direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Stolwijkersluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijke Structuurvisie Gouda 2005-2030 (2005)

De gemeente Gouda heeft de structuurvisie 2005-2030 opgesteld om een kader te geven waar toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Dit is bedoeld als antwoord op de plannen die in de komende 20 jaar voorzien in sterke verstedelijking (15.000 tot 30.000 woningen) aan de westzijde van Gouda. In de visie wordt antwoord gegeven op drie vragen:

  • wat zal de positie van de stad binnen de regio en de Randstad zijn, met name na de toekomstige verstedelijking?
  • waar moet Gouda op inzetten? hoe kan de positieverandering van de stad ten gunste van Gouda en de regio worden aangewend?
  • hoe kan dit kader worden gebruikt om lopende projecten binnen de stad op hun samenhang te bezien en nieuwe strategische projecten te formuleren?

Als gevolg van stedelijke ontwikkelingen in de stad en de Zuidplaspolder, zal de functie als regionale verzorgingskern binnen het groene hart afzwakken en Gouda steeds meer onderdeel worden van de Zuidvleugel van de Randstad. Hierdoor komt het voorzieningenapparaat in Gouda onder druk te staan. In de komende decennia zal Gouda zich ook meer moeten afstemmen op de regionale ontwikkelingen, wat dus zal betekenen dat er een verschuiving in het voorzieningsaanbod plaatsvindt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0011.jpg"

Figuur 10: Uitsnede Ruimtelijke Structuurvisie Gouda 2005-2030

Gouda wil onder andere investeren in de relatie met het omliggende landschap. Dit landschap vormt een belangrijk deel van de Goudse identiteit. Plekken die in Gouda hoog worden gewaardeerd zijn bovendien veelal plekken waar het onderliggende landschap nog herkenbaar is of een duidelijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan. Middels voorliggend plan wordt de relatie met het omliggend landschap. Hiermee ontstaan mogelijkheden voor het beter benutten van het groen rondom de stad. Op de uitsnede van de Ruimtelijke Structuurvisie Gouda 2005-2030 is binnen het plangebied de aanduiding P+R opgenomen. Deze aanduiding gaf een mogelijk eindhalte van de RijnGouwelijn aan wanneer deze zou worden doorgetrokken vanaf het station door de binnenstad. Omdat de RGL in de huidige opzet een eindhalte krijgt op het centraal station van Gouda, krijgt deze aanduiding in de structuurvisie geen invulling in dit bestemmingsplan.

3.3.2 Nota Cultuurhistorie (2004)

De Nota Cultuurhistorie behandelt het cultuurhistorisch erfgoed zoveel mogelijk integraal (monumentenzorg, archeologie en landschapsbehoud). Centraal staat het streven het cultuurhistorisch erfgoed een bijdrage te laten leveren aan de eigen identiteit en herkenbaarheid van Gouda waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van haar bestaande kwaliteiten (belvedèrebeleid). Samen met de bestemmingsplannen vormt de nota het cultuurhistorisch beleidskader voor de begeleiding van bouwinitiatieven.

In de Nota Cultuurhistorie is het beleid vastgelegd dat voor locaties waar zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, een cultuurhistorische analyse wordt opgesteld. De gebieden waar dit van toepassing is, zijn vastgelegd op de kaart "cultuurhistorische analyse" (de zogenaamde gelevlekkenkaart). Met de analyse worden alle belangrijke waarden in kaart gebracht zodat daarmee, bij de uitvoering van het plan, zo goed mogelijk rekening kan worden gehouden.

In dit kader dient ieder bestemmingsplan een cultuurhistorische paragraaf te bevatten. Dat wil zeggen dat aangegeven wordt welke waarden zich waar bevinden en hoe daarmee omgegaan wordt. Bovendien dient bij elke grootschalige ontwikkeling een Cultuurhistorische Analyse (CHA) te worden uitgevoerd. Dat betekent dat vooraf de cultuurhistoristische waarden in kaart worden gebracht, zodat deze betrokken kunnen worden in het planproces als inspiratiebron dan wel als ruimtelijke randvoorwaarden. In aanvulling hierop zijn in de nota gebieden aangewezen waar bij afwijking van het bestemmingsplan een CHA is voorgeschreven. Voor het overgrote deel van het plangebied Stolwijkersluis is een CHA voorgeschreven bij grootschalige ontwikkelingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0012.jpg"

Figuur 11: kaart cultuurhistorische analyses

Monumentenverordening

Om bij wijziging te kunnen toetsen of de waardevolle elementen van een beschermd monument zoveel mogelijk behouden blijven, is voor elke wijziging van een beschermd monument een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. Dit geldt voor het gehele pand, inclusief interieur, bijgebouwen, tuininrichting, bomen etc. Jonge Bouwkunst betreft gebouwen en stedenbouwkundige structuren die tot stand gekomen zijn in de periode 1850-1940 en die qua verschijningsvorm bepalend zijn in het stedenbouwkundig of architectonisch beeld. De cultuurhistorische waarden hiervan hebben betrekking op het uitwendige van het betreffende object. Daarom is in de monumentenverordening bepaald dat voor (sloop of verbouw van) Jonge Bouwkunst een lichte monumentenvergunning vereist. Er geldt dus geen inwendige bescherming.

Bedoeld is om ingrepen die de verschijningsvorm ernstig kunnen aantasten (zoals dakkapellen, grote uitbouwen, plaatsen kunststof kozijnen) zorgvuldig te kunnen toetsen.

In het plangebied bevinden zich verschillende gemeentelijke monumenten. De belangrijkste zijn:

  • Gouderaksedijk 3, 5, 7, 9, 11, 19, 21, 23, 25, 27, 29, 55, 77, 105, 115 en 133;
  • Goudseweg 2 en 8;
  • Zuider IJsseldijk 4 en 6;
  • Gouderakse Tiendweg 30.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0013.jpg"

Figuur 12: Gemeentelijke monumenten aan de Gouderaksedijk 19, 21, 23, 25, 27 en 29

Wijziging van monumenten

De monumenten hebben in de verbeelding de aanduiding Waarde – Cultuurhistorie gekregen. Bescherming vindt plaats via de monumentenwet en de monumentenverordening.Het wijzigen van beschermde monumenten is in principe mogelijk. Om te voorkomen dat waardevolle elementen verloren gaan, is voor een wijzigingsplan een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. Dit geldt voor het gehele pand, inclusief interieur, bijgebouwen tuininrichting, bomen etc.

Jongere Bouwkunst en Stedenbouw

Jongere Bouwkunst en Stedenbouw betreft gebouwen en stedenbouwkundige structuren die tot stand kwamen in de periode 1850-1940 en die qua verschijningsvorm bepalend zijn in het stedenbouwkundig of architectonisch beeld. De cultuurhistorische waarden hiervan hebben hoofdzakelijk betrekking op het uitwendige van het betreffende object. Daarom geldt voor deze categorie geen inwendige bescherming. Bedoeld is om ingrepen die de verschijningsvorm ernstig kunnen aantasten (zoals dakkapellen, grote uitbouwen, plaatsen kunststof kozijnen) zorgvuldig te kunnen toetsen.

In het plangebied bevinden zich een potentieel gemeentelijk monument van jongere bouwkunst. Dit is de Zuider IJsseldijk 8.

Naoorlogse architectuur en stedenbouw

Naar aanleiding van de Nota Cultuurhistorie (2004) is in 2005 een inventarisatie gemaakt van de naoorlogse architectuur en stedenbouw (1945-1965). In 2007 verscheen de Waardering Gouda naoorlogse architectuur en stedenbouw als logisch vervolg hierop.

  • In de Inventarisatie wordt een uitvoerige beschrijving en analyse gegeven van de wijken en buurten in Gouda, evenals een lijst van gebouwen. De teksten zijn gebaseerd op historisch onderzoek, interviews met betrokkenen en een schouw. Op lokaal niveau geeft de inventarisatie een goed overzicht van de omvangrijke naoorlogse bouwproductie in Gouda. Uit de inventarisatie blijkt dat Gouda in de periode 1940-1965 ruimtelijk een grote groei doormaakte.

  • De Waardering is behulpzaam bij het bepalen van de toekomstige omgang met de gebouwen en gebieden uit deze periode. De inventarisatie en waardering zijn complementair aan elkaar. In deze waardering is bijvoorbeeld niet opnieuw de historische context genoemd.

Voor het plangebied Stolwijkersluis bevinden zich op grond van genoemde inventarisatie geen zaken die op grond van de inventarisatie bijzondere aandacht behoeven.

Vertaling in het bestemmingsplan

De monumenten hebben in de verbeelding de dubbelbestemming Waarde – Cultuurhistorie gekregen. Bescherming vindt plaats via de monumentenwet en de monumentenverordening.

Naast de directe bescherming van de momenten is tevens een bescherming voor de zicht- en windvang voor molens opgenomen. Binnen het plangebied is de Haastrechtsemolen gelegen. Net ten noorden van het plangebied is de molen 't Slot gelegen, waarvan de zicht- en windvang ook in onderhavig bestemmingsplan is opgenomen.

3.3.3 Gemeentelijke archeologische basiskaart (2003)

In aanvulling op het rijks- en provinciaal archeologisch beleid heeft de gemeente Gouda in juni 2011 de geactualiseerde gemeentelijke archeologische beleidskaart (ABK) vastgesteld. Op de ABK is aangegeven in welke gebieden binnen de gemeente archeologische waarden aangetroffen kunnen worden. In die gebieden is een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist bij bodemverstorende werkzaamheden. In het beleid is opgenomen in welke situaties vrijstelling geldt van deze verplichting:

  • 1. Omvang
  • op een hoogwaardige locatie met bijzondere waarde (archeologisch monument): geen vrijstelling;
  • op een hoogwaardige locatie: vrijstelling voor projecten kleiner dan 50 m2;
  • in een zone met een hoge verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 100 m2;
  • in een zone met een lage verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 10.000 m2.
  • 2. Diepte

Alle onderzoeken in Gouda tonen aan dat de gemiddelde dikte van de verstoorde bovenlaag in Gouda meer dan 50 cm bedraagt. Zolang werkzaamheden niet dieper dan 50 cm onder maaiveld worden uitgevoerd, is er geen archeologisch onderzoek of een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist. Hiermee wordt afgeweken van de provinciale norm van 30 cm onder maaiveld.

Op sommige plaatsten is bekend dat de archeologische waarden zich op grotere diepte bevinden, bijvoorbeeld onder recente ophogingspakketten. Hier geldt een dieptevrijstelling van 2 meter. Pas bij diepere graafwerkzaamheden is onderzoek of een omgevingsvergunning noodzakelijk

Archeologievriendelijk bouwen:

Bovenstaande verplichtingen en vrijstellingen gelden in situaties waar behoud in situ van de archeologische waarden geen optie is. Waar mogelijk probeert Gouda behoud in situ wel actief te stimuleren. Daarom is het archeologievriendelijk bouwen geïntroduceerd: wanneer een bouwplan voldoet aan een aantal richtlijnen, wordt het bodemarchief nog maar zo weinig verstoord dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. De richtlijnen voor archeologievriendelijk bouwen zijn opgenomen in het beleid en vastgelegd in de Verordening inzake monumenten en archeologie.

Verbeelding:

De gebieden met hoge archeologische verwachting, inclusief hoogwaardige gebieden, zoals weergegeven op de nieuwe ABK, zijn opgenomen op de verbeelding. Deze gebieden krijgen een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde worden niet op de verbeelding opgenomen Hiervoor is ook geen archeologievergunning noodzakelijk. Alleen bij zeer grote projecten (groter dan 10.000 m2) is een booronderzoek noodzakelijk, ter controle van de lage verwachting.

