direct naar inhoud van Artikel 11 Water
Plan: Fruitweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterwegen met hun betekenis voor waterberging, waterhuishouding en vaarverkeer. Ten behoeve van deze bestemming en mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden met de aanduiding 'brug' (br) mag een brug ten behoeve van de bestemming Verkeer - hoofdverkeersweg (V-1) worden gebouwd.
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat op de hoogte van erfafscheidingen het bepaalde bij of krachtens de Woningwet van toepassing .
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag de hoogte van erfafscheidingen, indien geplaatst op meer dan 1 m afstand van de weg of openbaar groen, 2 m bedragen; in overige gevallen mag de hoogte niet meer dan 1 m bedragen.
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen.
  • e. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats is op de kade binnen een grens van 3 m uit de insteek van het water het bouwen van één niet-stenen berging per woonschip, en erfafscheidingen met een hoogte van niet meer dan 1 m ten behoeve van een aanliggend woonschip toegestaan; de hoogte van de berging mag niet meer bedragen dan 2,5 m en het bruto vloeroppervlak mag niet meer bedragen dan 6 m2.
11.3 Gebruiksregels
  • a. Op de gronden met de aanduiding 'brug' (br) is op en boven de aldaar gelegen brug mede het bepaalde in de bestemming Verkeer - hoofdverkeersweg (V-1) van toepassing.
  • b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' (wl) is tevens het gebruik als ligplaats voor woonschepen toegestaan; op woonschepen is de 'Verordening op de Binnenwateren' van de gemeente Den Haag van toepassing.
  • c. In aanvulling op het gestelde in de bepaalde onder 11.2 is het niet toegestaan aan bewoners om bergingen en de kade mede te gebruiken voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf.