direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Fruitweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

In deze paragraaf wordt het ruimtelijk beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau nader toegelicht.

3.2.1 Rijksbeleid
3.2.1.1 Nota Ruimte

Op 17 januari 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Nota Ruimte: 'Ruimte voor ontwikkeling'. In de nota is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020 met een doorkijk naar de periode 2020-2030. De belangrijkste beleidslijn voor de bestaande woonwijken in Den Haag is: 'de optimale benutting van het bestaand bebouwd gebied'. De revitaliserings- en herstructurerings- en transformatieopgave moet in beleid en uitvoering krachtig ter hand worden genomen. Gemeenten (in samenwerking met marktpartijen) zijn verantwoordelijk voor planvorming en uitvoering. Het rijk stimuleert herstructurering en transformatie van verouderde wijken en wijken in het algemeen.

Het bestemmingsplan 'Fruitweg e.o.' is in overeenstemming met het in de Nota Ruimte neergelegd beleid.

3.2.2 Provinciaal beleid
3.2.2.1 Streekplan Zuid-Holland West

Op 19 februari 2003 hebben de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Streekplan Zuid-Holland Westvastgesteld. Met dit streekplan - dat een planhorizon tot 2015 heeft en sterk leunt op het gedachtegoed van de eerste drie PKB-delen van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra - wil de provincie de ontwikkeling van de Randstad tot groene Deltametropool ondersteunen. In het streekplan is ervoor gekozen het stedelijk ruimtebeslag met behulp van rode bebouwingscontouren te sturen. De rode contouren zijn getrokken rond bestaand stedelijk gebied. Met deze contouren wordt het gebied waarbinnen de verstedelijkingsopgaven tot 2015 moet worden gerealiseerd, vastgelegd. Nieuwe woningbouw en bedrijfsvestiging dienen plaats te vinden binnen het stedelijke gebied en in de nabijheid van haltes van het (regionaal) openbaarvervoerssysteem.

Het verder concentreren van wonen en werken heeft een gunstig effect op het draagvlak voor stedelijke voorzieningen, op het terugdringen van automobiliteit ten gunste van langzaam verkeer en openbaar vervoer, en kan een impuls zijn voor stedelijke vernieuwing, herstructurering en transformatie van verouderde stadswijken en bedrijventerreinen. Binnen de rode contouren wordt per saldo uitgegaan van behoud van functies, dit om te voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen, sportvelden en volkstuinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Als dergelijke transformaties onvermijdelijk zijn, zal de gemeente moeten aangeven hoe deze functies (lokaal dan wel regionaal) worden gecompenseerd.

Op de plankaart van het streekplan Zuid-Holland West (deel 07) valt het gebied Fruitweg e.o. in de aanduidingen 'Stads- en dorpsgebied' en 'Bedrijventerrein'. Het gaat bij deze aanduiding om een aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie wonen, waarbinnen ook gebiedsdelen voorkomen met (soms grootschalige) kantoorconcentraties, winkelvoorzieningen, horeca en andere stedelijke voorzieningen. Het bestemmingsplan 'Fruitweg e.o.' past binnen het provinciaal streekplan.

De Nota Regels voor Ruimte 2005 (voorheen Nota planbeoordeling 2002) vormt samen met het streekplan Zuid-Holland West het beoordelingskader van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor het ruimtelijk (economisch) beleid. De nota stelt voorwaarden aan ruimtelijke plannen met betrekking tot economie, zoals maximale metrages kantoorruimte en detailhandelsruimte bij bedrijfsruimte. De Nota geeft onder meer aan hoe een plan past binnen de regionale context, in casu binnen de sectorale kaders van het Stadsgewest Haaglanden en het Regionaal Structuurplan.