Het beleid is vastgelegd in de Nota Cultuurhistorie. Bescherming vindt plaats via de Verordening inzake monumenten en archeologie.

Vertaling in het bestemmingsplan

Op de verbeelding is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen. Bescherming vindt plaats via de monumentenverordening en de archeologievergunning.

3.3.4 Welstandsnota (2004, 2008)

In de gemeentelijke Welstandsnota 2004, update 2008 staan beoordelingskaders en toetsingscriteria waaraan bouwplannen op architectonische kwaliteit worden getoetst aan het welstandsbeleid als gereedschap voor de ruimtelijke kwaliteit. Veelal hebben deze eisen betrekking op vormgeving, kleurgebruik, materiaalgebruik, volume en de relatie van de bebouwing met de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0014.jpg"

Figuur 13: Welstandsbeleid

Voor het plangebied Stolwijkersluis is het volgende welstandsbeleid relevant:

  • Welstandsluw - woongebieden (nr. 18);
  • Reguliere welstand - woongebieden (nr. 24);
  • Reguliere welstand - bedrijfsterreinen (nr. 26).

Aanvullend hierop geldt langs de Hollandsche IJssel het Beeldkwaliteitsplan 'Hollandsche IJssel' als beoordelingskader.

3.3.5 Mobiliteitsplan Gouda 2007-2020 (2007)

Het mobiliteitsplan is door de gemeenteraad in april 2007 vastgesteld. Met het mobiliteitsplan beschikt de gemeente Gouda over een samenhangend verkeer- en vervoersbeleid. Het plan is een kapstok voor de verschillende deelnota's verkeer en vervoer, zoals voor fietsen en parkeren en de wijkverkeersplannen. In en rond Gouda zijn verschillende grote projecten gaande, zoals Spoorzone en Goudse Poort. Ook regionaal staat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen gepland, vooral aan de westzijde van de stad. Deze veranderingen gaan gepaard met een grote toename van verkeer naar en binnen de stad. Om het huidige en nieuwe verkeer in goede banen te leiden heeft de gemeente Gouda een mobiliteitsplan opgesteld. Dit plan geeft in hoofdlijnen aan op welke wijze de gemeente de Goudse verkeerssituatie de komende vijftien jaar wil verbeteren en beheren. De omvang van de autogroei is dusdanig groot, dat de bereikbaarheid van Gouda vanuit de Zuidplaspolder maar ook vanuit de rest van de regio, onvoldoende dreigt te worden. Om dit tegen te gaan en om de kwaliteit van de leefbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig.

Het Mobiliteitsplan is een uitwerking op het gebied van verkeer en vervoer van de Ruimtelijke Structuurvisie. Tevens is het Mobiliteitsplan een gemeentelijke doorvertaling van het verkeer- en vervoerbeleid op landelijk en provinciaal niveau. Om de ambities uit de Ruimtelijke Structuurvisie waar te maken, komen in het mobiliteitsplan verschillende manieren van vervoer aan bod met als doel om mensen te verleiden tot verantwoord mobiliteitsgedrag. Door het stimuleren van onder andere de fiets en het openbaar vervoer wil de gemeente overbelasting van de infrastructuur voorkomen waardoor ruimte blijft bestaan voor belangrijk economisch verkeer. Deze doelstelling is in het plan verder uitgewerkt in een aantal strategische keuzes. Ook is aangegeven wat nodig is om het autogebruik tot 2020 op verantwoorde wijze te verwerken en welke maatregelen verder onderzocht moeten worden. In verband daarmee wordt in het Mobiliteitsplan uitgegaan van realisering van de N207 – Zuidwestelijke Randweg. Deze loopt door het plangebied van onderhavig bestemmingsplan, maar maakt hier geen onderdeel van uit.

