Algemene ontheffingsregels
Ontheffing algemene bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het gestelde in lid 25.4, bevoegd ontheffing te verlenen van:
-
a. afwijkingen van maten, afmetingen en/of percentages minder dan 10%.
-
b. artikel 23 onder b voor geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die in het belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
-
c. artikel 23 onder c voor erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken;
-
d. artikel 23 onder e voor de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelegen in een rijksbeschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast;
-
e. artikel 23 onder f voor beneden peil gelegen ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
-
f. artikel 23 onder g voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximale brutovloeroppervlakte tot 30 m²;
-
g. glas-, papier- en kledingcontainers, al dan niet beneden peil gelegen;
-
h. kunst- en reclameobjecten.
Ontheffing algemene gebruiksregels
-
a. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 24 onder a, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
-
b. Burgemeester en wethouder zijn, met inachtneming van het gestelde in lid 25.4, bevoegd ontheffing te verlenen van artikel 24 onder d en e ten behoeve van een horeca-inrichting waarbij uit nadere toetsing aan de in de staat van horeca-inrichtingen opgenomen criteria blijkt dat de betreffende inrichting qua puntentoedeling afwijkt van de in die staat aangenomen score en de daarbij behorende categorie-indeling met dien verstande dat:
-
1. voordat ontheffing wordt verleend, advies wordt ingewonnen van de ambtelijke toetsingscommissie horeca;
-
2. de desbetreffende horeca-inrichting door het verlenen van de ontheffing geacht wordt te behoren tot de met de puntentoedeling corresponderende categorie.
-
c. Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het gestelde in lid 25.4, bevoegd ontheffing te verlenen van artikel 24 onder g en h:
-
1. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien;
-
2. indien het voldoen aan het bepaalde in artikel 24 onder g en h door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden - voor wat betreft de toepassing van het bepaalde in artikel 24 onder g - in elk geval wordt gerekend:
- een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
- een te verwachten meer dan gemiddeld aantal klanten of bezoekers, indien het gebouw bestemd is voor de vestiging van een of meer detailhandelsbedrijven, dan wel openbare dienstverlening of vermakelijkheid;
- een bestemming van het gebouw als parkeergarage dan wel garagebedrijf.
Ontheffing overige regels
Burgemeester en wethouders kunnen voorts ontheffing verlenen van het gestelde in overige regels voor:
-
a. een speeltoestel, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet, niet meer bedraagt dan 3 m ;
-
b. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
-
c. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
-
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
-
e. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden en bebouwde oppervlakten met maximaal 10%;
-
f. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voor zover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan.
Voorwaarde
Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend ontheffing indien:
-
a. de cultuurhistorische waarden van een beschermd stadsgezicht als bedoeld in artikel 21 niet onevenredig worden geschaad;
-
b. de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende opstallen niet onevenredig worden geschaad;
-
c. een bouwplan in stedenbouwkundig opzicht past in de omgeving, gelet op de situering, kapvorm en hoogtedifferentiatie;
-
d. op andere gronden dan die waarop de aanvraag betrekking heeft niet een situatie ontstaat die in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.