3.2.3 Regionaal beleid
3.2.3.1 Regionaal Structuurplan Haaglanden

Het Stadsgewest Haaglanden heeft als kaderwetgebied op 16 april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) vastgesteld. Formeel kan het bestemmingsplan niet aan het RPS worden getoetst, maar het dient wel als referentiekader voor de bestemmingsplannen van de gemeenten in het stadsgewest Haaglanden.

Op de plankaart van het regionaal Structuurplan Haaglanden valt het gebied Fruitweg e.o. in de aanduiding bestaand stads- en dorpgebied en bestaand bedrijventerrein. Ook dit strookt met de uitgangspunten van dit bestemmingsplan.

3.2.4 Gemeentelijk beleid
3.2.4.1 Structuurvisie Den Haag 2020

Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van de gemeente Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 'Wéreldstad aan Zee' (rv 197 28 juni 2005) vastgesteld.

De ambitie van Den Haag is: Wéreldstad aan Zee, een uitdagende stad in een sterke regio. De structuurvisie geeft een toekomstvisie op de ruimtelijke structuur en ontwikkeling van de stad tot 2020. Wereldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingsmogelijkheden te benutten in de vijf kansenzones: het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan. In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarbinnen de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot zijn recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen. Hierin worden het bouwprogramma, de werkgelegenheid, voorzieningen, groen en water, kwaliteitsniveau van de openbare ruimte, verkeersinfrastructuur en relevante sociale en culturele infrastructuur uitgewerkt. De masterplannen gaan daarnaast in op financiën, fasering, organisatie en de relatie met bestaand gemeentelijk beleid, en bevatten duurzaamheidsparagraaf.

In de regio wordt de samenwerking versterkt, omdat stad en regio elkaar nodig hebben. Een kwaliteitssprong in de stad zal hand in hand moeten gaan met eenzelfde sprong op Randstad- en Zuidvleugelschaal.

De masterplannen voorzien geen directe ontwikkelingen voor het plangebied Fruitweg e.o. Wel is het aanpalende masterplan Knoop Moerwijk voor dit bestemmingsplan van invloed. De ontwikkeling binnen dit masterplan heeft een zekere overlap met het bestemmingsplangebied voor wat betreft een gedeelte van de 'Banaan'. In het te ontwikkelen masterplan Knoop Moerwijk zal duidelijk worden welke toekomstige aanpassingen binnen het gebied worden voorgestaan.

De structuurvisie bepaalt ook dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. De doorgaande wegen zijn de regionale en stadsgewestelijke wegen, hoofdverkeerswegen op gemeentelijk niveau en wegen voor doorgaand verkeer door stadsdelen aangevuld met de wegen die onderdeel zijn van het netwerk van de 'lange lijnen' uit de Kadernota Openbare Ruimte en de railgebonden openbaarvervoerverbindingen. Bij eventuele herontwikkeling van delen van het gebied, zal ook dit 'vijf lagenbeleid' als uitgangspunt gehanteerd worden.

3.2.5 Beleid op wijkniveau

De Kadernota Openbare Ruimte (KOR) Den Haag is sinds 2004 van kracht. De KOR fungeert als beleidskader voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Met deze nota wordt een samenvattend kader gegeven voor tactische doelen voor de inrichting (eenvoud, harmonie en ruimte), het onderhoud (schoon, heel en veilig) en het gebruik (functioneel, veelzijdig en flexibel). Een goede afstemming is nodig tussen inrichting, onderhoud en gebruik. De nota schets daartoe een drietal kwaliteitsstandaards voor de openbare ruimte in Den Haag: Residentie Kwaliteit (standaard/ basis kwaliteit), Hofstad Kwaliteit (bijzondere kwaliteit) en Maatwerk Kwaliteit (geeft marktpartijen gelegenheid een hogere kwaliteit na te streven binnen publiekprivate samenwerking). Aangezien het plangebied niet tot de bijzondere gebieden van Den Haag behoort, is hier het standaardniveau 'Residentiekwaliteit' voor de openbare ruimte van toepassing.