3.3.6 Waterplan

In 2002/2003 stelden de gemeente Gouda en meerdere hoogheemraadschappen het eerste Waterplan voor Gouda vast. In 2008 hebben gemeente Gouda en het hoogheemraadschap van Rijnland de uitvoering van dat Waterplan geëvalueerd. Deze evaluatie heeft geleidt tot een actualisatie van het Waterplan.

In deze actualisatie spelen de gemeente Gouda en de hoogheemraadschappen van Rijnland en van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) in op actuele beleidsontwikkelingen in het (stedelijk) waterbeheer. De actualisatie geeft een beeld van de opgaven met een overzicht van de acties, die nodig zijn om de visie te realiseren. Belangrijke elementen van de visie zijn het houden van droge voeten, gezond water met een goede kwaliteit voor mens en natuur, en water om naar te kijken en van te genieten.

In de actualisatie worden de gezamenlijke ambities vastgelegd en wordt de gezamenlijke onderzoeksagenda vastgesteld. Concrete afspraken over de te nemen maatregelen, inclusief de financiering daarvan, worden gemaakt in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Het geactualiseerde Waterplan is op 25 mei 2011 door de gemeenteraad van Gouda vastgesteld en op 1 juni 2011 door het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland.

Toelichting op hoofdlijnen van het geactualiseerde Waterplan Gouda

In Gouda bestaat een kwetsbaar evenwicht tussen te natte en te droge omstandigheden. Enerzijds mag bij een regenbui geen wateroverlast ontstaan en anderzijds moet het waterpeil juist hoog genoeg zijn om houten funderingen te conserveren en om extra daling van de bodem te voorkomen. Dit uit zich in een relatief geringe drooglegging en weinig mogelijkheden voor peilfluctuaties.

Voor de kans op overstroming gelden sinds 2009 provinciale normen. Deze normen vormden geen uitgangspunt in het Goudse Waterplan van 2003. Uitgangspunt voor Gouda is dat woningen droog moeten blijven. Om aan een norm van maximaal 1 keer per 100 jaar wateroverlast te voldoen, moeten vele wegen uit de hoofdinfrastructuur van Gouda eerder worden opgehoogd dan nu geraamd. Vanwege de grote financiële gevolgen wil Gouda met instemming van Rijnland afwijken van de provinciale normen. Uitgangspunt is dan wel dat we accepteren, dat wegen soms onder water staan. Gemeente en Rijnland gaan hierover in gesprek met de provincie Zuid Holland.

Voor de lange termijn maken de klimatologische ontwikkelingen duidelijk dat water een belangrijk onderwerp blijft en dat het noodzakelijk is om daarover goed af te stemmen tussen gemeente en hoogheemraadschap.

Een goede waterkwaliteit is belangrijk.

Een goede waterkwaliteit schept mogelijkheden voor een grote verscheidenheid aan planten en dieren. Deze verscheidenheid geeft de inwoners van Gouda langs het water een plek om tot rust te komen en te genieten van alles wat in en langs het water groeit en bloeit. Een natuurlijke inrichting van de watergang en haar oevers brengt de natuur dichtbij de inwoners van Gouda. Een goede waterkwaliteit, ontwikkeling van flora en fauna in en rond het water komen alleen tot stand door samenwerking tussen betrokken partijen.

Water is en blijft een belangrijke belevingswaarde in Gouda.

Van belang bij beleving van water zijn zichtbaarheid, schoon water, cultuurhistorische waarden en bekendheid met het watersysteem en haar geschiedenis. In Gouda is er enthousiasme bij inwoners voor het waterrijke karakter van de stad maar er blijkt nog veel onbekend over het watersysteem en het beheer van water in de woonomgeving van mensen. Tevens bestaat de wens om het water schoner en aantrekkelijker te maken voor inwoners en bezoekers van de stad. Gouda en Rijnland ontplooien daarom activiteiten op het gebied van voorlichting en educatie. Tevens wordt uitgesproken welke voorstellen vanuit het project Hollandse Waterstad in het waterplan als actiepunten worden opgenomen.

