7.1 Inleiding
Het bestemmingsplan bestaat uit een plankaart, regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de plankaart en de regels. De plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, getekend op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2000.
De regels zijn als volgt ingedeeld:
-
Inleidende regels. De Inleidende regels (artikel 1 en 2) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en de wijze van meten (hoogte, diepte e.d.).
-
Bestemmingsregels. De Bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 14) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de doeleinden en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een ontheffingsbevoegdheid geldt, is deze in de betreffende bestemmingsbepaling opgenomen.
-
Algemene regels. De Algemene regels (artikel 15 tot en met 19) bevatten algemene – voor alle bestemmingen geldende – regels zoals de anti-dubbeltelbepaling, algemene regels ten aanzien van het bouwen, ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken en algemene ontheffingsregels.
-
Overgangs- en slotregels. De laatste twee regels (artikel 20 en 21) betreffen achtereenvolgens het overgangsrecht en de slotregel.