolenslaan tot een woningbouwlocatie heringericht. Daarbij werd aangesloten bij de stedenbouwkundige opzet van de drie naastgelegen woonflats. Tussen de twee flatgebouwen werd een gemeenschappelijke tuin aangelegd. De schoollocatie aan het Colijnplein echter was niet in die herschikking betrokken en breidde recentelijk het gebouwencomplex met een aula en een aantal nieuwe klaslokalen uit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0162ARosenburg-50VA_0005.png"

afbeelding 5: topografie plangebied