Onderhoud en beheer vragen om afstemming tussen betrokken organisaties.

Het onderhoud van het watersysteem binnen Gouda is verdeeld onder twee instanties. De waterschappen onderhouden de primaire wateren. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de overige wateren en heeft dit onderhoud uitbesteed aan Cyclus. Het overgrote deel van de klachten van burgers over waterbeheer gaat over onderhoud, in het bijzonder zwerfvuil. Gouda en Rijnland nemen deze klachten ter harte; de samenwerking tussen beide wordt geïntensiveerd, waarbij ook Cyclus wordt betrokken.

De actualisatie biedt opnieuw een basis om de komende jaren keuzes te maken voor investeringen, beheer en onderhoud op het gebied van waterbeheer.

Zowel Gouda als Rijnland staan de komende jaren voor forse bezuinigingen om hun begrotingen sluitend te houden. Dat betekent scherpere keuzes maken wat wel of niet wordt aangepakt en afstemming met elkaar wat betreft werkzaamheden om zoveel mogelijk efficiency te behalen. Het geactualiseerde Waterplan Gouda vormt een goede basis voor het maken van deze keuze.

3.3.7 Groenstructuurplan Gouda 2007-2015 (2007)

Het beleid van de gemeente Gouda is om de openbare ruimte in de stad schoon, heel en bruikbaar te houden. Het openbaar groen is één van de factoren die de kwaliteit van de openbare ruimte bepalen. In het Groenstructuurplan 2007-2015, vastgesteld op 30 mei 2007, zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld ten aanzien van het openbaar groen. Het groenstructuurplan gaat met name in op de stedelijke groenstructuur. Maar om de samenhang met het oorspronkelijke omringende landschap te behouden, dringen elementen van het oorspronkelijke veen- en rivierenlandschap (veenlinten en oude dijkdoorbraken) zo diep mogelijk de stad in. Het groenstructuurplan streeft ernaar om de stadsparken aan de rand van Gouda robuuste groene overgangsgebieden te laten zijn tussen de stad en het buitengebied; veelal veenweidegebied. Het Veenweidepark wordt mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan.

3.3.8 Gouda fietst beter door! 2007 - 2015

In de nota wordt ingezet op de verbetering van fietsverbindingen, fietsparkeren en de communicatie en gedragsbeïnvloeding binnen het fietsverkeer. Een relatief hoog aandeel fietsverplaatsingen draagt bij aan de bereikbaarheid van stedelijke voorzieningen en aan de kwaliteit van de leefomgeving. Goed fietsbeleid versterkt dit.

Het landelijke verkeersbeleid legt de verantwoordelijkheid voor het stimuleren van het fietsgebruik vooral bij de gemeenten neer. Nieuw Gouds fietsbeleid moet de fietser dus weer steviger op de kaart zetten. De fietsroutes binnen het plangebied vallen in een overgangsgebied tussen de hoofd fietsroutes en verdelende fietsroutes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0015.jpg"

Figuur 14: Uitsnede uit Gouda fietst beter door!

Voor de realisatie van fietspaden binnen de gemeente Gouda zijn kwaliteitseisen gesteld waaraan dient te worden voldaan.

  • samenhang: de fietsinfrastructuur vormt een samenhangend geheel en sluit aan op alle herkomsten en bestemmingen van fietsers;
  • directheid: de fietsinfrastructuur biedt de fietser steeds een zo direct mogelijke route (omrijden blijft dus tot een minimum beperkt);
  • veiligheid: de fietsinfrastructuur waarborgt de verkeersveiligheid van fietsers en overige weggebruikers;
  • aantrekkelijkheid: de fietsinfrastructuur is zodanig vormgegeven en in de omgeving ingepast dat fietsen aantrekkelijk is;
  • comfort: de fietsinfrastructuur maakt een vlotte en comfortabele doorstroming van het fietsverkeer mogelijk.

