Plan: | Laakwijk-Schipperskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA |
Laakkwartier ligt in de voormalige Noordpolder. De noordoostelijke begrenzing van deze polder, de Haagse Trekvliet, was van oudsher een belangrijke zuidelijke waterverbinding richting Delft en Rotterdam. Dwars door de Noordpolder, min of meer parallel aan de Trekvliet liep de 'wech tusschen die Haghe ende Hornbregge bij Rijswic'. Deze reeds in de 17e eeuw bestrate landweg werd in 1907 verbreed en ging toen officieel Rijswijkseweg heten, een benaming die overigens al lang voor die tijd in gebruik was. Tot aan de aanleg van de Utrechtsebaan in de jaren '70 van de vorige eeuw was dit de belangrijkste zuidelijke invalsweg over land naar Den Haag.
De polder werd bemalen door twee molens: de Broekslootmolen en de Laakmolen. De Laakmolen uit 1699, op de plaats waar het riviertje de Laak in de Haagse Trekvliet uitmondt, is het oudste bouwwerk in het plangebied. Van groot belang voor de ontwikkeling van het Laakkwartier was ook de aanleg van de spoorverbinding Den Haag-Rotterdam tussen 1843 en 1847. De loop van het spoorwegtracé was bepalend voor de westelijke begrenzing van de wijk.
Aanvankelijk behoorde de Noordpolder geheel tot het grondgebied van Rijswijk. De grens tussen Den Haag en Rijswijk lag bij de Hoefkade. In 1844 vond een eerste grenswijziging plaats, waarbij het gebied tot aan de Laak bij Den Haag werd getrokken. In 1900 werd de grens voor een tweede maal verlegd, nu tot aan de Broeksloot.
Het Laakkwartier is opgezet als woonwijk voor arbeiders, lagere ambtenaren en kleine middenstanders. De aanleg en bebouwing is in de periode 1907-1940 tot stand gekomen en wel in drie hoofdfasen: de aanleg van Molenwijk (nu: Laakkwartier-Noord), Spoorwijk (dat buiten het plangebied valt) en Laakkwartier (het centrale deel).