In onderhavig bestemmingsplan worden fietspaden binnen de bestemming 'verkeer' mogelijk gemaakt. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt in kwaliteitseisen van een fietspad. Daarnaast is in 2010 een projectbesluitprocedure doorlopen waarmee een fietsverbinding onder de toekomstige ZWR wordt mogelijk gemaakt. Dit projectbesluit wordt (voor het deel binnen het plangebied) tevens mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan. Een fietspad wordt algemeen binnen de regels toegestaan, de tunnel voor deze fietsverbinding wordt met een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt.

3.3.9 Project Hollandsche IJssel

In het project Hollandsche IJssel werken sinds 1988 13 overheden met elkaar om te komen tot een verbetering van de milieukwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de Hollandsche IJssel. Dit heeft onder andere geleid tot een Beeldkwaliteitsplan Hollandsche IJssel (1998) en het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel (2001).

Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel (1998)

Het Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel is bedoeld om te dienen als uitgangspunt bij het opstellen van randvoorwaarden voor inrichtingen, bouwplannen en verkavelingsplannen. In het plan wordt beschreven welke zaken het Hollandsche IJssel-gebied identiteit en charme geven en worden aanbevelingen gedaan om ervoor te zorgen dat deze kenmerken behouden, versterkt of op een bijzondere manier ontwikkeld worden.

Het beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt als kader bij de welstandstoetsing van plannen langs de Hollandsche IJssel.

Voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers (2001)

In 2001 heeft de Stuurgroep Hollandsche IJssel het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers vastgesteld. Hierin zijn voorbeelden opgenomen voor regelingen betreffende de vormgeving van de oever. In onderhavig bestemmingsplan zijn deze regelingen gebruikt als voorbeeld en vertaald in een dubbelbestemming 'Waarde – Rivierzone' met als doel de ruimtelijke kwaliteit van de IJsseloever te beschermen en te versterken.

3.3.10 Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 (2008)

In 2008 heeft Gouda de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel Gouda vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de relatie tussen de stad Gouda, de Hollandsche IJssel en de Krimpenerwaard verbeterd zou kunnen worden. In de gebiedsvisie staan de richtlijnen en de gewenste ontwikkelingen voor de komende tien jaar. De visie heeft betrekking op de rivier, de zellingen, de oevers, de dijken en het binnendijkse gebied. Met de gebiedsvisie kan de gemeente ideeën over de Hollandsche IJssel actief inbrengen bij plannen van andere overheden, bouwplannen en andere initiatieven die langs de Hollandsche IJssel worden ontwikkeld, toetsen en het overzicht en de samenhang van projecten langs de Hollandsche IJssel bewaken.

Voor het plangebied is een drietal aspecten van toepassing:

  • herstellen Stolwijkersluis en bevorderen van kleine waterrecreatie;
  • ontwikkelen landschapspark Krimpenerwaard (Veenweidepark);
  • behouden en ontwikkelen oversteek Hollandsche IJssel.

Daarnaast wordt in de Gebiedsvisie een grote kans gezien voor een duurzame gebiedsontwikkeling binnen het plangebied. Deze gebiedsontwikkeling is de ruimtelijke versterking van het contrast tussen de tegenpolen 'stad' en 'ommeland'. Daartoe is het van belang dat de identiteit van beide tegenpolen duidelijk herkenbaar is, onder meer bij de stadsentrees. Als kans wordt daarom gesignaleerd een versterking van de waardevolle identiteit en uitstraling van de Krimpenerwaard als karakteristiek veenweidegebied, met daarin het bijzondere buurtschap Stolwijkersluis.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0016.jpg"

Figuur 15: Uitsnede Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020

Voor onderhavig bestemmingsplan is de realisatie van het Veenweidepark mogelijk gemaakt. De oversteek van de Hollandsche IJssel bij de Waaiersluis is expliciet aangegeven met een aanduiding.